Bokt community
AstridJ (links) en redactielid Sanne (2e van rechts) met Pat Parelli (cowboyhoed) en springruiters
Nicola en Olivier Philippaerts. Foto: Level Up.
Deze maand hebben we een Bokker gevonden met een bijzonder beroep bereid gevonden om onze vragen te beantwoorden: AstridJ is Grafisch Ontwerper en ze geeft 2 paardenmagazines uit. Hieronder legt ze uit wat een grafisch ontwerper precies doet en wat er allemaal komt kijken bij het uitgeven van een magazine.
* Voor wie je niet kent: kan je jezelf voorstellen?
Ik ben Astrid Klomp, 51 jaar jong en ik woon in een klein dorpje vlakbij Eindhoven samen met mijn man, twee Australian Shepherds, twee katten, twee mini’s en een Quarter Horse. Ik ben grafisch ontwerper en werk alweer 21 jaar als zelfstandige vanuit huis.
* Je bent grafisch ontwerper. Kan je uitleggen wat dat precies inhoudt?
Een grafisch ontwerper ontwerpt eigenlijk alles wat gedrukt kan worden zoals bijvoorbeeld brochures, folders, flyers, verpakkingen en magazines maar ook logo’s en huisstijlen, of websites. Voor mij is het nog een stukje breder want ik maak ook nog illustraties en visuals (het in beeld brengen van een idee), en daarnaast DTP (opmaak) en fotografie.
* Je geeft 2 paardenbladen uit. Hoe ben je op dit idee gekomen? En hoe ben je bij deze onderwerpen/thema’s gekomen?
Eigenlijk maak ik al heel mijn leven ‘boekjes’ die ik zelf tekende en ontwierp. Toen ik 11 jaar oud was maakte ik mijn eerste paardenmagazine, de ‘Floris’, met strips, verhalen en wetenswaardigheden over paarden. Ik heb er in totaal drie gemaakt, want omdat ik alles met de hand tekende deed ik er een jaar over. Later ben ik naar het Grafisch Lyceum gegaan en ik ben daarna in vaste dienst gaan werken bij verschillende reclamebureaus.
De "Floris", die Astrid maakte toen ze 11 was.
Dat heb ik 9 jaar gedaan en in 2000 ben ik voor mezelf begonnen. De eerste jaren heb ik vooral veel freelance gewerkt op reclamebureaus. Voor mijn opdrachtgevers maakte ik regelmatig magazines en dat vond ik het allerleukste om te doen. Ik reed al een aantal jaren western en had twee Quarter Horses, en zo kwam ik eigenlijk op het idee om daar een magazine over te gaan maken. Het moest een informatief en gezellig magazine worden voor alle westernruiters. Ik ben een jaar bezig geweest met de voorbereidingen. Hoe het blad er qua vormgeving uit moest gaan zien, wat voor onderwerpen, welke terugkomende rubrieken, adverteerders zoeken, hoe je het qua verzending en administratief aan gaat pakken, er komt veel bij kijken. Het eerste nummer werd een soort proefnummer om te kijken of het wel aan zou slaan bij de westernruiters. Drukwerk en verzenden is duur, dus het werd een hele investering omdat ik het proefnummer laag wilde houden qua verkoopprijs. Ik deed alles zelf, ook het schrijven van de teksten, op een aantal artikelen na die geschreven waren door gastschrijvers. Het eerste nummer was nog niet zo denderend, maar zoiets moet natuurlijk ook groeien. Toch waren de reacties heel positief en enthousiast, dus ik besloot ermee door te gaan. Ik had een aardige vaste klantenkring opgebouwd als zelfstandige en dat werk wilde ik er zeker bij blijven doen, dus het westernmagazine werd een kwartaalblad zodat ik het kon combineren met mijn werk. De naam werd ‘Paints & Quarters western riding magazine’. Van die naam had ik al vrij snel spijt omdat er ook westernruiters zijn die niet met een Paint of Quarter western rijden, en die voelen zich niet aangesproken tot die titel. Maar een naamsverandering heeft nogal grote consequenties en ik koos ervoor om het voorlopig zo te laten. Uiteindelijk heb ik de naam pas veranderd bij nummer 40, dat was vorig jaar. Het magazine heet nu ‘The Western Rider magazine’.
Astrid met Anky en haar quarter Whiz. Foto: Paints & Quarters Western Riding Magazine.
Toen ik drie jaar bezig was met het magazine bood een kennis aan om mee te helpen. Ze is ook grafisch ontwerper en westernruiter en qua ontwerpstijl sloot ze erg aan bij die van mij. Het was wel fijn om te kunnen sparren met iemand met dezelfde denkwijze en zo kwamen we ook op nieuwe ideeën. Zo ontstond het idee voor nog een magazine, een magazine over horsemanship. Horsemanship was (en is) erg in opkomst en er was nog geen magazine over, en het had natuurlijk onze interesse anders kan je er geen magazine over maken. Onze mening en insteek was dat elke ruiter, ongeacht welke discipline en rijniveau, baat heeft bij horsemanship. Horsemanship is de basis voor onderling begrip tussen mens en paard, en dat is best complex. Er zijn heel veel verschillende methodes maar wel allen met hetzelfde doel, en dat maakt het heel interessant en leerzaam. Het brengt je samen met je paard naar een hoger level. Zo werd Level Up horsemanship magazine geboren.
