Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!
Afvaardiging Olympische Spelen
In dit artikel vind je een overzicht van de afvaardiging per land per Olympische Spelen.
Olympische Spelen 2012
In totaal doen er 7 landen mee aan alle disciplines van de Spelen van 2012. Dit zijn, naast gastland Groot-Britannie:
- Australië
- Canada
- Duitsland
- Verenigde Staten van Amerika
- Zweden
- Nederland
Nederland neemt daarmee voor het eerst sinds de Olympische Spelen van 1992 deel aan alle drie de Olympische disciplines met een team. In totaal komen er 200 ruiters uit in de disciplines dressuur, eventing en springen en die vertegenwoordigen 41 landen. Overigen feiten:
Deelname
- 24 landen: Antigua, Australië, België, Brazilië, Canada, Colombia, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Japan, Marokko, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Verenigde Staten en Zweden
- 11 teams: Australië, Canada, Colombia, Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Spanje, Verenigde Staten en Zweden
- 3 landen vertegenwoordigd door een team en een individu: Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland
- 50 ruiters
Springen
In de springsport komen ruiters uit 26 landen aan de start. Daaronder15 teams, aangevuld met 15 individuele ruiters uit elf landen, met een maximum van twee ruiters per land. In de springsport bestaat een team uit maximaal vier combinaties en minimaal uit drie. Bij een team met vier ruiters mag het resultaat in de onderdelen die meetellen voor het teamresultaat van de slechtst presterende ruiters per manche worden geschrapt. In totaal nemen 75 springruiters deel aan de Spelen.
Dressuur
In de dressuur komen in totaal ruiters uit 24 landen aan de start. Elf landen komen met een team bestaande uit drie combinaties aan de start, aangevuld met 17 individuele combinaties, waaronder een vierde individueel deelnemende ruiter voor Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland. In de landenwedstrijd voor de dressuurruiters, waarvan het klassement pas wordt opgemaakt na de Grand Prix én de Grand Prix Special, kent men geen schrapresultaat en tellen alle drie de prestaties mee. In totaal nemen 50 dressuurruiters deel aan de Olympische Spelen.
Eventing
In de eventingsport komen ruiters uit 22 landen aan de start. Veertien landen komen met een team aan de start bestaande uit minimaal drie en maximaal vijf combinaties. Daarnaast is er plaats voor 17 individuele combinaties. Via de geschoonde ranking lijst van de FEI per 1 maart 2012 wisten vier Australische combinaties en drie Nederlandse combinaties zich te plaatsen voor de Olympische Spelen, waardoor het aantal teams in de discipline eventing op 14 is komen te staan. Er komen acht landen in de eventingwedstrijd aan de start met individuele deelnemers. Ook in de discipline eventing telt het resultaat van de beste drie combinaties. Voor de beste 25 combinaties in het individuele klassement - na dressuur en cross country - staan er op de afsluitende dag twee springparcoursen op het programma, die op één dag worden afgewerkt. Het eerste springparcours levert het resultaat voor de teamprestatie, het tweede springparcours telt mee voor het individuele klassement. Het totaal aantal deelnemers aan de eventingwedstrijd in Londen is 75.
Olympische Spelen 2008
Dressuur
Teamcompetitie
De teamcompetitie werd in 2008 verreden door door drie ruiters voor elk land. Alleen de Grand Prix proef telt voor de teamcompetitie. De score van de ruiters wordt bij elkaar opgeteld en door drie gedeeld, het team met het hoogste gemiddelde percentage wint.
Individueel
De Grand Prix proef uit de teamcompetitie geldt als kwalificatie voor de individuele wedstrijden: de beste 25 ruiters mogen door. In de individuele competitie wordt eerst de Grand Prix Special verreden, de beste 15 ruiters mogen door naar de Grand Prix kür op muziek. De ruiter met het hoogste gemiddelde uit deze twee proeven wint het goud.
Springen
Teamcompetitie
Het springen bestaat (als er geen gelijke stand ontstaat) uit vijf manches. De eerste wedstrijddag wordt een parcours gesprongen wat telt als kwalificatie voor de individuele competitie en waaruit de startvolgorde voor de eerste manche wordt bepaald. Het hoogst gekwalificeerde team, start als laatste. Deze wedstrijd telt niet mee voor de uitslag van de landencompetitie. Alle ruiters beginnen in de eerste manche van de landenwedstrijd op nul en springen een parcours. In de tweede manche van de landenwedstrijd springen alleen de beste 8 teams en de beste 18 individuele ruiters (uit de eerste landenwedstrijd en het kwalificatie-parcours): in totaal 50 ruiters. Het team waarvan de drie beste ruiters het minst aantal strafpunten bij elkaar hebben gesprongen in de twee wint het goud. Als er een gelijkspel ontstaat tussen twee teams, wordt er een barrage op tijd gesprongen.
Individueel
De 35 best geplaatste ruiters uit de eerste drie parcours (een eventuele barrage telt niet mee) met een maximum van drie ruiters per land mogen door naar de individuele competitie: elke ruiter begint weer op nul strafpunten. De 20 best geplaatste ruiters springen nog een laatste parcours. Het goud gaat naar de ruiter die in deze laatste twee parcours de minste strafpunten heeft behaald. Als ruiters gelijk eindigen kan weer een barrage worden gesprongen.
Eventing
Teamcompetitie
De teamcompetitie van de Eventing bestaat uit drie onderdelen: een dressuurproef op Z2-niveau, een cross country parcours met vaste hindernissen en een gewoon springparcours dat rond de 1.20 staat, vergelijkbaar met M-niveau. De score van de dressuurproef wordt omgezet in een aantal strafpunten. Hier worden de strafpunten van de cross bij opgeteld ( 20 strafpunten voor een weigering, 40 punten voor een tweede weigering op dezelfde hindernis en 0.4 strafpunt per seconde tijdoverschrijding), evenals de strafpunten voor het springparcours (3 voor een weigering, 4 voor een balk, 1 strafpunt per seconde tijdoverschrijding). Van de 5 ruiters die een team mag hebben tellen alleen de drie ruiters met de minste strafpunten, het team met de minste strafpunten wint goud.
Individueel
Om te komen tot de individuele winnaar van de cross wordt nog een superfinale gereden. De 25 ruiters die het beste geëindigd zijn in de teamcompetitie, springen nog een aangepast parcours met minder hindernissen. Van elk land mogen enkel de drie ruiters met het minste aantal strafpunten starten. Eventuele strafpunten uit deze rondgang worden opgeteld bij het aantal strafpunten uit de dressuur, cross en het eerste springparcours. Degene met de minste strafpunten wint de individuele competitie. [1][2]