Bokt.nl

Citaat:

Gedrag:
Paarden zijn van nature kuddedieren, die het liefst in grote groepen samen leven. Ze praten via lichaamstaal. In een kudde leeft een paard tussen soortgenoten. daarom is hij liever niet alleen. in een kudde doen paarden het gedrag van elkaar na. het is een soort samenleving waar je dieren hebt die je minder mag en dieren die je wel mag.

paarden zijn vluchtdieren. ze proberen aan het gevaar te ontsnappen door weg te rennen het is niet verstandig om op de achterkant van een paard af te gaan. hij kan je niet zien aankomen. paarden zijn gevoelig voor geluiden gil daarom nooit als er iets gebeurt.

paarden zijn onder invloed van mensen aan gewend geraakt om alles in een bepaalde volgorde, op de zelfde manier en op de zelfde tijd te doen. alles wat afwijkt maakt ze zenuwachtig. wij maken gebruik van deze eigenschap om ze iets te leren.

paarden zijn grote sterke dieren als ze spelen of ruzie maken gaat het er heviger aan toe dan bij ons. Door negatieve ervaringen met mensen kunnen paarden anders reageren dan jij verwacht. Stap daarom nooit zomaar op een paard af dat jij niet kent. Vraag eerst de instructeur om de karaktereigenschappen van een paard.

Het geslacht:
Mannelijke paarden noemen we hengsten en vrouwelijke merries. Hengsten zul je eigenlijk niet op de manege tegen komen. onder invloed van hun hormonen zijn ze lastiger en onvoorspelbaarder in hun gedrag en daardoor niet geschikt voor iemand die nog moet leren rijden en het met paarden omgaan.
de meeste hengsten worden op jonge leeftijd gecastreerd. Dan is het een ruin. het is nog wel een mannetje, maar hij kan geen veulens meer krijgen. door deze operatie veranderd het karakter ook. ze worden rustiger en betrouwbaarder.

Orenspel en ogen:
Als je nog neit veel van paarden weet kun je zien aan de oren in wat voor humeur het paard is. een paard kan zijn oren alle kanten op draaien.
wijzen ze naar voren, dan is hij in een vriendelijke bui, belangstellend en op iets geconcentreerd.
staan deze oren opzij gericht en hangen ze een beetje, dan is het paard ontspannen, slaperig en moe.
één oor naar voren en één naar achteren betekent dat hij wel tevreden is, maar hij iets achter zich heeft gehoord, of hij weet nog niet zo goed wat hij ervan moet vinden.
Oren naar achter gericht kan betekenen dat hij iets hoort, maar meestal is dat een teken van ontevredenheid.
oren plat achterover is een slecht teken, het paard is dan boos of bang.

Een paard heeft grote ogen die opzij in zijn hoofd staan. dat is anders dan bij ons en het heeft gevolgen voor zijn gezichtsveld. hij kan bijna de hele zijkant bekijken. maar als je recht van voren komt kan een paard je vanaf een bepaal punt vrij dichtbij zijn hoofd niet goed zien. daarom schrikken paarden ook meestal als iemand recht van voren een hand uitsteekt om het hoofd te aaien. je kunt beter van opzij doen en niet richting de ogen.
door de manier waarop hun ogen staan ziet iets aan de zijkant er voor een paard van de linkerkant heel anders uit dan van de rechterkant.
een paard kan kleuren zien maar niet zoals wij. wel kan hij veel beter in het donker zien.
Bijna alle paarden hebben donkerbruine ogen. er zijn paarden met lichtblauwe ogen, dat noemen we maanogen. het komt vaker voor bij pony's. ze zijn dan niet blind en zien net zoveel als andere paarden. heel zeldzaam zijn de albino's: spierwitte paarden met rode ogen.

Rassen:
Er zijn verschillende rassen paarden en pony's. per ras hebben ze eigen uiterlijke- en karakterkenmerken. er zijn ook kruisingen: een mengelmoesje van verschillende soorten.
de verschillen in ras hebben te maken met het gebied en het klimaat waar de soort vandaan komt en ook wel met waarvoor ze in het verleden werden gebruikt.

Veiligheid:
Er zijn enkele regels die bij alle ruitersportcentra van toepassing zijn in verband met de veiligheid. daarnaast moet je aanwijzingen van bedrijfsleider, instructeurs en personeelsleden altijd opvolgen.
1. Draag altijd een veiligheidshoofddeksel dat een CE-EN 1384 keurmerk heeft met een gesloten kinband.
2. draag rijlaarzen of stevige schoenen met een gladde doorlopende zool en een hak gecombineerd met mini chaps zonder franje.
3. Een paard is een vluchtdier. als er iets onverwacht gebeurt, gaat hij rennen en daarna pas kijken.
4. spreek een paard eerst aan als je hem benadert.
5. een paard houdt geen rekening met je, jij moet rekening met hem houden.
6. ga altijd voor een paard langs; als dat niet mogelijk is, waarschuw hem dan eerst en praat tegen hem.
7. zet een paard met een halstertouw vast met een veiligheidsknpop.
8. doe bij het opzadelen in een box altijd eerst het hoofdstel om, daarna het zadel. als een paard vaststaat aan een halster, eerst het zadel en daarna het hoofdstel. afzadelen andersom en altijd aan de linkerkant.
9. bij het hoevenkrabben en poetsen blijf je naast je paard, nooit erachter. ga niet op de grond zitten of op de knieën. houd je hoofd niet boven de hoef tijdens het hoevenkrabben.
10. ruim altijd de spullen op die je hebt gebruikt, laat niets in de stal of gangpad liggen.
11. blijf links van je paard lopen als je hem begeleidt.
12. controleer voor het opstijgen altijd of een paard is aangesingeld
13. bij het rijden geldt: ken je grenzen en zorg ervoor dat je de rijbaanregels kent.
14. als er iemand van zijn paard valt, ga dan allemaal stilstaan.
15. gil nooit als er iets gebeurt, een paard kan daarvan in paniek raken.