
Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
astriidj schreef:Hoezo heeft die bovenste 1 niet bindend elektronenpaar? N heeft toch covalentie 3?
En de conclusies snap ik niet..
_Sascha_ schreef:Gittekit:
pkz?ff vergeten
![]()
Mierenzuur gehalte in toiletreiniger:
25 milliliter gepipetteerd en getitreerd met 2,140 M NaOH oplossing.
Na toevoeging van 18,35 ml oplossing blijft de oplossing roze door de indicator fenoftaleine.
hoe groot is het mierenzuurgehalte in g/L?
reactievergelijking: HCOOH(aq)+ OH-(aq)--> HCOO-(aq)_ H2O(l)
18,35 mL natronloog van 2,140 M bevat 18,35mL x 2,140 M = 39,27 mmol OH-
molverhouding CH3COOH:OH- = 1:1
dus er was ook 39.27 mmol HCOOH
molariteit is dan: 39,27mmol / 25 mL = 1,571 mol/L
molaire massa HCOOH is 46 g/mol
mierenzuurgehalte is 46 x 1,571 = 72,3 g/L
snap je het zo iets beter?
Flowerpull schreef:astriidj schreef:Hoezo heeft die bovenste 1 niet bindend elektronenpaar? N heeft toch covalentie 3?
En de conclusies snap ik niet..
Oh bokt heeft mijn tekening verpest
Het was dus gewoon N met 3 Htjes eraan gebonden. N heeft inderdaad covalentie 3.
De 'formule' om het omringingsgetal te bepalen:
1 - Tel het aantal atomen dat aan het centrale atoom vast zit.
2 - Tel het aantal bindingen (dubbele binding = 2 bindingen)
3 - Bereken het aantal vrije elektronenparen. Dit is 4 - aantal bindingen (geteld bij stap 3)
4 - Omringingsgetal = vrije elektronenparen + aantal gebonden atomen (stap 1)