Springen, KNHS
Foto door Mabon
Goed losrijden voor een springwedstrijd is heel belangrijk. Dat is niet altijd makkelijk, vooral als er op drukke wedstrijden veel ruiters in de baan zijn. In onderstaande video vertelt de KNHS de belangrijkste do's and don'ts bij het losspringen.
Of je net begint met springwedstrijden of al meer ervaren bent - het kan geen kwaad om even aandacht te besteden aan de etiquette van het losrijden. Hoe begin je met losspringen? Hoe bouw je een kruisje of een oxer, van welke kant rij je de hindernissen aan en mag iemand anders je paard losrijden? Waar zijn veiligheidslepels voor en mag je na 1 april 2017 nog een grondlijn áchter de hindernis leggen? Deze vragen worden beantwoord in de video. Wat niet in de video staat, maar wel in de reglementen is opgenomen is dat je op het voorterrein maximaal 10 cm hoger mag springen dan de hoogte van het te springen parcours.
Onderstaande regels zijn de zogenaamde ongeschreven regels:
Op welke hand rij je los?
De hindernissen zijn zo opgesteld dat het logisch is dat er maar in 1 richting losgereden wordt. Vaak is dit linksom. Als de losrijruimte groot genoeg is of als het niet zo druk is, dan kun je best even op de andere hand rijden. Let dan wel op dat je andere combinaties niet in de weg rijdt.
Stappen op de buiten- of binnenhoefslag?
Voor wat betreft het stappen op de buiten- of binnenhoefslag is niets geregeld. Als je stapt is het belangrijk dat je ruimte geeft aan deelnemers die willen inspringen. Met meerderen naast elkaar stappen is echt vervelend voor anderen en dus “not done”.
Stilstaan, waar doe je dat?
Stilstaan doe je bij voorkeur in een hoek of in het midden van het losrijterrein. Midden op de lange zijde is natuurlijk niet echt handig.