Moderators: Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, NadjaNadja, Neonlight, Sica, C_arola

russel schreef:@Gerrie, zeker interessant, ben jij bij een van de clinics geweest?
De hobbelleek zoals ik, valt daar niet uit de toon tussen de Z-dansers?
Ik bedoel, als je piaffjes gaan bespreken, heb ik er niets aan
). Als je kijkt naar de halsspieren, dan zie je een duidelijke geul achter de kaak die de gang van de slokdarm/luchtpijp aangeeft. Naar onderen verdwijnt die wat achter de dikke spier in de onderarm die vanuit de borst richting kaak loopt. Daarboven zie je juist een holte ter midden van de hals, en zie je een duidelijke scheiding tussen de hals en de schuine lijn van het schouderblad. Als je dan naar de vorm van de bovenlijn van de hals kijkt, dan zie je dat die achter de oren omhoog bolt, dan schuin omlaag gaat (wat bedekt door de de manen) en dan net onder je pink, bij de bovenkant van het dekje uitkomt. Je ziet daar nog net 15 cm hals voordat het onder dat plukje manen verdwijnt. Deze aansluiting op de schoft zegt veel over hoe het met de bespiering van de hals op dit moment gesteld is: de hals rijst niet direct vanuit de schoft omhoog (begint niet op het hoogste punt van de schoft om dan opwaarts te gaan), maar komt wat vlakker opgaand uit de schoft, om dan weer wat steiler te rijzen. Je hebt daar niet echt een hol stukje hals, maar de hals rijst daar wel duidelijk minder dan verderop. Als je met en liniaal het hoogste punt van de hals (3e halswervel, voorkant van het plukje manen) en de schoft (begin van het dekje) verbindt, dan krijg je een licht holle lijn.
, en dat heeft niet alleen te maken met het verschil in stelling/buiging, maar ook met het feit dat bij deze halshouding ook de bovenhalsspieren gebruikt worden en de hals een bolle doorsnede geven, in plaats van de wat plattere uit de bovenste foto. In de onderste worden de bovenhalsspieren, en duidelijk ook de trapezius gebruikt, in de bovenste nauwelijks en zit de voornaamste spierspanning in de onderkant van de hals, waardoor de keelgang duidelijk zichtbaar is en de bovenkant van de hals vlak lijkt.
russel schreef:Dan heb ik ook nog een vraagje.
Stel ik ga draven of galopperen en ik ga in verlichte zit zitten en laat mijn paard helemaal naar beneden met de neus iets naar binnen thv zijn onderbenen lopen, met vierende teugels. Ik voel dan dat hij zijn rug loslaat en gaat lopen in een rustig tempo. Train ik dan wat spieren? Maak ik zijn rugspieren sterker, kan hij zijn achterhand gebruiken? Loopt hij dan volledig op zijn voorhand?
Kun je voelen wanneer welk achterbeen naar voren wordt gezet? Dat kunnen al wat minder mensen, maar toch. Kun je voelen op welk been je lichtrijdt in draf? Misschien. En dan de laatste: Kun jij vanuit het zadel voelen of je paard zijn rug opbolt, of juist zijn schoft laat zakken waardoor de rug in verhouding boller lijkt? Hmmm.... 
), is de verticale afstand tussen je schouder en vingers het grootst als je arm recht omlaag wijst, en kleiner als je je arm verder naar voren/achteren beweegt. Als je paard zijn been verder naar achteren laat staan in de beweging, wordt de verticale afstand tot het lijf kleiner, en daalt de schoft dus. Een dalende schoft gecombineerd trekt de halswervels van hol naar recht, waardoor je onder het zadel het gevoel krijgt dat je paard zijn rug opbolt.
) van de rug en... laten zakken van de achterhand. En toch zijn die paarden absoluut niet verzameld.
Inderdaad, de achterbenen zijn gebogen, maar het voorbeen staat nog aan de grond. Dus inderdaad, voor de ruiter voelt het alsof het paard rijst in de schoft, maar wat er in feite gebeurt is dat de achterhand daalt. Niet door dat de achterbenen gebogen zijn, maar doordat er gewoon geen achterbenen op de grond staan en de zwaartekracht denkt, 'he, nu is het mijn beurt!'. Dat de achterhand daalt komt dus niet door spierkracht, maar door zwaartekracht. En als zwaartekracht datgene is dat we willen versterken in dressuur, dan zou liggen de verzameldste oefening zijn. 
Ik vind dat je een paard met deze bouw super rijdt. 
Gerrie schreef:russel schreef:@Gerrie, zeker interessant, ben jij bij een van de clinics geweest?
De hobbelleek zoals ik, valt daar niet uit de toon tussen de Z-dansers?
