De grieken wilden met hun standbeelden, die ons vooral via romeinse kopieen bekend zijn, het menselijk lichaam zó weergeven als het in werkelijkheid was en zo als het idealiter moest zijn.
De dikgedrukte woorden moet je met een woordsoort benoemen. Ik dacht dus dat 'wilden' in de eerste zin een zww is. Waarom? Omdat komma's en voegwoorden de zinnen toch als het ware van elkaar 'scheiden'? Dus dan is dat het enige ww in de zin en dus zww. (dacht ik..) Verder had ik die andere wel goed.

Ik heb hier echt heel veel moeite mee altijd.
