Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
merrieveulen schreef:er heeft een heel verhaal gepubliceerd gestaan over belastbaarheid, en de daarnaar gedane onderzoeken. deze hadden te maken met gewicht op de paardenrug.
LADPR schreef:Dus naast wat mijn dierenarts fysio, die van andere mensen, artikelen, ect zeggen, was ik al overtuigd door mijn eigen pony.
Citaat:7. Ruitergewicht en druk
In tegenstelling tot wat mensen vaak denken, is het paard geen gewichtsdrager. De maximale druk die huid en spierweefsel kunnen hebben is voor elk paard gelijk. Driehonderd gram per vierkante centimeter wordt als kritische grens aangehouden en dit gaat na twee uur al problemen opleveren. Er blijken in de praktijk maar weinig zadels aan het gestelde criterium te voldoen; de meeste geven - bij een juiste ligging - tweemaal zoveel druk op de paardenrug. Het slecht passende zadel laat een nog veel hogere waarden zien.
Tekst: Tineke Dekker
De mens met z’n verticale wervelkolom kan zonder problemen twintig tot dertig procent van z’n eigen lichaamsgewicht dragen, het paard maar zo’n twaalf tot twintig procent. Die twintig procent komt voor rekening van de robuuste paarden. Met hun stevige constructie en dichtere botstructuur kunnen ze meer belasting aan, dan het bloedpaard met z’n veel fijnere bouw. Maar natuurlijk spelen ook leeftijd, trainingsniveau en rijkunstige vaardigheden van de ruiter een rol bij de belastbaarheid van het paard.
Luxe en werkpaarden
Volwassen IJslandrijders op hun kleine paardjes weten de gemiddelde ruiter altijd weer te verbazen met hun verschijning. Feit is, dat een IJslander door z’n stevige constructie en veel dichtere botstructuur dan de grote paarden, meer gewicht kan dragen dan een luxe type paard met hetzelfde lichaamsgewicht. Dat geldt voor alle robuuste paardenrassen van het compacte formaat zoals, Haflingers, Fjorden, Welsh Cobs etc. Deze stoere paardjes kunnen tot zo’n twintig procent van hun eigen gewicht aan ruiterkilo’s dragen. De belastbaarheid van een Arabische volbloed, die met z’n stokmaat vaak een stuk boven die van de robuuste rassen uitkomt, ligt daarentegen zo rond de twaalf tot veertien procent. Bij een eigen lichaamsgewicht van 450 kilo betekent dit dat de Arabische volbloed maximaal 63 kilo kan dragen en het robuuste paard wel tot negentig kilo. Hieronder een paar voorbeelden uitgewerkt:
Ras Stokmaat Gewicht paard Max. belasting Ruitergewicht
IJslander 1.42 m 370 kg. 19% 70 kg
Fjord 1.48 m 470 kg. 20% 94 kg
Arabier 1.57 m 425 kg. 14% 64 kg
Andalusier 1.63 m 570 kg. 15% 84 kg
Sportpaard 1.74 m 570 kg 12% 74 kg.
We zien dus dat ‘hoe groter, hoe sterker’ niet opgaat in de paardenwereld. Sterker nog: in feite loopt de relatieve belastbaarheid terug met het stijgen van de stokmaat. Als je omvang en lengte van het pijpbeen vergelijkt van bijvoorbeeld een Fjord met die van een flink rijpaard, zie je vaak een gelijke omvang, maar bij het rijpaard een veel grotere lengte. Daarmee krijg je een grotere stokmaat, maar tegelijk een geringere belastbaarheid: het beenwerk wordt fijner in verhouding tot de hoogte van het paard. Dit geldt ook voor gewrichten en wervelkolom.
