Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!
Rhodococcose
Rhodococcose is een aandoening die voorkomt bij jonge veulens tussen 1 en 6 maanden. Dit komt vooral voor op plaatsen waar veel paarden dicht bij elkaar gehuisvest zijn.
Oorzaak of etiologie
Het wordt veroorzaakt door de Rhodococcus equi bacterie. Dit is een gram positieve bacterie die voorkomt in de omgeving van veulens. Rhodococcus equi wordt gezien op warme, stoffige plekken met een hoge paardenpopulatie. De bacterie komt bijvoorbeeld voor in stallen, paddocks en weiden en kan lange tijd overleven in stof of mest. Rhodoccocus equi kan overleven in de darmen van gezonde paarden en veulens. In de darmen van het veulen plant de bacterie zich ook voort. Deze bacterie heeft ook een wat bijzonder aspect: hij kan zich buiten het lichaam van het paard vermenigvuldigen en verder leven in de omgeving. Een belangrijk reservoir voor de bacterie is het verteringsstelsel van de regenworm.
Rhodococcus equi is in staat lange tijd te overleven in warme droge omstandigheden, maar ook in natte omstandigheden. De bacterie is bovendien ongevoelig aan de meeste desinfectantia.
Ziekteverloop of pathogenese
De besmetting gebeurt door het inademen van stof waarop de bacterie aanwezig is. Bij gezonde paarden kan Rhodococcus equi aanwezig zijn op de slijmvliezen of in de lymfeknopen. Op het moment dat de weerstand verlaagd is, bij oude paarden en bij veulens van 1 tot 6 maanden oud krijgt de bacterie de kans om aan te slaan. De bacterie dringt dan binnen in de macrofagen ter hoogte van het neusslijmvlies, de luchtpijp en de longen. Rhodococcus equi is in staat om te overleven en te vermenigvuldigen in longmacrofagen en neutrofielen. Door het vermenigvuldigen van de bacterie in de longmacrofagen zullen deze cellen uiteindelijk barsten. In het gebied rond zo'n gebarsten cel ontwikkelt zich een ontstekingsreactie en raken steeds meer cellen besmet. Op die manier ontstaat een granulomateuze pneumonie. Dat wil zeggen dat er een longontsteking optreedt met verschillende etterige ontstekingshaardjes in de longen.
Het duurt meerdere dagen tot zelfs weken na de besmetting van een veulen totdat het stadium van de granulomateuze pneumonie zich ontwikkeld heeft. De periode tussen de initiële besmetting tot het uiteindelijk klinisch ziek worden van het veulen kan meerdere weken tot maanden in beslag nemen. Als er dan symptomen zichtbaar worden gaat het meestal heel snel. Het veulen is vaak in goede conditie, groeit goed en ziet er gezond uit. Plotseling heeft het veulen een etterige snotneus en veel moeite met ademhalen zonder voortekenen van ziekte. Het onderliggende ziekteproces is dan al lange tijd aan de gang en de longen van het veulen zijn meestal ernstig aangetast.
Op sommige stallen is de ziekte endemisch. Dat wil zeggen dat er regelmatig veulens ziek worden. Op zulke bedrijven zal 15 tot 60% van de veulens symptomen vertonen en 1 tot 12% van de zieke dieren zal sterven. Op andere stallen komt de aandoening maar sporadisch voor.
Symptomen
Kenmerkend bij Rhodoccoccus Equi-infecties zijn:
- Verhogende ademfrequentie
- Moeilijke ademhaling
- Pussige neusuitvloeiing
- Hoesten
- Koorts
- Vergrote lymfeknopen
De infectie veroorzaakt een ‘reutelend’ geluid bij de ademhaling, in het Engels worden veulens met deze infectie dan ook “rattlers” genoemd. Naast ademhalingsproblemen kan de parasiet ook darmontsteking veroorzaken, wat weer diarree en koorts veroorzaakt. Ook veroorzaakt het abcessen (pusophopingen) op verschillende plaatsen in het lichaam. Er kunnen abcessen in de hersenen ontstaan, wat ataxie en zenuwsymptomen kan veroorzaken.
Diagnose
Het is van groot belang voor de kansen van het veulen om zo vroeg mogelijk te ontdekken dat een veulen besmet is met Rhodococcus equi. Daarvoor kunnen we gebruik maken van verschillende onderzoekmethoden.
- Algemeen klinisch onderzoek en klinisch onderzoek van het ademhalingsstelsel zullen steeds de eerste dingen zijn die gedaan worden. Daarbij wordt het aantal ademhalingen per minuut geteld, de temperatuur van het veulen wordt opgenomen, er wordt gekeken naar eventuele neusvloei en de dierenarts luistert naar de longen met een stethoscoop. Op deze manier kan ongeveer 60% van de besmette veulens in een vroeg stadium ontdekt worden.
- Bloedonderzoek
- Endoscopie
- Isolatie van de bacterie
- Echografie van de thorax
- Radiografie van de thorax
Behandeling
De meeste veulens sterven binnen enkele weken na de aandoening. Ze hebben vaak intensieve zorg nodig en worden daarom opgenomen in een kliniek. Daar wordt antibiotica gegeven, in een combinatie van rifampicine en spiramycine. Nadeel hiervan is dat het 4 weken moet worden toegediend en het heel kostbaar is.
Eventueel kan het veulen nog slijmoplosser worden toegediend. Hierdoor wordt het slijm verdund en daardoor kan het makkelijker door het hoesten en de trilhaartjes uit de luchtwegen verwijderd worden.
Bovendien moet het veulen in een schone stal worden gezet en stofvrij voer te eten krijgen.
Preventie
Beschrijf hier wat de eigenaar kan doen om te voorkomen dat zijn of haar paard deze aandoening krijgt.
Foto's
Bronnen, referenties en/of voetnoten
We zijn specifiek op zoek naar: algemene informatie Als je dit artikel aan wilt vullen kun je op bewerk klikken om je kennis aan dit artikel toe te voegen. |