Het beleren van een paard. Zo veel vragen en antwoorden… Hier die van mij…
Waar wordt mee begonnen als het paard een veulen is?Het eerste dat met een veulen gedaan wordt is aanraken, aanraken en nog eens aanraken.
In veel methode’s van omgaan met paarden wordt dit imprint training genoemd.
Het houd in dat je het veulen overal aanraakt, hoefjes op tilt en met een touw en halster over het lijfje aait. Dit om te zorgen dat het zonder stress aan de mens en het halster gewend wordt. Op deze manier hou je een makkelijker paard in de omgang over. En bovendien is het een stuk veiliger voor jou zelf.
Als het veulen alle aanraking goed vind doe je eens het touw om het hoofd heen (nog niet vast), als dit ook goed gaat kun je het halster om doen. Een paar uur na de geboorte zal dit normaal gesproken al lukken. Als je er langer mee wacht is het een stuk lastiger. Je hebt dan nog meer geduld nodig.
Als merrie en veulen ergens naar toe gaan neem je het veulen aan een lange lijn mee. In eerste instantie laat je het gewoon de moeder volgen. Als het veulen dit helemaal accepteert en goed mee loopt kun je eens afremmen of zelfs halt gaan houden terwijl de merrie door loopt. Zorg dat degene die de merrie mee neemt dit ook weet. Die kan dan namelijk een stukje verder ook stoppen zodat je weer rustig met het veulen naar de merrie kunt lopen. Op deze manier ga je ook eens bochtjes maken. Als het veulen overal goed mee naar toe gaat kun je ook over de weg gaan wandelen waardoor het verkeersmak kan worden. Veulens zijn heel nieuwsgierig, maar gouw moe. Bovendien hebben ze maar een hele korte periode hun hele concentratie bij wat ze aan het doen zijn. Zorg er dus voor dat het allemaal niet te lang duurt.
Kijk voor een artikel over imprint training op pagina 4,5,6 en7.
Wat doe je met een jong paard dat nog niet bereden wordt?Ik ga er nu van uit dat het paard al mee kan lopen. Als dit niet zo is moet daar eerst aan gewerkt worden.
Voor de ontwikkeling van een veulen tot rijpaard is het heel belangrijk dat het aan zo veel mogelijk vreemde dingen went. Ga dus lekker wandelen of oefen een keer in de bak of het land met kleine hindernisjes. Voorbeelden hiervan zijn;
• Een slinger aan een boom of bak rand vast gemaakt
• 2 kruiwagens vlak bij elkaar waar het paard tussendoor moet
• Een zeiltje (met iets zwaars op de grond gehouden) waar het paard over heen moet
• Slalommen
• Labyrint van balkjes
• Een bal in de bak waar je mee speelt terwijl het paard los is
• Parasol waar het paard langs moet
• Paraplu waarmee je gaat wandelen enz.
Bij al deze dingen geld dat je rustig moet blijven en het paard de ruimte moet geven. Houd het paard dus nooit aan het halster vast en neem een lang touw in plaats van de gebruikelijke korte halster touwen. Het prettigste werkt een touw van ongeveer 5 meter.
Ook longeren is een hele goede oefening met een jong paard.
Wanneer begin je met longeren?En hoe lang?Iets dat een goede voorbereiding op het latere werk is, en daarbij ook nog eens goed voor de spieropbouw, is het longeren. Ik begin daar los mee. Dus zonder lijn. De reden daarvoor is vrij simpel; Ik wil het paard niet beangstigen door het de kans te ontnemen om te vluchten. Bovendien moet je heel erg letten op je eigen houding en positie, wat een goede oefening is.
Het veulen mag al mee doen met de moeder als die weer aan het werk gaat. Als het veulen moe is zal het gaan slapen. Laat het dan ook gaan. Het hoeft niks. Maar mag wel. Je merkt vanzelf dat het de stemhulpen gaat begrijpen en vaker mee doet.
Met het longeren aan de lijn beginnen we ook op een speelse manier. Elk jong paard krijgt een moment waarop hij je met lopen in wil halen. Als het dit wil doen ga je naar een veldje of bak en stuurt het door. Als het rechts liep laat je het dus langs je rechter zij naar voren lopen en door de beperking van de lijn laat je het omdraaien. Daarna mag het langs de linkerzijde weer terug nar zijn plaats. Als het paard dit op elk gewenst moment doet kun je ook een keer een paar rondjes mee draaien waardoor het dus pas na een paar rondjes weer aan de rechter kant terecht komt.
