Citaat:
2.7 “Verlicht zitten” of “De verlichte zit”
Tijdens de FNRS Zitcompetitie wordt de balans van de ruiter onder andere beoordeeld
door het onderdeel “verlicht zitten”. Maar wat is nu “verlicht zitten” en hoe leg je het aan
de ruiter uit? Het onderdeel “verlicht zitten” moet niet verward worden met “de verlichte
zit”. De verlichte zit stelt de ruiter in staat de grotere beweging van het paard te volgen
tijdens de sprong of bijvoorbeeld tijdens een galop in zwaar terrein en als je een keer
wat harder gaat op het strand. De ruiter zit niet meer in het zadel en zo kan de rug van
het paard meer en makkelijker onder de ruiter door bewegen. De beugels moeten dan
ook duidelijk korter zijn dan bij de dressuurzit!
2.8 Verlicht zitten tijdens de zitproef
Het “verlicht zitten” wordt uitgevoerd met beugels die horen bij de dressuurzit, dus niet
korter. De ruiter kan dan dus niet helemaal uit het zadel komen met de zit en dat hoeft
ook niet. Correct “verlicht zitten” zit dus tussen de dressuurzit en de verlichte zit in.
De beide zitbeenknobbels worden wat minder belast en de druk op de beugels en de
knieën wordt wat vergroot. Daardoor gaat de ruiter met het bovenlichaam iets verder
naar voren en worden de teugels wat korter genomen. Dit alles zonder de balans, dus
het evenwicht te verliezen en voorover te vallen.
2.9 Verlicht zitten, hoe leer je die?
De taak om het verlicht zitten aan te leren, is die van de instructie deze zal regelmatig
geoefend moeten worden in de les. om het terug te laten komen in de les kan het met
deze oefening worden geoefend: maak de teugels wat korter en breng de handen naar
voren tot ongeveer halverwege de manenkam. De duimen net onder de manenkam bij de
hals houden. Breng wat meer gewicht naar de voeten in de beugels en de knieën aan het
zadel. En dus rust er minder gewicht op de zitbeenknobbels in het zadel. Let op dat de zit
wel dicht bij het zadel blijft, dus niet gaan staan! De rug blijft recht en gaat dus vanzelf
wat meer naar voren als de teugels korter worden gemaakt. Kijk over het paard heen.
Wanneer de ruiter tijdens het stilstaan het “verlicht zitten” uitgelegd heeft gekregen, is
de volgende stap dit te oefenen in stap en draf. Hierbij is het belangrijk uit te leggen dat
de vering in de enkels, knieën en het heupgewricht bepaalt of de ruiter in balans kan
blijven. Is daar onvoldoende vering in, zal de ruiter het evenwicht verliezen en zich op
andere manieren vast gaan houden om er niet af te vallen. Bijvoorbeeld aan de mond
van het paard of met de handen op de hals. Daarnaast is het meegaan van de handen
met de beweging van het paard een aandachtspunt. De volgende stap is het rijden van
wendingen zoals uiteindelijk een slangenvolte. Kan de ruiter sturen en drijven in “verlicht
zitten” zonder de balans te verliezen?
dit is wat er in de documenten van de FNRS staat over het verlicht zitten in de zitproef
succes met oefenen