Hoi Leonie,
Heeel verstandig om eerst aan een goeie basis te werken voordat je je paard in laat tölten! Dan weet je tenminste zeker dat hij daar klaar voor is; intölten wordt vaak veel te snel en te vroeg gedaan, waardoor het paard zich gaat forceren en de verkeerde spieren ontwikkelt.
Rijd je paard vooral lekker voorwaarts, leer hem voorwaarts te denken en onmiddellijk op jouw drijvende huppen met zit en been te reageren zonder rennerig te worden. Dat is de basis voor het ontwikkelen van de achterhand en bovenlijnspieren. Houd een licht contact met het bit zonder de aanleuning te verliezen en ga dan eerst werken aan de tact en balans in de drie basisgangen. Zorg dat je paard in een regelmatig tempo draaft, in een goed ritme, zonder hobbeltjes en hopjes (dat doen veel gangenpaarden in het begin in draf door een gebrek aan kracht en balans) en zonder steun op je hand te zoeken. Help hem daarbij door licht te zitten, meer op je bovenbenen dan op je billen, dan kan hij zijn rug gemakkelijker ontspannen.
Als hij op je hand gaat hangen, laat hem dan actiever lopen . Leer hem terug te komen op je zit en leer hem netjes halt te houden zonder op het bit te komen (buikspieren op spanning houden, je handen even sluiten en je niet voorover laten trekken als hij op je hand komt). Zo zorg je dat je het tempo van je paard steeds beter kunt reguleren, wat je nodig hebt om zijn achterhand te activeren. Galoppeer kleine stukjes waarbij het paard goed moet blijven springen (gangenpaarden neigen vaak een beetje naar een 'gelopen' galop). Galopperen kun je aanvankelijk het beste buiten doen, in de bak rondjes galopperen is voor de meeste IJslanders in het begin te moeilijk.
Als je paard redelijk tactmatig en recht door zijn lijf kan stappen, draven en galopperen en daarbij op eigen benen blijft lopen (niet gaat hangen), ga dan geleidelijk wat tempowisselingen rijden binnen de verschillende gangen.
Rijd in het begin alleen wendingen en grote voltes, dat is al moeilijk genoeg voor je paard. Schouderbinnenwaarts en wijken is ook nuttig, maar doe dat eerst alleen in stap. Pas als je paard echt een goeie balans heeft in draf en jou lekker laat zitten, kun je die oefeningen in draf gaan rijden.
En zorg er vooral voor dat je paard lekker vrolijk en wakker blijft, dat ie snel reageert op jouw hulpen, want dat heb je straks ook nodig voor de tölt.
Een wat meer specifieke voorbereiding op de tölt: wissel het voorwaarts-neerwaarts rijden af met een licht-hoge aanleuning (eerst alleen in stap!). Die licht-hoge aanleuning krijg je door hem met behulp van lichte, snelle halve ophoudingen naar een wat hogere hoofdhouding (meer oprichting) toe te rijden, waarbij de achterhand door drijvende hulpen er steeds meer onderschuift. Vind je dat te moeilijk qua timing van de hulpen, vraag hierbij dan een keer wat hulp aan iemand die ervaring heeft met IJslanders rijden.
Rijd verder lekker veel buiten, daar kun je ook prima wijken en schouderbinnenwaarts oefenen. Zoek eens een heuveltje op en laat je paard daar tegenop galopperen en heel langzaam weer naar beneden stappen - een superoefening voor zijn achterhand. Zorg voor afwisseling, hou het speels! Ik hoop dat je iets kunt met dit hele verhaal...
Veel plezier en succes met je IJslander!