Beoordelen draagkracht
Voor het bepalen van de theoretische maximale draagkracht van een paard doorloop je een aantal stappen:
1. De beoordeling van het model: vierkantspaard, hoog vierkantspaard, rechthoekspaard of lang rechthoekspaard. In de praktijk kunnen het vierkantspaard en het rechthoekspaard het beste met het ruitergewicht uit de voeten. Logisch, want deze paarden zijn van nature het beste in balans en treden relatief makkelijk met het achterbeen onder de massa. Het ruitergewicht zal op het hoge vierkantspaard met een extreem korte rug snel in het kwetsbare lendengebied terechtkomen en de rug van het lange rechthoekspaard verliest proportioneel aan draagkracht door z’n lengte: doorveren van de rug bemoeilijkt het doorgeven van de beweging via de lange rugspier naar voren en het ondertreden van het achterbeen.
2. Bepaal het gewicht van het paard: hiervoor zijn handige meetlinten beschikbaar via voerleverancier of de Paardendrogist. Je kunt het gewicht van je paard ook zelf uitrekenen via de volgende formule: borstomvang in het kwadraat x lichaamslengte in centimeters, gedeeld door 11.900. Meet van boeg tot zitbeen.
3. Kijk naar de stevigheid van botten en gewrichten: zijn deze in verhouding tot de rest van het lichaam? Lichter beenwerk betekent minpunten voor belastbaarheid, stevig beenwerk met korte pijpbeenderen levert pluspunten op.
4. Heeft het paard een degelijke conformatie: is de bouw dusdanig dat deze geen handicaps oplevert voor het bewegingspatroon en daarmee het draagvermogen? Een holle rug, overbouwd zijn, een onderhals, korte croupe, lang achterbeen. Dit zijn allemaal factoren die niet bijdragen aan kracht en draagvermogen van een paard.
In de praktijk
Hieronder beoordelen we de in het staatje genoemde paarden op basis van bovengenoemde criteria, waarbij nog steeds trainingstoestand van het paard en het rijkunstige niveau van de ruiter buiten beschouwing gelaten worden.
De sporttypische IJslander
Gewicht: 370 kg.
Pijpomvang voor: 17 cm.
Pijpomvang achter:19 cm.
Type: grootramig, degelijk gebouwd.
Conformatie: geen beperkingen.
Model: rechthoek
Beenwerk: aan de fijne kant
Belasting: 19 %
Maximaal ruitergewicht: 70 kg.
De degelijke Fjord
Gewicht: 470 kg.
Pijpomvang voor: 21,5 cm.
Pijpomvang achter: 23 cm.
Conformatie: geen beperkingen.
Type: sterk gebouwd, goed gespierd paard.
Model: vierkant.
Beenwerk: goed in verhouding.
Belasting: 20%.
Maximaal ruitergewicht: 94 kg.
Het gebruikstype arabische volbloed
Gewicht: 425 kg.
Pijpomvang voor: 20 cm.
Pijpomvang achter: 21 cm.
Conformatie: beperking door wat lange rug.
Type: correct gebouwd, iets lang paard.
Model: lange rechthoek
Beenwerk: goed in verhouding.
Belasting: 15%
Maximaal ruitergewicht: 64 kg.
De barokke Andalusiër
Gewicht: 560 kg.
Pijpomvang voor: 20 cm.
Pijpomvang achter: 22 cm.
Conformatie: geen beperkingen
Type: sterk gebouwd, goed bespierd paard.
Model: rechthoek
Beenwerk: in verhouding
Belasting: 15 %
Maximaal ruitergewicht: 84 kg.
Het moderne sportpaard
Gewicht 570 kg.
Pijpomvang voor: 22 cm.
Pijpomvang achter: 23 cm.
Conformatie: iets overbouwd, paard is in de groei.
Type: grootramig, solide sportpaard.
Model: hoog vierkant
Beenwerk: in verhouding
Belasting bij deze leeftijd: 13%
Maximaal ruitergewicht: 74 kg.
