thembi schreef:arie53 schreef:Ik heb al ettelijke keren uitgelegd hoe het skeletmechaniek werkt en met voorbeelden aangetoond. Als mensen het tegendeel beweren, wil ik graag eenzelfde onderbouwing alsmede voorbeelden zien deze bewering staaft.
Bolle ruggen en losgelaten bovenlijnen bestaan niet. In de beweging wordt de romp door de ledematen geheven en voorwaarts gestuwd. Voor een evenredige belasting op de ledematen dient dit bewegingsproces in balans te verlopen. Daartoe heeft het paard het skeletmechaniek van de natuur meegekregen dat hem in staat de achterhand te doen dalen om een gelijke belasting te bewerkstelligen. Derhalve is het van optimaal belang dat de romp daarbij absoluut stabiel is. De romp gaat in de beweging alleen maar verticaal op en neer. En juist dat proces maakt het mogelijk dat de ruiter daar met zithulpen op kan anticiperen.
Hierbij onderaan de link van een vrijbewegend paard. Ik zou graag een uitleg willen hoe het paard de bovenlijn loslaat en waar de bolle rug en de boog te zien zijn en hoe dit biomechanisch zou moeten werken.
http://212.114.39.29/app/_view/detail.h ... 013&id=100Voor de goede orde: het bovenstaande proces is niet op alle rijpaarden van toepassing. We hebben tegen helaas te maken met paarden die dankzij de in vloed van het Engels Volbloed met een hoge achterhand en derhalve sterk op de voorhand lopen. Die paarden zijn praktisch niet in balans te rijden. Vandaar dat men in de polderdressuur steeds meer op stuwkracht focusst die bij de handige ruiters (Scholtens, Minderhoud etc.) weliswaar vaak een spectaculaire voorbeenbeweging maar niet de voorgeschreven gebalanceerde beweging oplevert. In de expliciet gedragen oefeningen (passage, piaffe, piroutte etc.) vallen ze ook altijd door de mand en moeten de aangeleerde truukjes voor dressuur doorgaan.
Op de onderstaande video een paard (nr. 1) met een hoge achterhand en niet dalende achterhand maar wel wat men noemt met een spectaculair maar weinig doelmatig voorbeen.
http://www.youtube.com/watch?v=POfDzDfW ... LGWbruJhiU
Het is mij weer eens duidelijk dat jij er niks van begrepen hebt Arie.
Nu kom je weer aanzetten met filmpjes van paarden die niet eens zadelmak zijn. Als je een ervaren ruiter zou zijn, zou je misschien begrijpen waar Simpelman het over heeft en zou je niet alles zo letterlijk nemen.
Je denkt toch niet dat een paard onder het zadel een compleet ander skeletmechniek en een daarop afgestemde spierwerking kan demonstreren?
Overigens zou dat ook lijnrecht staan op het doel van de dressuur (FEI) om de natuurlijke balans en de daaruit voortvloeiende schoonheid te presenteren.
Paarden die wel over een functioneel dalende achterhand beschikken, kunnen verzamelen en alleen dan kunnen zij het gewicht in de beweging in evenwicht te brengen om de hogeschooloefeningen perfect te kunnen uitvoeren. Let ook op rechte spoor van deze paarden. Dat kan alleen als een paard zuiver in balans is en waarbij zijn natuurlijke bewegingsmechaniek een voorwaarde is.




Ik heb niet bepaald de indruk dat Simpelman het beter dan Gustav Steinbrecht en Dr. Rau weet.
Für Steinbrecht bedeutet die Ausbildung eines Pferdes folgendes:
Citaat:
Citaat:
„Die richtige Dressur ist daher eine naturgemäße Gymnastik für das Pferd, durch die seine Kräfte gestählt, seine Glieder gelenkig gemacht werden. Durch sie werden die kräftigen Teile zugunsten der schwächeren zu größerer Tätigkeit angehalten, diese durch allmähliche Übung gestärkt, und verborgene Kräfte, die aus natürlichem Hang zur Bequemlichkeit vom Pferd zurückgehalten werden, hervorgerufen, wodurch endlich vollkommene Harmonie im Zusammenwirken der einzelnen Glieder mit ihren Kräften entstehen, die das Pferd befähigen, auf die leisesten Hilfen seines Reiters solche geregelten und schönen Bewegungen andauernd und zwanglos auszuführen, die es aus eigenem Antrieb nur in Augenblicken der Erregung flüchtig zeigt. Je vollkommener der Bau des Pferdes, und je edler seine Abstammung ist, um so mehr hat es diese gewünschte Harmonie in seiner Bewegung von Natur."
Steinbrecht en ook Baucher constateerden al dat de Volbloeds niet of heel matig tot dragen konden komen. Dat was honderd jaar geleden al zo en die fysieke beperking is bij de Volbloeds alleen maar toegenomen en daar ondervinden de huidige dressuurpaarden nu de gevolgen van.
Oberlandstallmeister Dr. hc. Gustav Rau schrijft in 1909 in “Die Deutsche Pferdezuchten” al:
Citaat:
‘Men verkrijgt geen rijpaardvaardigheden door toevoer van Engels Volbloed (raceskelet). Allereerst is een uniform type vereist. De bouwstenen bestaan uit een combinatie van lengte- breedte- en hoogte dimensies en de vormen van het skelet. Bij een uniform type, een uniform skelet, uniforme verhoudingen, gelijke voortstuwing- een samenspel van gelijke elementen benodigd voor de verlangde prestaties. Alleen als deze uniforme elementen aanwezig zijn, dan is de hele fokkerij gelijkmatig in de prestatie. Des te meer typen in de fokkerij, des te groter worden de nadelen.
Laatst bijgewerkt door arie53 op 24-11-13 12:17, in het totaal 1 keer bewerkt