Paard aan het been maken, voorwaarts rijden, actief maken, en dan komt ze gewoon.
Dat zij een ophouding maakt als jij terugwerkt (wat jij vragen noemt) is logisch, je geeft ook een ophouding.
Dat is wel het leuke van bitloos: je komt jezelf tegen.
Nageeflijkheid is in wezen het paard, dat vanuit het voorwaarts gereden worden, de achterhand onderbrengt (jonge paarden gaan meer stuwen vaak) de rug bol maakt, en de onderkaak tegen het bit legt, in dit geval de neus tegen de neusriem, en op die manier de hand van de ruiter opzoekt. Als je dat wilt, is imo de enige juiste manier om het paard voorwaarts te rijden, met met de handen meegeven met het hoofd.
Vragen is niet correct, nooit. Het is terugwerken, je vraagt met je handen om een lager tempo, terwijl je met je benen zegt voorwaarts te willen. Ik ken paarden die dat niet pikken en op hun achterbenen gaan staan, wat ook wel terecht is.
Conclusie: jouw paard is ook met bit niet nageeflijk. Ze ontwijkt alleen maar de druk in haar mond, is dus eigenlijk allesbehalve nageeflijk, want ipv naar je hand toe te willen, wil ze er van af. Nu heeft een bit een supersnelle release: boogje in de teugels betekent dat de druk direct van het bit is. Dat is met een crosslink niet het geval (daarom is het ook niet mijn favoriet) de release is met sommige crosslinks echt te langzaam. Jouw paard reageert daarop door het tempo ook echt te verlagen, ze denkt namelijk dat dat is wat je van haar vraagt.
Zij heeft jou intussen prachtig verraden: waarschijnlijk doe je veel te veel met je handen, en maak je ipv met je zit, met je handen een ophouding.
Als je graag bitloos wilt blijven rijden, zou ik je een sidepull willen adviseren, de release is veel sneller, wat prettiger is voor het paard. Zowel de crosslink als de sidepull zijn niet echt bedoeld om voortdurend contact te hebben, iets boogjes in je teugels mag, die release moet je ook echt geven, anders snapt je paard er niets meer van.
En leer sturen, en terugrijden op je zit, ipv je handen. Maak je paard goed aan het been, rijd haar actief voorwaarts, zodat zij de rug bol maakt, en zodat zíj contact met je handen zoekt, ipv probeert de druk te ontwijken. En houd je handen stil tov de neus/mond.