Invloed van de ruiter
Het zal duidelijk zijn dat de ruiter ook zijn invloed heeft op het functioneren van een paard als rijdier. Door een geduldige en systematische ontwikkeling van spierpartijen, pezen, banden en botweefsel, wordt een paard geleidelijk aan meer belastbaar voor de specifieke sportdoeleinden, waarvoor wij het willen gebruiken. Net zo goed van invloed is de intensiviteit waarmee gereden wordt. Ga je tweemaal per week een bosritje maken of wil je elke dag met je paard aan het werk. En dan de ruiterconditie zelf. Rug- en nekproblemen met als gevolg verminderde beweeglijkheid van de rijder of gewoon een belabberde conditie als gevolg van het leiden van een zittend bestaan, hebben een negatief effect op het rijpaard. Ook overgewicht van de ruiter met verminderde coördinatie en belemmerde bewegingsvrijheid kan het paard in hoge mate hinderen en schade berokkenen. Bovendien is vet ‘dood’ gewicht dat zich niet door spiercoördinatie laat besturen en een fractie later in het zadel landt. Aangetoond is dat een slecht rijdende ruiter met weinig balans, die achter de beweging van het paard aan komt, tot drie maal zo zwaar voelt voor het paard. Ga dus eerst bij jezelf te rade als je paard vluchtgedrag vertoont bij het opstijgen, de teugels uit je handen trekt bij het rijden om beter zijn balans te kunnen bewaren, of gewoonweg staakt. Zeker jonge paarden hebben veel tijd nodig om te wennen aan het ruitergewicht en het ontwikkelen van spieren om de ruiter te kunnen dragen.
Hoe draagt een paard eigenlijk?
Een paard is in staat tot dragen dankzij z’n skelet, peesweefsel en spiergroepen. De lange rugspier zorgt voor zijdelingse stabiliteit van de wervelkolom en het doorgeven van de beweging van achteren naar voren. De dieper gelegen rugspieren hebben een dragende functie, broekspieren zorgen voor stuw- en draagkracht. De buikspieren hebben een wezenlijk ondersteunende functie bij het dragen van de ruiter, omdat ze door aanspanning van onderen het doorzakken van de wervelkolom voorkomen en het welven van de rug mogelijk maken. Alleen op deze manier kan het paard dragen zonder schade op te lopen aan zijn lichaam. Van nature beschikt het paard bovendien over nog een belangrijk instrument voor een efficiënte voortbeweging: de hefboomwerking. Het paard in vrijheid gebruikt hoofd en hals om het zwaartepunt naar voren te verleggen, waardoor de achterhand door de ontstane trekkracht meegenomen wordt in de beweging en de gelegenheid krijgt om onder te treden. Dit gebruik maken van eigen lichaamsgewicht om een beweging of verandering van positie te bewerkstelligen, zie je heel duidelijk bij het opstaan van een paard. Ook hier worden hoofd en hals gebruikt om ‘swing’ te krijgen als hulp bij het opstaan. Zou het paard dit niet doen, dan krijgen pezen en gewrichten van het beenwerk enorme krachten te verduren, die makkelijk tot blessures kunnen leiden. Jammer genoeg zijn de meeste boxen te klein om paarden de gelegenheid geven op een natuurlijke manier op te staan. Het principe van de hefboomwerking functioneert uitstekend voor het onbelaste paard. Zodra wij erop gaan zitten, wordt het een andere zaak. Het paard draagt van nature het grootste gewicht op de voorhand. Als wij daar nog bij komen zitten, wordt de verhouding nog schever en zijn de voorwaarden optimaal om problemen te krijgen. De verbinding van de voorhand met de rest van het lichaam loopt via banden en spieren en vormt dus een ‘losse’ ophanging. Enerzijds geeft dit veel flexibiliteit en bewegingsvrijheid, anderzijds ontstaat blessuregevaar als de achterhand niet vanaf het begin wordt getraind om een deel van dit gewicht over te nemen. Hier wordt nogmaals duidelijk hoe belangrijk het is dat de ruiter het paard op geen enkele manier hindert met zijn gewicht, een slecht passend zadel of een belastende rijstijl.
