As ze echt de teugels uit je handen trekt en voorover duikt, zou ik gaan werken aan de soepelheid. Dit kan je doen door gymnastische lijntjes te gaan rijden. Bijvoorbeeld een serie van 3 in-uit sprongetjes op een lengte van 1 galopsprong.
Je moet dan wel even goed kijken naar de lengte van de galopsprong. Een soepel paard springt makkelijk een wat langere afstand dan een wat stijver paard. Controleer dit door eerst 3 grondbalkjes achter elkaar te leggen en die gewoon te galoperen. Minimale afstand 2,5 m )kleine galopsprong en meestal ponyafstand) en max 3,5 (grote galop en groot paard).
Gaat dit goed, maak dan lage kruisjes van de balken en die kan je opbouwen tot max 50 cm ongeveer ( evt eerste lager, tweede hoger enz.)
Sowieso goed dressuurmatig losrijden en op de sprong afrijden. Mooi actief op de achterhand, dan houdt ze vanzelf wat meer ruimte over om soepeler te landen. Succes!