Askja schreef:Nu even een praktische vraag xyzutu2 wat betreft de werking van bovenhals- en onderhalsspieren zoals jij het uitlegt. Jij stelt dat een paard dat over de teugel gaat (een sterrenkijker) zijn bovenhalsspieren gebruikt en niet zijn onderhalsspieren. Toch zie ik meestal bij zulke paarden een heel armbespierde bovenlijn met zo'n typische knik vlak voor de schoft en een dikke onderhalsbespiering. Ik heb ook het idee dat ik die onderhalsspieren in mijn hand terugvoel als ik op zo'n paard rijd, ze drukken zich naar boven toe weg van het bit. je ziet ook de onderhals aanspannen. Hoe verklaar je dit?
Even een quote van mezelf van het topic Bovenlijn van het paard (?) van een paar dagen geleden op RT:
Citaat:
Een paard dat sterrenkijkt, trekt zijn bovenhalsspieren (als je ze zo mag verzamelen) aan, terwijl de onderhalsspieren uitgesrekt worden. Als er al spieren getraind worden, zijn dat dus juist de bovenhalsspieren. Een veel gemaakte fout is om als je naar een sterrenkijkend paard te denken dat het paard extreem zware onderhalsspieren heeft, aangezien daar een grote bult zit. Het tegendeel is echter waar: De bovenhalsspieren zijn zo overmatig sterk geworden door het steeds verkorten, dat ze sterker zijn geworden dan de onderhalsspieren (die waren immers steeds lang bij het sterrenkijken) en daardoor de wervelkolom hol kunnen trekken en zo omlaag uitduwen. Een onderhals is dus niet een bundel aangespannen spieren, maar een omlaag geduwde wervelkolom.
Een paard dat sterrenkijkt, drukt zijn hals naar beneden weg door strakgespannen bovenhalsspieren, zodat deze een U-vorm krijgt. Wat je in je hand voelt is inderdaad dat de neus zich naar boven toe uitdrukt tegen het bit. Dat wordt echter gedaan door de zich samentrekkende spieren die aan de bovenkant van de schedelbasis vastgehecht zijn. En die behoren voor het grootste deel tot de bovenhalsspieren in de bovenste helft van de hals. De druk op het bit is dus de trekkracht in deze spieren. Aangezien de onderhalsspieren lang zijn, kunnen deze zich niet tegen het bit wegdrukken. Sterrenkijken wordt echter niet als technische fout gezien omdat het paard alleen de bovenhalsspieren aanspant, maar omdat het slecht enkele bovenhalsspieren aanspant. Bij sterrenkijken hoort namelijk een holle rug, en dit wordt veroorzaakt doordat de spieren die over de rug lopen zich selectief aanspannen en deze hol trekken. De belangrijkste spieren voor het bereiken van rijkunstige oprichting worden hierdoor uitgeschakeld: Een paard kan niet en een holle rug hebben (onbalans in spierspanning), en verzameld zijn. De sterrenkijk-oprichting is een ongezonde oprichting waarbij het paard de schoft laat zakken doordat spieren zoals de trapezius juist niet meer meedoen (deze spieren zorgen namelijk juist voor het optillen van de schoft). Sterrenkijken is dus in feite een valse oprichting die zich alleen in de bovenste helf van de hals afspeelt bij spieren die hier niet zo geschikt voor zijn, niet bij de spieren in de basis van de hals die hier juist het beste geschikt voor zijn. Hetzelfde verkeerde spiergebruik zie je bij paarden die wel in het krulletje lopen, maar verder wel op de voorhand lopen. Dat voelt alleen wat lekkerder voor de ruiterhand dan een paard dat zich actief uitdrukt. 
Askja schreef:En mag ik uit jouw verhaal opmaken dat jij van mening bent dat klassiek rijden altijd en voor ieder paard de enige paardvriendelijke (want biomechanisch verantwoorde) trainingsmethode is?
De klassieke methode bestaat niet, dus totdat je precies de methode aanduidt die je bedoelt, kan ik hier niet op antwoorden.
Ik denk dat voorwaarts-neerwaarts met het neusje eruit een belangrijk bestanddeel van de training van een paard is, maar dan niet in de zin van zo hard mogelijk met neus omlaag rennen. Aan de andere kant is het vastzetten van een paard in een bepaalde oprichting en vandaaruit te werken ook absoluut niet wat ik zoek (maar dat wordt nog wel eens onder klassiek verstaan). Ik ben er voorstander van om paarden oefeningen en houdingen eerst aan de hand aan te leren (dus het hoofd laten zakken, overgangen, zijgangen enz.) en dan pas onder het zadel, omdat je paard zichzelf dan al een evenwicht heeft aangeleerd in die oefeningen en zich dus beter/minder belastend kan bewegen. Ook heb ik het idee dat degene die het best kan aangeven of het paard in een correcte, hogere hoofdhouding kan lopen het paard zelf is. Om dat te kunnen horen, zul je een licht, of misschien zelfs geen vast teugelcontact moeten hebben (doorhangend teugeltje). De mond soepel maken voor het rijden, of het paard met kneepjes in de juiste houding zetten is in mijn ogen dan ook niet echt de bedoeling, ik zie juist oefeningen zoals overgangen, zijgangen en figuren als het middel om het paard uit te dagen om meer 'in de houding' te gaan lopen. Dat en het luisteren naar het paard wat betreft de oprichting betekent dus in praktijk dat zodra je paard gaat hangen in de teugels, je hem juist die teugels weer geeft, maar hem dan ook meteen met oefeningen dwingt om toch weer in die houding te komen. Ook heb ik het idee dat het gezonder is om het paard eerst te leren om zichzelf in arbeidstempi in evenwicht voort te bewegen, voordat je gaat uitstrekken. En dat het werken met positieve versterking - voedselbeloningen - essentieel is voor een gezond leerproces, aangezien een leerperiode een van onderzekerheid en daardoor op de voorhand lopen is, en je die fase zo kort mogelijk wilt houden - en het paard dus zo snel mogelijk moet leren.
Eigenlijk is het simpel: ik heb als standpunt dat de dressuur het paard lichamelijk sterker moet maken, en dat wil ik op een gezonde manier bereiken zonder overbelasting te krijgen. Om dat vol te houden, wil ik het paard steeds laten vertellen hoe hij zich voelt en daar iets mee doen. Dus als het paard zegt 'dit doe ik niet', er van uit te gaan dat hij dit lichamelijk tijdelijk nog niet/niet meer kan en dit dus als informatie mee te nemen door die poging te staken en het op een andere manier te proberen, of het voor die training even voor gezien te houden. Ik wil dus conflicten vermijden (conflict = protest/onzekerheid/op de voorhand lopen), door ze te omzeilen of tijdelijk te negeren. Het is een 'methode' die tijd kost, maar aangezien mijn doel het intelligent tijd doorbrengen met paarden is, is het juist die tijd met de beesten waar het allemaal om draait.
Dus denk ik dat de klassieke rijkunst de enige biomechanisch juiste is? Het ligt er aan wat je als klassiek neemt. Als klassiek betekent dat je geen voedselbeloningen of targets mag gebruiken, dan stem ik tegen.