Moeite met het ruitergewicht
Als je een jong paard bekijkt dat nog maar pas onder het zadel is, zie je dat het z’n hals en hoofd gebruikt om een nieuwe balans te vinden. Het strekken van de hals is voor het ongetrainde paard ook een manier om de bovenlijn te rekken en te voorkomen dat de wervelkolom doorzakt onder het ruitergewicht. Op het moment dat een paard overbelast wordt door een te hoog ruitergewicht zie je dezelfde gedragingen. Al bij het opstijgen zakt de rug van het paard een paar centimeter in. De ruiter neemt plaats op een paard met een holle rug. Zo kan het zich maar moeilijk verplaatsen, laat staan aan de teugel lopen. Het paard wil wel, maar kan niet aan de eisen van de ruiter voldoen. Sommige paarden zullen zelfs vluchtgedrag vertonen om onder het ruitergewicht uit te komen.
Hoeveel druk?
Er is de laatste jaren veel te doen over het belang van het drukverdelend vermogen van een zadel. Er wordt met steeds verder geavanceerde apparatuur gewerkt om zadeldruk in kaart te brengen en zo problemen op te lossen en te voorkomen. Op dit moment bestaan er nog geen officiële ijkpunten voor wat betreft maximaal toelaatbare druk op de paardenrug per vierkante centimeter. Toch geven diverse onderzoeken op dit gebied zeer bruikbare indicaties. Drie Newton, ongeveer driehonderd gram, per vierkante centimeter wordt voor paarden als kritische grens gesteld. Bij hogere waarden ziet het hart geen kans meer om bloed in de capillaire vaten te pompen. Als deze situatie te lang aanhoudt (na twee uur) sterven haarvaatjes af en wordt omringend weefsel niet meer gevoed. Hierdoor ontstaan zwellingen, bindweefsel en witte haren. Uiteindelijk sterft ook spierweefsel af (atrofie), tengevolge van de verstoorde doorbloeding. Als we uitgaan van een gemiddeld rijpaard, is er op de rug aan beide kanten van de ruggengraat een maximaal oppervlak van 1.200 vierkante centimeter beschikbaar voor een zadel. Koppel dit terug naar die maximale druk per vierkante centimeter van driehonderd gram, dan betekent het dat we als ruiter van zeventig kilo dit totale oppervlak van twee maal 1200 centimeter nodig hebben voor een drukverdeling die huid- en spierweefsel van de paardenrug niet in gevaar brengt. Er zijn niet veel zadels die dit minimale comfort voor het paard te bieden hebben. Een kleiner kussenoppervlak veroorzaakt te hoge druk, net als een hoog ruitergewicht.
Zadelkussenvulling
Uitgaande van het zadel dat je al hebt en dat in principe goed past, kun je toch nog een aantal stappen ondernemen om het comfort voor je paard te verhogen. Drukanalyse geeft aan dat een zachte en soepele kussenvulling het grootst mogelijke contactvlak heeft en de beweging van je paard het beste volgt: luchtkussens en zacht opgevulde wollen kussens scoren goed. Vervilting van de wol in de kussens leidt tot vervelende oneffenheden die een enorme puntbelasting geven, waar je paard zeker last van heeft. Ga zelf maar eens op een golfballetje liggen met je rug.. Laat daarom je zadel eens per half jaar checken door een goede zadelmaker. Eens per twee tot drie jaar leeghalen en opnieuw opvullen van de kussens is bepaald geen overbodige luxe. Zeker niet als je zadel door de tijd heen een aantal malen is opgevuld. Aan het gewicht van een zadel kun je vaak al voelen dat het tijd is voor een opschoonbeurt. Als je ondanks alle moeite toch niet tevreden bent over het kussencomfort van je zadel, kun je het gebruik van een drukverdelende onderlegger overwegen. Maar dit blijft een kunstgreep die over het algemeen de balans van je zadel verandert, waardoor je weer nieuwe risico’s loopt.
nikki160287 schreef:Voor iedereen! Hier staat waarom een ijslander of bijvoorbeeld een haflinger of fjord meer kan dragen.
