Ten eerste; hoe ligt je zadel? Ligt deze niet teveel op de schouder, waardoor je de schoudervrijheid beperkt?
Verder zou je oefeningen kunnen meepakken als wendingen om de achterhand (daarbij moet de voorhand los van de grond en is het steunpunt de achterhand), een tikje méér oprichting vragen, waarmee de voorhand wat meer ruimte krijgt (en de achterhand iets zakt) en goed rechtrichten (dan pas kan je paard goed in balans zijn gewicht meer op de achterhand laten zakken). Schouderbinnenwaarts is een fijne manier om de achterhand te sterken en scheefheid weg te trainen.
Het schakelen wat je doet is ook goed om mee te pakken, worden ze achter mooi sterk van, vooral wanneer je ze vanuit de verzameling weer vooruit wegrijdt. Eén van de oefeningen om dit uit te werken is door op een EBE volte te rijden, en telkens op een vast punt (bijv. bij B en bij E) halt te houden. Wanneer je paard dit kent en hierop anticipeert, komt hij zelf al wat terug. Dan kun je em mooi voorwaarts wegrijden. (Lekker afwisselen, waardoor het onvoorspelbaar is voor je paard en hij echt alert op je dient te blijven). Ook kun je voor jezelf in training afspreken om bijv. 3 keer per lange zijde na terugkomen in tempo weer voorwaarts weg te rijden (en na enkele passen weer op te vangen).
Al bovenstaande is erop gericht dat hij juist moet gaat buigen in het spronggewricht. Kàn hij dit lichamelijk niet, dan is het moeilijk om meer lossigheid en ruimte in de voorhand te creëren.