Urielle schreef:Gijs klinkt als competenties op zijn Jip en Jannekes (ik dacht dat het een docent was ofzo

)
Inderdaad.. Bij ons zag dat er nét iets anders uit:
Citaat:
1) Interpersoonlijk competent
• Beheerst sociale en communicatieve vaardigheden, zoals gespreks-, luister- en feedbackvaardigheden
• Kan sociale interacties in een klas herkennen en verklaren
• Schept een klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling
• Spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag en stimuleert gewenst gedrag
• Maakt leerlingen medeverantwoordelijk voor een goed werk- en leefklimaat in de klas
2) Pedagogisch competent
• Heeft een beeld van de leef- en belevingswereld van 12-18 jarigen
• Stemt zijn taalgebruik en omgangsvormen af op zijn leerlingen
• Stimuleert zelfstandigheid en initiatief van leerlingen
• Herkent en houdt rekening met verschillen tussen leerlingen
• Signaleert ontwikkelings- of gedragsproblemen bij leerlingen en laat zien dat hij daarmee in zijn onderwijs rekening houdt
3) Vakinhoudelijk & didactisch competent
• Kan onderwijsactiviteiten voorbereiden en uitvoeren waarbij hij de vakinhoudelijke en didactische keuzes die hij gemaakt heeft onderbouwt.
• Kan evaluatiemiddelen (proefwerken, enquêtes e.d.) ontwerpen en gebruiken om te
bepalen of leerlingen voldoende hebben geleerd en of zijn onderwijs effectief is geweest
• Maakt bij zijn onderwijs gebruik van moderne middelen, waaronder ICT
• Laat zien dat hij bij het ontwerpen en uitvoeren van zijn onderwijs rekening houdt met verschillen tussen de leerlingen
• Kan eventuele leerproblemen bij leerlingen signaleren en laat zien dat hij daar in zijn
onderwijs rekening mee houdt
4) Organisatorisch competent
• Kan plannen en structureren
• Maakt werkbare afspraken met de leerlingen en hanteert die consequent
• Organiseert de praktische kant van zijn onderwijs (leermiddelen, ICT, inrichting lokaal etc.) effectief en efficiënt
• Houdt voor zijn onderwijs een lange termijn planning aan die bij de leerlingen bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen
5) Competent in het samenwerken met collega’s
• Kan in verschillende rollen samenwerken in een team
• Geeft en ontvangt collegiale feedback
• Ontwikkelt samen met collega’s (al dan niet vakoverstijgend) onderwijsmateriaal en is betrokken bij het gebruik daarvan
• Werkt met collega’s samen aan de ontwikkeling en verbetering van de school
6) Competent in samenwerken met de omgeving
• Heeft een globaal beeld van de verschillende partijen waarmee de school contact onderhoudt
• Heeft met ouders van leerlingen en andere betrokkenen contact over het functioneren van
die leerlingen
• Is op de hoogte van maatschappelijke ontwikkelingen en geeft die een plaats binnen zijn onderwijs
• Neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen
en instellingen buiten de school
7) Competent in reflectie en ontwikkeling
• Kan reflecteren op zijn eigen professionele ontwikkeling en studiegedrag
• Maakt gebruik van feedback van leerlingen en collega’s om zichzelf als docent te ontwikkelen
• Kan een onderzoek opzetten en uitvoeren t.b.v. zijn eigen professionele ontwikkeling
• Stemt zijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de school
• Kan wat hij als docent doet en wil, verantwoorden vanuit een goed doordachte visie op het beroep en zijn taken in de uitoefening daarvan