Dit kun je steeds verder uitbouwen. Doordat het paard de beginselen van de commando’s al kent zal dit ook gaan in draf en zelfs galop (als het paard tenminste zijn evenwicht heeft gevonden op de cirkel. Dit begin van longeren gebeurt rond de leeftijd van 8 maanden. Het mag dan echter niet langer dan 5 minuten. Dit kan langzaam uitgebouwd worden naar 10 minuten en zelfs een kwartier als het een jaar is.
Pas als het een leeftijd van 2 / 2,5 jaar heeft bereikt kan het weer verlengd worden naar een halfuur.
Voor een artikel over grondwerk zie pagina: 11en 12
Wanneer mag er een zadel op?Als het paard aan een touwtje kan staan en lopen en bovendien een aantal keer “vreemde dingen training” heeft gehad kun je heel makkelijk een zadel op de rug leggen. Dit moet je alleen bij de meeste paarden rustig opbouwen. Door b.v. eerst eens een dekje op te leggen en een singeltje om te doen.
En wanneer een hoofdstel (met bit)?Eigenlijk het zelfde verhaal als bij het zadel. Nu kun je b.v. eerst een touw door de mond halen en eventueel achter de oren vast knopen. Hierdoor kun je het paard geen last bezorgen bij de tanden en kan het dus eerst aan het idee wennen dat je iets in zijn mond stopt waar op gekauwd mag worden.
Wanneer mag er een ruiter op?Hier heb ik een behoorlijke afwijkende mening over. Ik vind namelijk dat je pas mag gaan rijden* (*stap, halt en sturen) als het paard 4 jaar is. Dan ook alleen maar als er veel ruimte is (b.v. op een strook land of in het duin). Zodat het niet de hele tijd scheef loopt. Het belangrijkste vind ik dat het paard ontspannen is. Dit krijg je alleen voor elkaar als je het paard zo goed mogelijk voor bereid is op wat hem te wachten staat;
Eerst de stemhulpen aan leren, aan tuigage laten wennen, aan de dubbele longe longeren, “vreemde dingen”training doen en uiteindelijk aan het gewicht van een ruiter die er op zit.
Voor een artikel over het inrijden kijk op bladzijde:13 en 14
Waar begin je met rijden mee?Je begint dus met alleen maar zitten. Daarna gebruik je stem en teugelhulpen om het paard in stap te rijden. Dit alles op een lange lijn. Eventueel houd iemand het paard vast doormiddel van een lange doorhangende lijn.
Daarna beginnen we ook met sturen/afwenden. Als dit in stap allemaal goed gaat kun je ook een stukje draf proberen. In het begin niet afwenden, draf is heel lastig voor een jong paard! Als het paard ook goed terug te rijden is kun je een galop proberen.
Hoe bouwen we het rijden uit?Door vooral heel erg op te letten hoe het paard reageert kun je bepalen of je een stapje terug gaat in de training of juist wat verder.
Met 5 jaar mag er pas aan het werk gegaan worden in de bak. Nu mag er ook begonnen worden met lage* hindernisjes (* tot ong. 60 cm).
Met 6 jaar mag er pas begonnen worden met het echte zware werk. Hiermee bedoel ik wedstrijd gerichte training en training langer dan een uur (natuurlijk wel weer afhankelijk van het paard) in de bak.
Voor een artikel over rijden kijk op bladzijde: 8,9 en 10
Hieronder kun je zien waarom ik pas op deze leeftijd het paard belast.
Op deze plaat is aangegeven wanneer in de bepaalde delen de botten (en kraakbeenschijven) volgroeid zijn. Wat op valt is dat de rug pas met 5,5 tot 6 jaar volgroeid is terwijl we er vaak al met 3 jaar (soms zelfs jonger) op zitten en vrij serieus gaan rijden. Dit terwijl zelfs de benen dan nog niet volgroeid zijn. Aan de hand van deze tekening zou ik zeggen dat we er eigenlijk pas na 6 jaar op mogen. Maar omdat mensen daar nou eenmaal het geduld, geld en de ruimte niet voor (over) hebben geef ik al aan dat je dan pas zwaar werk mag gaan doen en er al eerder op kan, namelijk als de benen in ieder geval volgroeid zijn (4 jaar dus).