Over lengte. Te lange benen vind ik nog niet eens heel erg. Hooguit lastig voor jezelf en zolang je maar niet tegen de benen aan komt (dan ben je gewoon veels te lang). Belangrijker vind ik het bovenlijf. Heb je een heel lang bovenlijf dan creëert dat én meer luchtweerstand én een hefboomeffect. De luchtweerstand lijkt me duidelijk. Het hefboomeffect is ook vrij logisch. Ga zelf maar een ladder rechtop dragen. Dus gewoon vastpakken voor je en de rest steek dan verticaal naar boven. Als je gaat bewegen gaat de ladder ook bewegen. Omdat die ladder ver boven je zit krijg je een hefboomeffect en wordt het moeilijk in balans te blijven.
Marigold schreef:als ik bovenstaande lees betekend het dat volgens mij de helft van alle ruiters niet meer op zijn of haar paard kan rijden zonder (extra) schade aan te brengen!
hoeveel volwassenen die op paarden rijden zitten nou onder de 74 kilo?
en dan bedoel ik vooral de mannen?
Ecudes schreef:Overigens vraag ik me af hoe veel cm extra bovenlijf dan hoeveel extra kracht zou moeten kosten.Zal vast natuurkundig te berekenen zijn, maar zo goed is mijn natuurkunde nou eenmaal niet. Daarbij is het verschil in bovenlijf tussen iemand van 1.70 en iemand van 1.80 geen 10 cm, maar minder (of je moet heel vreemd gebouwde personen vinden).Extra cm's lichaamslengte werken dan dus helemaal niet zo snel in als sommige mensen graag doen geloven.
superwoman schreef:Marigold schreef:als ik bovenstaande lees betekend het dat volgens mij de helft van alle ruiters niet meer op zijn of haar paard kan rijden zonder (extra) schade aan te brengen!
hoeveel volwassenen die op paarden rijden zitten nou onder de 74 kilo?
en dan bedoel ik vooral de mannen?
Omdat het wel gebeurd, zou het volgens jou niet kloppen?
Wat wil je ermee zeggen?
Want veel, heel veel paarden hebben blessures. Hoeveel paarden er lopen met blessures waarvan ze het niet aangeven óf de eigenaar niet ziet dat het paard ergens last van heeft.
Ecudes schreef:nikki160287 schreef:Voor iedereen! Hier staat waarom een ijslander of bijvoorbeeld een haflinger of fjord meer kan dragen.
Over lengte. Te lange benen vind ik nog niet eens heel erg. Hooguit lastig voor jezelf en zolang je maar niet tegen de benen aan komt (dan ben je gewoon veels te lang). Belangrijker vind ik het bovenlijf. Heb je een heel lang bovenlijf dan creëert dat én meer luchtweerstand én een hefboomeffect. De luchtweerstand lijkt me duidelijk. Het hefboomeffect is ook vrij logisch. Ga zelf maar een ladder rechtop dragen. Dus gewoon vastpakken voor je en de rest steek dan verticaal naar boven. Als je gaat bewegen gaat de ladder ook bewegen. Omdat die ladder ver boven je zit krijg je een hefboomeffect en wordt het moeilijk in balans te blijven.
Die hele quote van jou gaat over gewicht, iets waar het mij nog steeds totaal niet om gaat. Ook gaat het mij er niet om of een IJslander extra gewicht kan dragen, maar waarom je wel onder een IJslander mag uitsteken, maar niet onder een Welsh.
Het hefboomeffect snap ik zelf ook wel, alleen stel je nu eens voor de de ladder die je aan het dragen bent uit zichzelf in balans blijft (namelijk gewoon recht blijft, dan hoef jij hem dus niet recht te houden). De ladder in jouw verhaal is namelijk dood gewicht, en dat is altijd lastig. Een mens is sowieso geen ladder voor een paard, ik denk eerder maximaal een keukentrap.
Overigens vraag ik me af hoe veel cm extra bovenlijf dan hoeveel extra kracht zou moeten kosten. Zal vast natuurkundig te berekenen zijn, maar zo goed is mijn natuurkunde nou eenmaal niet. Daarbij is het verschil in bovenlijf tussen iemand van 1.70 en iemand van 1.80 geen 10 cm, maar minder (of je moet heel vreemd gebouwde personen vinden). Extra cm's lichaamslengte werken dan dus helemaal niet zo snel in als sommige mensen graag doen geloven.