De Nederlandse paardensporttop beleefde vandaag een primeur: twintig springruiters, drie eventingruiters en de negen atleten van de olympische dressuurequipe ondergaan vandaag op Papendal een fitheidtest. Een handvol onafhankelijke medici en fysiotherapeuten onderzoekt door middel van diverse tests onder meer onze conditie, kracht, coördinatie, behendigheid en reactiesnelheid. Het zegt natuurlijk iets over onze sport dat dit voor de eerste keer in de geschiedenis gebeurt. Ik vind het te waarderen dat dit initiatief nu, zeven maanden voor de Spelen van Hongkong, wordt genomen.
Maar het is natuurlijk wel frappant als je het verschil ziet tussen hoe wij voor onze paarden zorgen of voor onszelf. De paarden krijgen elke denkbare verzorging. Ze worden regelmatig gecheckt door fysiotherapeuten en veterinairs, hun bloed wordt gecontroleerd en trainingen worden aangepast aan hun welzijn. We doen echt alles om onze paarden fit en gezond te houden.
Het is een algemeen fenomeen dat ruiters voor zichzelf een stuk slordiger zijn. Dat heeft ook wel zijn oorzaken. Zo rijden ze vaak vijf tot acht uur per dag paard en hebben daarmee al veel lichaamsbeweging. En de springruiters zijn bijna elk weekend op concours. Dan ben je voortdurend in de weer met je paarden. Met zo’n ongeregeld leven is het lastig je trainingsschema vol te houden. Niet elk hotel beschikt nu eenmaal over een ’gym’. En natuurlijk kan je overal hardlopen, maar op concours is vaak het wedstrijdschema ook al erg vol.
Bij ons thuis hamert mijn partner Sjef er al jaren op dat ik mijn eigen lijf zo goed mogelijk onderhoud, óók door krachtsinspanning en training zonder paard. Hij is ervan overtuigd dat dat mij een meer complete amazone maakt. Ik weet dat hij gelijk heeft. Maar elke dag vijf uur inspanning op het paard, de zorg voor twee kinderen én alle andere beslommeringen vergen gewoon heel veel tijd en energie. Ik heb niet elke avond de puf om dan nog eens hard te lopen of gewichten te tillen.
Aan de andere kant, ik heb er wel baat bij. Zo heb ik het laatste jaar serieus getraind op de kracht in mijn linkerbeen. In 2003 viel ik van één van mijn paarden en brak daarbij mijn been. Eigenlijk heb ik daar heel lang last van gehouden en tot de dag van vandaag merk ik dat de kracht en coördinatieverhouding in mijn linker- en rechterbeen niet hetzelfde zijn. Door daar in het krachthonk op te trainen is de balans verbeterd.
Toch verwacht ik dat dat linkerbeen er vandaag in die fitheidtest nog wel eens als zwakke plek uit kan komen. Voor de rest maak ik me eigenlijk helemaal geen zorgen. Ik denk dat het met mijn fitheid eigenlijk gewoon goed is gesteld. Oké, ik heb niet de longinhoud of spieropbouw van een marathonloopster, maar dat wil ik ook niet. Mijn lijf moet optimaal zijn voor de paardensport. Dat is mijn doel.
En de consequenties van de fitheidtest? Nee, het wordt geen strafbank. Iedere ruiter krijgt uiteindelijk een eigen programma mee. Natuurlijk wordt er vervolgens door de bondscoaches na verloop van tijd verbetering verwacht. Maar dat lijkt me op dit niveau niet meer dan normaal.