ozzyke schreef:Bitloos werken ben ik niet van plan inderdaad dus zal dan ook niet naar spirit horses gaan.
En toch zou je er verstandig aan doen om wèl bitloos te gaan inrijden.
Je paard is nog maar 3 jaar (sowieso te jong om mee te gaan rijden, maar dat terzijde) en is volop aan 't wisselen.
Lees het volgende eens:
Citaat:
Wisselen
Een paard wisselt tussen zijn derde en zesde jaar zijn melkgebit in voor het blijvende gebit; dit wisselen gaat van voren naar achteren. Langzaam maar zeker lossen de wortels van de melktanden en -kiezen op bij het doorkomen van de nieuwe. Soms blijven die melkkiezen als "doppen" op de nieuwe zitten. Dat geeft een paard overlast.
Rond 2-jarige leeftijd beginnen de wortels van de permanente derde en vierde premolaren zich te ontwikkelen en begint het bot van de onderkaak zich aan 't hervormen en bereidt zich voor op de tandverlenging. Het bot over deze wortels is vrij dun en de wortels kunnen gemakkelijk worden beschadigd. Tijdens het ontwikkelen van de wortels kunnen tevens bulten ontstaan, voelbaar als bobbels onder de kaak, ook wel eruption bumps genoemd. Dit maakt het hele gebied in de onderkaak enorm gevoelig.
Permanente, volwassen tanden beginnen de tijdelijke melktanden te vervangen wanneer het paard ongeveer 2,5 jaar is. De twee binnenste snijtanden (nrs. 1) zijn volledig doorgekomen op de leeftijd van 3 jaar. De tweede set binnenste snijtanden (nrs. 2) verschijnt bij circa 3,5 jaar en is volledig doorgekomen op 4-jarige leeftijd.
De hoeksnijtanden (nrs. 3) komen door op de leeftijd van 4,5 jaar en zijn volledig doorgekomen bij 5 jaar.
Hengsten, ruinen en soms ook merries ontwikkelen rond hun vierde en vijfde jaar in iedere kaakhelft (zowel boven als onder) de vier haaktanden (nrs. 4), ook wel de hengsten- of ruinentanden genoemd. Het doorkomen van die hengstentanden kan net zo pijnlijk zijn als het doorkomen van de eerste tandjes bij baby's. Soms blijven ze steken onder het tandvlees, wat zelfs voor ontstekingen kan zorgen en zal het gespannen vlees door een dierenarts moeten worden opengesneden.
Wanneer het paard goed en wel 5 jaar is, heeft het een volledig gebit met 36 tot 40 permanente elementen (de 40 zijn inclusief de 4 hengstentanden).
Deze hele wisselperiode maakt een jong paard behoorlijk overgevoelig in zijn mond. Naast het wisselen op zich, gebeurt er namelijk nog meer in de jonge paardenmond. Bij veel jonge paarden zie je dat het rooster gaat hangen, waardoor het in hebben en vooral ook het inwerken van een bit erg pijnlijk is. Daarnaast hebben jonge paarden tijdens het wisselen vrijwel altijd scherpe haken op de kiezen; dit ontstaat omdat de boven- en onderkiezen die op elkaar staan en elkaar in evenwicht houden, niet tegelijkertijd gewisseld worden. In feite is de mond constant in beweging, waarbij de kiezenrijen tijdens het wisselen nooit mooi op elkaar aangesloten staan. Hierdoor vindt een slechte tot geen afslijting plaats, met als gevolg scherpe randen (haken) op de kiezen, wat erg pijnlijk is wanneer deze in de wangen en/of tong gedrukt worden tijdens het eten en rijden (straks meer over haken).
Wordt een paard juist in deze kwetsbare periode t/m rond het 5e jaar beleerd, dan is er dus altijd sprake van ongemak en pijn bij het paard. Er wordt een kies gewisseld, een dop komt niet goed los, een wolfskiesje komt door of is los gaan zitten, hengstentanden komen door, het rooster is gaan hangen, de wortels van de kiezen zijn aan 't ontwikkelen, het onderkaakbeen is zich aan 't hervormen èn er zitten haken op de kiezen. Dat is nogal wat, vooral wanneer er tijdens deze periode rijtechnische zaken gevraagd worden van het jonge paard waar hij simpelweg nog niet klaar voor is. Het kan dus heel goed zijn dat het paard bitproblemen gaat krijgen die op latere leeftijd soms niet meer te verhelpen zijn (beschadigingen, trauma's, overgevoeligheid, aversie, angst etc).