Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Fjordenpaard

Uit Bokt
(Doorverwezen vanaf Fjord)
Het Fjordenpaard
Fjordhoofd.jpg
Ansgarstandfoto.jpg
Stokmaat: tussen 1,30 en 1,50 meter
Kleur: wildkleur
Land van herkomst: Noorwegen
Link naar stamboek: http://www.fjordstudbook.com

http://www.fjordhest.no

Het Fjordenpaard is een sterk en sober paard dat hard kan werken en dan ook op heel veel manieren wordt ingezet. De rechtopstaande manen en de wildkleur geven het Fjordenpaard zijn kenmerkende uiterlijk.

Geschiedenis

Oorspronkelijk werd de Fjord voornamelijk in westelijk Noorwegen door boeren gefokt. De Noorse naam is daarom nog altijd “Vestlandhest”, wat letterlijk westlandpaard betekent. Rond 1600 heeft dit primitieve ras zich over heel Noorwegen verspreid. De geschiedenis start pas echt rond 1850.

De paarden werden gebruikt in de bosbouw en als vervoersmiddel: met zijn stevige draf werd de Fjord voor een lichte wagen (en ’s winters een slee) gespannen en zo vervoerde men zich door het land. De strenge winters en de voedselschaarste hebben de Fjord gemaakt tot wat hij vandaag de dag is: een goed winterhard en sober paard.

De naam van het Fjordenpaard komt van het bekende natuurfenomeen van Noorwegen: de fjorden. Een fjord is een metershoge en diepe kust inham.

Na de Tweede Wereldoorlog groeide de vraag naar een goedkoop en sterk landbouwpaard. De paarden moesten werkwillig zijn, en sterk genoeg om de ploegen te kunnen trekken en bijvoorbeeld de karren voor het stro. De keus viel op het Noorse Fjordenpaard, wat deze eigenschappen allemaal bezit.

In de herfst van 1954 werden 50 Fjordenmerries uit Denemarken gehaald, om de geschiktheid van dit paard te kunnen proberen. De boeren die meewerkten aan deze proef waren bijzonder enthousiast. Al snel wilde men ook in Nederland gaan fokken met dit paard.

Grondleggers

De Noren wilden graag een wat grotere fjord. Hiervoor werd tussen 1855 en 1861 geëxperimenteerd met de inheemse Døle. De kruisingen waren geen succes. Tussen 1892 en 1910 werd een nieuwe poging ondernomen met de hengst Rimfakse. Dit was een kruising tussen een Zweedse koudbloedmerrie en een Døle hengst. Hij heeft een slechte invloed op de fokkerij gehad. Zijn nakomelingen waren veelal slecht van karakter, hadden grof beenwerk en een lompe uitstraling. Er was echter 1 landstreek waarin het zuivere fjordenpaard behouden bleef. In die landstreek verbleef de hengst Rosendalsborken I 8. Geboren in 1863, 1,46 meter hoog, hard, droog beenwerk en gezegend met ruime gangen. Hij zou in de huidige fokkerij nog steeds goed passen. Helaas heeft hij niet veel invloed gehad in de fokkerij. Veel mensen geloofden nog in de verbetering die Rimfakse teweeg kon brengen.

Gange Rolv I 42 bracht uiteindelijk een ommekeer teweeg. Hij was nog raszuiver en werd daardoor grondlegger van de 3 belangrijkste hengstenlijnen.

Gange Rolv werd in 1874 in Nordfjord geboren. In die tijd werd er gemeten met bandmaten. Gange Rolv had een bandmaat van 1,50 meter wat nu vergelijkbaar is met een stokmaat van ongeveer 1,40 meter. Hij was voor die tijd een grote hengst.

Stamvaders:

- Njål 166

- Kåre 189

- Baronen 193

De Fjord stamt af van bovenstaande hengstenlijnen. Echter, zowel Njål als Baronen stammen af van dezelfde hengst: Gange Rolv. Men kan dus ook spreken over een Gange Rolv lijn.


Njål 166 Deze lijn is overheersend in de Gange Rolv lijn. Als men kijkt naar de afstamming van een willekeurige Fjord zal er altijd Njål bloed in terug te vinden zijn.


Njål werd in 1891 geboren. Hij was nauw verwant aan Gange Rolv:

Stamboom Njal.jpg

Njål had een vrij donker hoofd, met een lichaamskleur die iets lichter was dan de gangbare brunblakken. Hij had een uitzonderlijk goed karakter wat hij vrijwel altijd doorgaf aan zijn nakomelingen. Ook beschikte hij over goed beenwerk, sterke en stevige kniegewrichten, een goed gebit en een goede hengstenuitdrukking. Njål kreeg op de keuring een 2e premie voor exterieur. Hij kreeg 20 zonen en 74 dochters die in het stamboek werden ingeschreven.