* Wat is het leukst aan het uitgeven van een paardenmagazine? En wat het moeilijkst?
Het leukste is, naast het maken van het magazine zelf, de mensen die je ontmoet. Gepassioneerde paardenmensen met kennis van zaken, dat is ontzettend leerzaam. Het is wel heel erg tof om gesprekken te mogen voeren met mensen als Anky van Grunsven, Pat Parelli en Chris Irwin.
Het moeilijkste vind ik denk ik het halen van de deadlines. Een magazine maken kost ontzettend veel tijd en ik moet regelmatig nachten doorwerken om een deadline te halen. Dat is het enige waar ik weleens slapeloze nachten van heb, letterlijk en figuurlijk dus.
* Wat komt er allemaal bij het uitgeven kijken?
Er komt meer bij kijken dan je in eerste instantie denkt. Het maken van het magazine zelf is eigenlijk maar een klein onderdeel. De meeste tijd gaat zitten in de voorbereidingen: het zoeken van onderwerpen, het afspreken en maken van interviews, het contact met en het aansturen van tekstschrijvers, het uitschrijven van teksten, contact onderhouden met adverteerders, teksten laten nalezen en checken op spelfouten, fotograferen of fotografen om toestemming vragen van het plaatsen van foto’s en hoge resolutiefoto’s opvragen, en het belangrijkste: zorgen dat je alles op tijd binnen hebt voor de deadline. Daarna kan de opmaak en vormgeving van het magazine beginnen. Als de opmaak klaar gaat er een PDF per artikel naar de tekstschrijver of geïnterviewde ter controle en daarna nog naar iemand die het nogmaals checkt op spelfouten. Daarna wordt de opmaak technisch drukwerkklaar gemaakt en kan het naar de drukker. De drukker doet er ongeveer 1,5 week over om het te drukken. Als de magazines gedrukt zijn worden de adressen van de Nederlandse abonnees voorzien van een code voor PostNL en daarna worden de etiketten gemaakt. Vervolgens worden de magazines geseald en het adresetiket bijgevoegd. De ingepakte magazines worden gesorteerd aangeleverd bij het distributiecentrum die het weer gesorteerd aanleveren bij PostNL. Bij PostNL worden de magazines verder verwerkt en drie tot vier dagen later bij de abonnees bezorgd. Het verzendproces duurt in totaal 1,5 week. Dus als het magazine n
Astrid en Chris Irwin, met een exemplaar van Level Up.
Dan heb je ook nog het stukje abonnementenadministratie. Er moet bijgehouden worden wanneer abonnees een nieuwe factuur moeten ontvangen, facturen moeten gemaakt worden, betalingen moeten gecheckt worden, adreswijzigingen en opzeggingen moeten gedaan worden en vragen van abonnees moeten beantwoord worden.
Daarnaast heb je ook nog het onderhoud van de website en het bijhouden van de social mediapagina’s.
Ook staan beide magazines regelmatig op evenementen met een stand waar ook weer een hoop werk en voorbereiding bij komt kijken.
Verder moet je ook tijd stoppen in promotie en bekendmaking van je magazine. Mensen van je doelgroep moeten je natuurlijk weten te vinden en weten dat je bestaat.
Adverteerders zijn ook belangrijk want zonder adverteerders kan je magazine niet bestaan. Dus ook in advertentieacquisitie moet je voldoende tijd steken.
* Gaat er weleens iets mis bij het uitgeven?
Even afkloppen, maar tot nu geen grote missers gelukkig. Het grootste risico is het drukwerk. Het drukwerk is de grootste kostenpost en als daar iets mis gaat door een fout van jezelf dan ben je zo een hoop tijd en geld kwijt. Ik vind het elke keer weer heel spannend als het drukwerk binnenkomt. Het scheelt natuurlijk dat ik veel ervaring heb met drukwerk en de technische opmaak, dus gelukkig gaat het niet snel fout. Maar als er bijvoorbeeld een tekstfoutje of een andere fout instaat dan baal je wel natuurlijk. Ook al wordt de opmaak voordat het naar de drukker gaat door verschillende mensen gecheckt op fouten, er sluipt altijd wel een klein foutje in die iedereen over het hoofd heeft gezien. Ik zie dat zelf vooral omdat ik een nummer natuurlijk van A tot Z ken omdat ik het zelf gemaakt heb, een lezer zal het waarschijnlijk niet eens opvallen.
Mark Rashid met Paints & Quarters. Redactielid Christa woont in Texas
en heeft daar verschillende keren een interview gedaan met Mark Rashid.
Foto: Paints & Quarters Western Riding Magazine.
* Heb je tips voor iedereen die ook een magazine zou willen uitgeven?
Ik heb eigenlijk maar één goede tip, en dat is, begin er niet aan, hahaha. Het is ontzettend veel werk en je werkt ook vaak nog ’s avonds laat en in de weekenden. Ook is meestal niet erg rendabel en de tijdschriftenmarkt is heel lastig, vooral als je een specifieke doelgroep hebt. Ik heb de laatste jaren heel wat magazines zien komen en gaan. Het moet echt je passie zijn, je moet kennis van zaken hebben en heel veel zelf kunnen doen.