- Om een paard lekker los te krijgen -> Voltes, gebroken lijnen, noem maar op. Lekker links- en rechtsom inbuigen, zodat je hem soepel maakt in zijn hals, maar ook in z'n lijf.
- Om de achterhand er goed onder te krijgen -> (Schijn)overgangen, schakelen in tempo, pasje wijken, AW en SB. En voltes om dat binnenachterbeen steeds wat sterker te maken.
- Grondoefeningen? -> Dat zou ik niet weten.
- Voor tijdens het longeren -> Veel overgangen idd, tempowisselingen, pessoa gebruiken (wel met goede begeleiding!).
- Om een paard actief te krijgen -> Schakelingen in tempo, (schijn)overgangen, afwisseling!
- Als het paard erg kijkerig en fris is -> Goed aan het werk zetten, zodat hij met z'n aandacht bij jou is en niet op de rest let. Overgangen, figuren, lekker voorwaarts oplossen.
- Die je proefgericht kunt gebruiken -> Veel figuren en overgangen rijden, en probeer het ook zo te rijden alsof je een proef rijdt. Dus: netjes op de letters, goed de hoeken door en met zo weinig mogelijk hulp het goede eruit te rijden. Bedenk van te voren wat je wilt rijden, hoe je het wilt rijden en wat voor resultaat je wilt hebben. En probeer dat dan in het echt ook te rijden.
Dus wat denk ik het belangrijkst is, is om je paard goed aan het werk te zetten. Overgangen en figuren, niet alleen rondjes rechtuit
Succes ermee!