* Ellen * schreef:Zelf kan ik bij het oefenen thuis schatten vanaf ongeveer 5/6 galopsprongen. Maar meestal hou ik hem dan iets teveel in.
Eigenlijk zou ik gewoon toe moeten rijden en als het niet uitkomt moet het paard maar een huppel/reuzesprong maken. Daar leren ze wel van meedenken. En zou het niet zo zijn dat als ik teveel afwacht hij ook gaat twijfelen?
Veel tips graag!

Ik vind niet dat je je paard maar alles moet laten uitzoeken, dat is ook vragen om te verongelukken en bovendien niet eerlijk. Dit is een citaat uit het eerder genoemde topic en beschrijft mijn wijze van springen.
Citaat:
Twee jaar geleden ben ik weer gaan springen, bij een andere instructeur.
Ik ben twee keer met een groen paard begonnen en hij gebruikt de volgende aanpak:
Thuis:
In draf: heel rustig tempo, bijna sloom (wel met impuls) en niet rijden naar de sprong. Hij moet zelf leren nadenken over de afzet, en het passend bij de sprong komen. Zelf stil zitten, niet doen, alleen wakend been en hand. Je paard moet meedenken, en zichzelf kunnen redden als het nodig is. Jij bent er voor de overtuiging en de richting.
In galop: rustig grondtempo, vooral ritme vast houden. Niet 'rijden' naar de sprong, maar rust en ritme handhaven en zelf stil zitten. Als het niet past, bijtijds corrigeren en in hetzelfde tempo naar de sprong. Als het paard er te dicht onder komt, handen op de plaats houden (evt een klein beetje terug brengen) en je paard tegen je hand op laten springen.
Concours: iets hoger grond tempo, verder zelfde verhaal.
In draf laat ik het paard echt het werk doen (voor het grootste deel dan), in galop ligt het initiatief meer bij mij.
Alleen maar afwachten in galop is dus voor mij uit den boze, een oud citaat is dat je je hart over de hindernis gooit en je paard laat volgen. Ik heb van de volgende tips heel veel geleerd:
- als je geen afstand ziet wacht je tot er een nieuwe komt en je blijft hetzelfde rijden
- wil je toch iets doen, los dan naar voren toe op. Als je (te veel) terug gaat rijden, trek je de impuls eruit en breng je de twijfel over aan je paard.
En je paard maar een huppel of reuzesprong laten maken werkt leuk in het B maar dat kun je je in het M (driesprong!) echt niet meer veroorloven. Het is handig (IMO noodzakelijk) dat je paard meedenkt in het parcours, maar je kunt niet alles aan hem overlaten.
Om dat oog voor de sprong te ontwikkelen is het idd heel handig om veel over balkjes te galopperen, omdat dat minder kracht van je paard kost. Met springen moet je toch naar de grondbalk toerijden (en niet naar de bovenste) dus het principe blijft gelijk.