Ik bedoel, als je piaffjes gaan bespreken, heb ik er niets aan
Nee, ik lees het ook maar net in de Hoefslag![]()
Ik neem aan dat de opbouw logisch is, en er zal vast wel iets bijzitten voor jou!
Anders an Kattebeest wel een en ander uitleggen![]()
De 21e kan ik niet maar denk er wel over om een of meerdere andere clinics te gaan volgen.
Het is zoals Mariska al stelt nodig om bij de opleidingen al meer bij stil te staan!
Zou heel wat schelen!
piepelotje schreef:In het tweede stukje stel je dat een paard wat achter de loodlijn loopt altijd sterkere aangetrokken onderhalsspieren heeft dan bovenhalsspieren.
Ik heb dus het idee van niet. Als ik mezelf neem weet ik dat ik met m'n kin naar m'n borst kan gaan met aangetrokken (tegenwerkende onderhalsspieren)
Maar ik kan het ook met m'n achterste spieren uit te laten streshen en zo m'n rugspieren mee te nemen.
Dit is heel moeilijk en kost spierpijn en ik kan nog niet met m'n kin op m'n borst komen. maar door training zou ik er kunnen komen zonder m'n onderhalsspieren op te spannen.
Citaat:Dat je dus ook op een goede manier ldr kan rijden. namelijk met gestrekte bovenhalsspieren die niet worden opgebold door tegenwerkende onderhalsspieren. Daarom ldr rijden is training, elke keer een stukje verder uitschuiven zonder die onderhalsspieren mee te laten doen.
Citaat:Tweede opmerking. Een paard wat opkrult. Jij zegt je krijgt een verkeerde indruk je draagt wel degelijk gewicht. Daar ben ik het ook niet mee eens. Werdt al door een ander aangehaald, m'n teugels hangen in boogjes en toch loopt hij/zij in dit krulletje.
Astragirl schreef:Een paard dat echt goed rond ingesteld is (niet LDR) moet dus kracht uitoefenen vanuit zijn hals om zijn hoofd op de loodlijn te houden, of niet?
Ik schreef:Nou, dit wordt een wat lang stukje, dus ik hoop dat jullie de moeite willen nemen om het helemaal te volgen (bedenk: jij leest het veel sneller dan dat ik het schreef!)
Ik wil hier iets verduidelijken met wat ik bedoel met het los hangende hoofd en wat daar het grote voordeel van is met het rijden en waarom je alleen zo een echte lichte aanleuning (voor ruiter EN paard) kan verwachten.Ik concentreer hier voornamelijk op de voorkant, omdat we allemaal wel weten dat het paard van achteren actief moet zijn.
De klassieke rijkunst en FEI hebben niet zomaar de "neus voor de loodlijn" regel verzonnen omdat men het wel mooi vond staan. Er is een functionele rede. Zoals ik al eerder zei, zal een los hangend paardenhoofd (bijv bij een in de zon dommelend paard, standje centebak) altijd de neus iets voor de loodlijn hebben. Waarom? Omdat het in die houding in evenwicht hangt op het draaipunt, welke de verbinding naar de halswervels maakt. Een mens op handen en voeten die z'n hoofd laat hangen, hangt met de kin op de borst, door de andere aanhechting en volledig andere gewichtsverdeling van het hoofd.
Voor een meer passende vergelijking: Steek je arm opzij, en laat vervolgens je onderarm vanuit je elleboog losjes naar beneden bungelen.Je onderarm zal even wat pendelen en dan in z'n evenwichts positie eindigen: Loodrecht naar beneden. De onderarm speelt even voor paardehoofd (met dit verschil dat het paardehoofd in z'n evenwichts positie met de neus iets voor de loodlijn zit). De onderarm is met weinig moeite weg te duwen en bij loslaten pendelt ie weer naar z'n evenwichts positie: Dit kost geen kracht.Opmerkelijk is het, dat als er spieren aan de hand-kant van het elleboogscharnier worden aangespannen (druk je middelvinger en duim tegen elkaar) de onderarm niet meer zo los hangt: Hetzelfde is het geval als het paard z'n tanden op elkaar zet (vasthoud in de mond). Dit verteld je dus dat je niet aan de hoofdhouding alleen kunt afleiden of het hoofd ontspannen afhangt. Spieren die zich aanspannen aan de andere kant van de elleboog, hebben veel minder, tot geen effect op het pendelen en dus de losheid van de verbinding.Als je gaat rennen met je arm zo, dan bungelt ie losjes en makkelijk mee met de bewegingen, zonder dat dit enige extra energie kost. Alle energie kan voor de voortbeweging benut worden (het omhoog houden van de bovenarm merk je wel op den duur).
