Dit ga ik zeggen:
Het was 27 April 2004 en ik zat niets vermoedend op mijn werk, de telefoon ging, het was ma. Ze zei dat er iets heel ergs was gebeurd. Ik zette me schrap op mijn bureaustoel maar toch kwam de klap keihard aan. Ze zei me dat je was omgekomen bij een motorongeluk.
Het kan toch niet waar zijn, mijn Arjan? is hij er echt niet meer?Hoe kan dat nou, pas was hij nog bij ons, van de week had ik hem nog aan de telefoon, wat is er gebeurd?
De eerste rit van dit jaar, je motor was weer als nieuw en jij was apetrots. Je ging een stukje rijden maar daar was ineens die auto, je ging vol in de rem maar het was te laat….
Waar waren die beschermengeltjes nou die altijd op je schouder zaten als je weg ging met de motor? Ik had ze nog zo gezegd bij je te blijven!
Nu zal ik het zonder jou moeten doen en tot nog toe valt me dat heel erg zwaar. Ik zoek naar houvast, een sprankje hoop maar die vind ik nauwelijks. Jij vrolijk mannetje laat zo’n enorme leegte achter, die vul je zomaar niet op.
Vaak denk ik aan maart, toen je bij ons was met Johan. Als ik toen had geweten dat dat de laatste keer zou zijn … dan had ik je op een troon gezet en als een vorst behandeld. Dan zou ik alles doen wat je van me vroeg.
In plaats daarvan heb ik je een zware wasmachine naar zolder laten tillen. In die week zijn Dirk en ik verhuisd en jij was erbij net als toen ik naar de friezenpoort verhuisde. Je zei nog dat dit de laatste keer was, de volgende keer moest ik het zelf doen.
Ik dacht nog, dat zegt ie nu maar hij is er toch wel weer bij, want zo is hij, mijn broertje!
In gedachten zal je er ook zijn want ik laat je niet los. In mijn hart heb je een hele grote kamer helemaal voor jou alleen. Ik denk aan je, 24 uur per dag!
Lieve Arjan, waar je ook bent, denk je ook een beetje aan mij?