Baronen 193

Baronen werd geboren in Utvik, Noorwegen in 1894. Als veulen werd hij verkocht aan Lars Rønneberg in Sunnmøre die hem in 1898 op de keuring voorbracht. Hier behaalde hij een 2e premie. In 1905 werd hij opnieuw verkocht en nogmaals op de keuring voorgebracht. Dit maal ging de hengst met een eerste premie naar huis. Baronen had een zware voorhand met een vrij brede borst. Zijn middenhand was wat ondiep en zijn kruis kort en rond.

De bloedlijn van Baronen ziet er zo uit:

Baronen.jpg

Wat opvalt is dat de hengst Aldor 65 tweemaal in de lijn voor komt. Aldor werd geboren in 1879. Aldor was licht van kleur. Zijn vader was Fridtjov. In 1884 behaalde Aldor in Stavanger nog een 3e premie.

Baronen is in 1917 geslacht. Hij had op dat moment 30 geprimeerde stamboekzonen waarvan de belangrijkste Friman 268 en Håkon 302 waren.


Kåre Rond 1900 zat Noorwegen nog compleet in de Rimfakse-hype. Alleen in Sunnmøre hield men de zuivere fjorden aan. Njål 166 was het middelpunt. Baronen 193 bracht na enige tijd ook wat bloed in de fokkerij aldaar. In 1910 werd echter de hengst Kåre 189 ingezet en daarmee zorgde men voor wat meer variatie. Het was een hengst met een stokmaat van 1.44m wat voor die periode groot was. Kåre is geboren in 1893 op Sunnmøre en in 1897 naar Nordfjord verkocht alwaar hij een 2e premie kreeg. Een jaar later werd hij naar Larvik verkocht. Daar heeft hij 10 jaar gedekt en zijn grootste deel aan nakomelingen gekregen. Alleen al in Nordfjord had Kåre 20 stamboekzonen en 34 stamboekdochters.

De afstamming van Kåre is niet helemaal bekend. Wat men wel weet is dat zijn moeder een licht isabel merrie was en dat moedersmoeder een ulsblakke was.

Van vaderszijde was hij verwant aan de hengst Gudbrand 17 een kleinzoon van de Tscherkesserhengst Karages 3, een kruising met Arabisch bloed. Hierdoor waren Kåres nakomelingen zeer elegant. Echter waren velen ook wat ondiep en overbouwd. Ze hadden wel allemaal de brunblakke kleur.


Rei Halsnaes

Deze hengst heeft niets met de stamvaders te maken, maar is wel heel belangrijk geweest. Rei Halsnaes is geboren in 1971 in Denemarken, het 2e stamland van het Fjordenpaard. In de fokkerij van nu vind je ontzettend veel bloed van deze hengst terug. Dat is niet zo vreemd, want hij heeft talloze goedgekeurde zonen verspreidt over de hele wereld en een compleet leger van elite merries. Hij werd in de dressuur tot 50 keer geplaatst! Rei Halsnaes stamt af van Reidulf Ree 1664 en Horskjaers Eid DK471. Op dit moment probeert men wat minder met dit bloed te fokken. Rei Halsnaes stierf op 7-8-1992.

Exterieur

De manen van een Fjord

De Fjord heeft manen die vaak zo worden geknipt dat ze rechtop komen te staan en komt alleen voor in verschillende variaties van wildkleur. Het lijkt hierdoor sterk op het Przewalskipaard. Waarschijnlijk is er voor vele jaren inteelt toegepast, wat geleid heeft tot een bijzonder stevig paard.
Fjorden komen voor in 5 kleuren Iedere kleur is een variatie op de wildkleur.

Een Brunblakk Fjord

Brunblakk is de meest voorkomende kleur, en wordt ook wel 'isabel' genoemd. Het komt voor in lichtere en donkere variaties. De kleur van het lichaam is vaal geelbruin, en kan variëren tussen roomkleurig tot bijna bruin. De "midtstol" (de donkere streep haar in het midden van de manen), de "halefjaer" (donkere haren in het midden van de staart) zijn zwart of donker bruin.

De lichtere paarden hebben een witte kuif en witte haren aan de buitenkanten van de manen. Bij donkere dieren zijn deze haren eveneens wat donker gekleurd.


Een Rodblakk Fjord

Rodblakk ofwel roodvaal, is de lichaamskleur vaal roodgeel, en komt ook voor in verschillende tinten van licht tot donker. In sommige gevallen is het moeilijk verschil te zien tussen bruin of roodvaal. Bij de roodvale is de midtstol (zie brunblakk) en halefjaer (zie brunblakk) rood of roodbruin van kleur, donkerder van kleur dan de lichaamskleur, maar nooit zwart. Manen en staart zijn meestal vrij licht en bij de lichtere types roodvaal zijn deze vaak geheel wit.