Breng je nu je onderarm wat meer naar je lichaam toe en hou je hem in die hoek, dan pendelt de onderarm niet meer en is de verbinding dus niet meer los. Je kan de onderarm daar "uit zichzelf" laten zitten, of met je andere hand daar houden. Om daar "uit zichzelf" te blijven, moet de arm spieren inzetten, die ie daarvoor niet nodig had. Er wordt dus energie ingezet, puur om de houding te handhaven. Zelfde effect als je de onderarm van je lichaam af in positie houdt.
Nu gaan we verbinding nemen met de hand, bijv via een touwtje. Hangt de arm los af, dan kunnen wij een heel licht contact met het touwtje aannemen. Met een minieme hulp (knijpje) voel je niet alleen het touwtje in je hand, maar je ziet de onderarm ook al bewegen (de hulp komt ook mechanisch door). In zo'n geval kan het gewicht van de teugel genoeg zijn om aanleuning te geven: dit gewicht houd de onderarm dan IETS achter z'n evenwichtspunt (arm dus IETS achter de loodlijn; paardehoofd zal de loodlijn IETS dichter naderen), waardoor subtiele teugelhulpen in beide richtingen een effect geven. In dit geval hebben zowel ruiter als paard een plezierige lichte aanleuning: als de ruiter iets geeft, volgt de mond automatisch naar voren, vraagt de hand iets, volgt ie even makkelijk weer terug. Dit omschrijft naar mijn mening, de losheid in de aanleuning die van Loon in dat artikel van SP bedoelt. Breng je onderarm weer in een hoek, laat 'm zichzelf weer dragen. Je kan nu een even zo licht contact creeren en ook nu voel je een kneepje in je hand doorkomen. Echter, het resulteerd niet automatisch in een beweging, omdat diezelfde losheid er niet is. Dit komt overeen met het achter de loodlijn gevraagde paardehoofd, dat het paard vervolgens zelf daar houdt. De ruiter krijgt geen gewicht in de hand en kan daarmee een lichte aanleuning krijgen. Het PAARD echter moet moeite doen om het hoofd in die positie te houden en nog meer moeite om de hand soepel te kunnen blijven volgen, want door het gemis aan losheid gaat dit niet meer automatisch, maar moet ie de bewegingen coordineren met z'n spieren.
Met de lichte aanleuning voor ruiter EN paard, stelt het paard zich wat kwetsbaar op: Mocht de ruiter een fikse ruk in de mond geven, dan komt dat zwaar aan! De ruiter heeft dus een goede handvoering nodig om het paard het vertrouwen te geven dat ie nodig heeft om zich zo kwetsbaar op te stellen. Een goede handvoering is er dus een die stil staat ten opzichte van de mond. Een vastgezette hand laat het 'losse' hoofd met elke stap tegen het bit aan botsen en een onrustige hand beweegt het hoofd alle kanten uit. Als reactie hierop zal het paard z'n spieren inzetten om de klappen te dempen: weg is de lichte aanleuning.
Met het achter de loodlijn geplaatste hoofd gebruikt het paard de spieren al en dempt zo de (evt) klappen van een mindere handvoering. Het hoofd hangt echter niet ontspannen af en er wordt onnodig energie verspilt met het op een plaats houden van het hoofd. Het evenwicht is echter wat minder fragiel en zal dus minder snel verstoord worden. Bovenstaande zal duidelijk moeten maken waarom de FEI de neus graag voor de loodlijn ziet: Omdat men een losse aanleuning van ruiter EN paard wilt zien, omdat het wederzijdse vertrouwen en de kunde van de ruiter getoont dienen te worden. Zoals van Loon al zegt, is zelfs neus op de loodlijn (toegestaan na aanpassing FEI regels) al teveel.
Ook kan je eruit afleiden waarom veel mensen hun heil achter de loodlijn zoeken: Het is voor de ruiter eenvoudiger om daar een constant licht contact te behouden.
Het kan natuurlijk nuttig zijn om tijdelijk, kort achter de loodlijn te werken (bijv. bij enorm concentratie gebrek van het paard), maar het streven moet altijd weer naar die wederzijdse lichtheid gaan.
Ook verklaard het misschien wat van het grote succes van de "achter de loodlijn rijders": zij tonen hiermee een stabielere aanleuning in de ring. Dat oogt dan gecontroleerd, en wint het van de fragielere balans van de "voor de loodlijn rijders", maar getuigd van een minder harmonische samenwerking.
Dit is dus mijn beredeneerde 'view' op dit geheel. Ik ben benieuwd wat jullie van deze redenatie vinden!