Longeren in een afgesloten ruimte/ kraal en dan bijgezet en zonder lijn. Als je er goed achter blijft kan ze dan niet omdraaien.
Daar zou ik mee beginnen zodat paard soepeler word en makkelijker in de rechter galop.
Sowieso als een paard echt wilt omdraaien kan niemand dat houden op kracht of dat nu een warm of koudbloed is. Dit paard is gewoon slim en de ruiter te snel af.
Het feit dat ze om kan draaien in de galop betekent dat ze niet goed van achter naar voren loopt. In de lessen zou de nadruk in de stap en de draf dus eerst moeten komen te liggen op aan het been maken en paard goed van achter naar voren rijden.
Op het moment dat dat voor elkaar is kan de rechtergalop meegenomen gaan worden, en dan op de rechtervolte met genoeg impuls van achter uit.
Naar welke kant breekt ze altijd uit in de rechtergalop? de kunst is om het paard op de holle kant aan die teugel te houden en daarmee voorkom je ook uitbreken als je genoeg impuls hebt van achter uit en de schouders kan begrenzen.
Wat ik hier vooral lees is een dressuurmatige basis die nog niet voor elkaar is.
''De echte discipel van de rijkunst heeft niet de erkenning door andere mensen nodig maar veel meer het gevoel om met zijn paard een te zijn. Ontbreekt deze harmonie, dan ontstaat in het beste geval volmaakte techniek, maar er ontstaat nooit volmaakte (rij)kunst.''
-Kurt Albrecht-