Een Grå Fjord

Grå ofwel grijsvaal, ook wel blauw genoemd. Deze paarden hebben een lichaamskleur die varieert van licht zilvergrijs tot diep donkergrijs. "Midtstol", aalstreep en "halefjaer" zijn donkerder dan de lichaamskleur. De voorlok en de neus zijn zaak donker in contrast met de lichaamskleur. Bij de donkere dieren kunnen manen en staart erg donker zijn. Als voor deze kleur hetzelfde patroon gebruikt zou worden als bij de andere kleuren zou de naam zwartvaal moeten zijn, maar deze naam wordt nooit gebruikt.



Een Ulsblakk Fjord

Ulsblakk is een onderdeel van de bruinvale kleur, die veroorzaakt wordt door een factor in de genen die de productie van pigment reduceert, de zogenoemde verdunnende factor.

De kleur van het lichaam is bijna wit of roomwit. "Midtstol", aalstreep en "halefjaer" zijn zwart of grijs. Manen en staart zijn een tint lichter dan de lichaamskleur.


Een Gulblakke Fjord

Gulblakk ook wel geelvaal, is de minst voorkomende Fjordenpaarden-kleur. Het is een variatie van de roodvale kleur, die veroorzaakt wordt door dezelfde verdunnende factor als bij het Ulsblakk. De kleur van het lichaam is hierbij roomkleurig , "midtstol", aalstreep en "halefjaer" zijn een donkerder tint roomwit. Voorlok, manen en staart kunnen geheel wit zijn en bij zulke dieren kan de aalstreep onduidelijk te zien zijn.


Verdere kenmerken zijn de zebrastrepen op de voor en achterbenen (hoewel niet iedere fjord deze heeft). Wat ook veel voorkomt zijn de zogenoemde ‘gewolkte’ benen, die vanaf de voorknie donker bruin zijn. De aalstreep die begin in de maantop, doorloopt door de manen, over de rug tot in de staart. Ook de meelsnuit (de lichter gekleurde snuit) is een kenmerk van de Fjord.

Witte aftekeningen zijn niet ongewoon (witte voetjes of een kol) maar niet gewenst. Het stamboek schrijft hierover: “Bewaar de originele kleuren van het ras en de oeraftekeningen. Alle variaties van de geaccepteerde Fjordenpaarden kleuren moeten behouden blijven. Voorkom het doorfokken van aftekeningen welke niet typisch zijn voor het ras. (Een kleine kol kan geaccepteerd worden.) Over het exterieur word verder gezegd: “Het gestelde foktype moet bewaard blijven; Klein en welgevormd hoofd, plat voorhoofd, heldere en kalme expressie, rechte of licht gewelfde neusrug, kleine, met de punt naar voren gerichte en breed uit elkaar geplaatste oren. “ Er zijn 2 types fjord te onderscheiden: de ouderwetse fjord. Wat kleiner van maat, wat korter in de rug en een kort nek, vaak is de bouw van deze paarden iets hoekig. De nieuwerwetse of rijtypische Fjord. Deze is wat groter, langer in de rug, met een langere nek en een wat rondere bouw.[1]

Karakter

Fjorden staan bekend om hun werkwillige, soms wat eigenwijze karakter. Veel Fjorden hebben er een handje van om hun eigenaar of berijder uit te proberen. Een consequente aanpak is bij deze paarden zeker niet overbodig. Als een paard eenmaal doorheeft wie de baas is gaan ze voor je door het vuur, het zijn hele trouwe paarden.

Fjorden zijn kalm van aard, over het algemeen niet snel onder de indruk van iets, wat deze dieren ook uitermate geschikt maakt voor het gebruik buiten de piste.

Natuurlijk verschilt het karakter van paard tot paard.

Gebruik

Vaak worden Fjorden gebruikt voor de recreatie. Door een groot uithoudingsvermogen en vlakke gangen zijn ze zeer geschikt voor langere ritten. Vaak worden Fjorden aangezien voor de ideale kinderpony door zijn lieve karakter. Zijn kracht en eigenwijsheid echter maken dat ze niet altijd even geschikt zijn voor beginners.

Van oorsprong worden ze gebruikt voor de wagen, in de bosbouw en in de landbouw.

Tegenwoordig word de Fjord steeds populairder in de sport. Steeds meer mensen gaan inzien dat Fjorden juist door het werkwillige karakter geschikt zijn om dressuur- of springwedstrijden te lopen.

Foto's

Social media

Facebook:


Bronnen, referenties en/of voetnoten