Simpelman schreef:Visitor schreef:
Rijkunst is als de kunst van het klassiek vioolspelen.
Het is eeuwenoude cultuur en dient uitgeoefend te worden binnen zijn kaders, zo niet dan wordt het iets anders.
Jazz viool, rock, pop.
we horen de hele tijd dat deze scala-aanpak 'eeuwenoud' is, maar als ik de eeuwenoude bronnen erbij pak laten ze dat helemaal niet zien. (ik weet nie thoe vaak ik al oude meesters heb aangehaald).
de kaders zijn verandert (althans, voor de meesten

(alhoewel een aantal dingen al komen in de laatste kwart van de 19e)
en als iemand graag tjaikovski speelt, dan prima, maar als iemand anders dan Mozart wil doen, fakkel hem dan niet af.
Over de teugelhulp en verwarring:
ook hier weer zijn er ambiguities: halve ophouding bijv.
het punt is bij alle paard-leer-processen: heef een hulp (druk) en zodra het paard begint met de juiste reactie komt een beloning en het direct minder worden van druk.
dit kun je wel degelijk op een teugel uitvoeren.
daarnaast kun je een teugel op verschillende manieren gebruiken: naar achter, omhoog, zelfs in verschillende richtingen nageven.
heel belangrijk blijft het samenspel met de zit: als je zit zegt 'verzamel', dan is dat VEEL krachtiger dan een bit. met je heuppositie laat je het ondertreden met heup toe en laat je physiek het over de rug gaan van je paard toe. daarmee kun je dan als een danser het tempo en de groote van de passen bepalen omdat je een verbinding tussen je zit en de achterhand krijgt, die wordt in eerste zin gecorrigeerd met het been, en pas in de laatste zin met de hand.
Met de hand rijden is veel eenvoudiger, maar je krijgt nooit een mooi resultaat. en je komt ernstig in de problemen in de hoge school... Die niet voor niks helemaal verdwenen is uit de sport.
been tegen hand brengt alleen verspanning.
guérinière zegt het, baucher zegt het, pluvinel rijdt duidelijk zo, xenophon zegt het, etc.
racinet, karl, beran, oliviera, krischke, etc etc.
en de meeste meesters die worden aangehaald als voorstanders van dit idee (aanleuning) zeggen zoch eigenlijk vrijwel altijd iets genuanceerders... dat wellicht helemaal niet meer hetzelfde is.
dus dan komen we weer bij het ontstaan van deze denkbeelden ergens tussen 1910 en 1960, de tijd dat een groot deel van het paardenbestand (ca 20 miljoen) en een heel belangrijk deel van de ruiterijkennis sneuveld aan het front.
De continuiteit is echt niet zo hard aanwezig als mensen vaak beweren.