Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Selle Français

Uit Bokt
Selle Français
Eurocommerce Vancouver2.jpg
GeenfotolichaamT.jpg
Stokmaat: 1.65 - 1.80 meter
Kleur: alle keuren toegestaan, maar meestal vos
Land van herkomst: Frankrijk
Link naar stamboek: http://www.sellefrancais.fr


Geschiedenis

Het paardenras Selle Français ontstond vroeg in de 19e eeuw in Normandië, een streek waar van oudsher al paarden gefokt werden. De inheemse Normandische merries werden gekruist met Engelse Volbloeden, Engelse halfbloeds en Engelse Norfolk Roadsters.

Uit deze kruisingen ontstonden 2 types: de Anglo-Normandiër en een tuigpaard. Uit dit tuigpaard met natuurlijke drafaanleg ontwikkelde zich al snel tot de Franse Draver.

In Frankrijk werden staatsstoeterijen opgericht die tot op de dag van vandaag nog steeds bestaan. Het oorspronkelijke doel van deze stoeterijen was het fokken van een goed cavaleriepaard. Om meer snelheid en uithoudingsvermogen toe te voegen, werden er volbloeden geïmporteerd en ter dekking aangeboden.

Op deze stoeterijen begon de Anglo-Normandiër aan de ontwikkeling tot Selle Français. Gedurende de beide Wereldoorlogen verloren veel Normandische merries het leven, maar gelukkig bleven er voldoende in leven om de fokkerij na de oorlog weer nieuw leven in te blazen. De merries werden gekruisd met Volbloeden die op de staatsstoeterijen ter dekking stonden. Enkele Engelse Volbloeden zijn erg belangrijk voor het ontstaan van het Selle Français: Orange Peel, Ibrahim, Lord Frey en Ivanhoe.

Vanaf 1958 werd de Selle Français, die voorheen demi-sang of halbloed genoemd werd, erkend als ras. In 1965 werd het eerst stamboek opgericht. Alle paarden en hun afstamming werden erin opgenomen. Het begon als een gesloten stamboek dat alleen rechtstreekse afstammelingen accepteerde (A-sectie) maar tegenwoordig worden ook paarden die van slechts 1 Selle Français afstammen toegelaten tot de B-sectie.

Een recenter geïmporteerde Engels Volbloed was Furioso. Hij had tijdens zijn racecarrière geen grote successen behaald maar werd vooral om zijn exterieur en beweging gebruikt. Tot in de jaren 1970 was de hengst ongekend populair, zo was hij 10 jaar op rij de meeste gevraagde dekhengst van het stamboek. Zijn nakomelingen waren uiterst succesvol in de springsport maar ook in de dressuur deden zijn kinderen van zich spreken.

Het Selle Français heeft veel invloed in binnen- en buitenland. Veel Franse hengsten zijn bij andere stamboeken goedgekeurd en worden ook graag door de fokkers gebruikt om de goede kwaliteiten van de Selle Francais over te brengen in hun fokkerij. Zo is Cor de la Bruyère in Holstein ingezet en verwelkomde Zangersheide Almé Z.

Naast het sportpaard wordt er ook op bescheiden schaal gefokt met een lichter type. Dit paard wordt speciaal voor races en Eventing gefokt. Deze dieren, in het Frans genoemd AQPSA (Autre Que Pur-Sang Anglais = anders dan puur Engels Volbloed).

Exterieur

Het Selle Français was tot ca 1985 onderverdeeld in 5 categorieën: 3 middelzware types (klein/middelgroot/groot) en 2 zware (klein/groot). Tegenwoordig zijn er slechts 2 types: het lichtere renpaard (AQPSA) en het springpaard. Desondanks is het verschil tussen beiden klein.

Het springpaard heeft een mooi, elegant hoofd en een gespierde hals. De schouders zijn krachtig maar aan de rechte kant. De achterhand is sterk en goed gebouwd. De benen zijn hard, correct en de pijpomvang is groter dan 20 cm. Het lichaam is goed gebouwd en de romp is rond en diep.

De beweging is elegant, krachtig en gebalanceerd. De springtechniek is voorzichtig en krachtig.

Karakter

De Selle Français is intelligent en zeer werkwillig.

Gebruik

De paarden worden hoofdzakelijk in het springen gebruikt maar ook in de Eventing doet de Selle Français van zich spreken. De lijst met bekende namen van springpaarden is lang, maar enkele belangrijke verervers die talentvolle nakomelingen verwekt hebben, zijn: Ibrahim (1952), Furioso II (1965), Almé Z (1966), Galoubet A (1972), Jalisco B (1975), Le Tot de Semilly (1977), Narcos II (1979), Baloubet du Rouet (1989), Papillon Rouge (1981), Quito de Baussy (1982), Quidam de Revel (1982), Calvados (1984), Skippy II (1984), Diamant de Semilly (1991).

De paarden zijn minder geschikt voor het zwaardere dressuurwerk.

Foto's

Bronnen, referenties en/of voetnoten



Bij dit artikel ontbreken afbeeldingen.

We zijn specifiek op zoek naar: Standfoto van het ras

Als je dit artikel aan wilt vullen kun je op bewerk klikken om je kennis aan dit artikel toe te voegen.