[centraal] Boeken schrijvers

Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
xLotje

Berichten: 755
Geregistreerd: 20-01-12

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-03-12 20:35

Haha!

thoraklover

Berichten: 2332
Geregistreerd: 03-08-08

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-03-12 20:49

xLotje schreef:
xLotje schreef:
Hier is het eerste stukje van H1:

Een felle zonnestraal scheen in Laura’s ogen. Ze kneep ze een beetje dicht en ging op de trappers staan om meer vaart te maken. Over enkele tellen was ze eindelijk op haar bestemming. En ja hoor, Laura rukte haar stuur naar rechts en denderde het stoffige erf van de pensionstal op. Er stond bij de ingang een stenen muurtje met daarop een bordje met het logo en de naam van de stal, pensionstal ‘de Veluwenaar’. De stal was gelegen in Gastelwaard, een typisch Gelders dorp op drie km afstand van de Veluwe, het grootste natuurgebied van Nederland. Laura kwam niet zomaar naar de stal. Ze had er namelijk haar eigen pony staan, Imania. Maar die werd altijd Maan genoemd. Ze sprong van haar fiets en keek het erf rond. Helemaal rechts lag de buitenbak met 2 paddocks en een stapmolen. Daarnaast het huis van de eigenaren, Janny en Gerard de Molen, met erachter de grote schuur, waarin zich 14 boxen bevonden, en links op het erf de parkeerplaats en fietsenstalling, en de 6 buitenstallen met een zadel- en voerkamertje. Laura zette haar fiets in het rek en liep naar achteren. Daar lagen 3 weilanden op een rijtje. Aan de zijkanten waren er ook nog eens 2, aan elke kant. Aan de linkerkant waren de weilanden afgeschermd met bomen, omdat daar 4 hengsten liepen. De 3 achterste weilanden waren erg groot en voor de merries en ruinen, en aan de zijkant voor het hooien en kweken van graan. Laura zag Britt en Casper al op het hek zitten. Britt was naast Amber, Laura’s beste vriendin, het andere meisje uit hun vriendengroepje. En Casper hoorde daar ook bij. Britt was verliefd op Casper, vandaar dat ze zoveel met hem optrok. Britt droeg haar blonde haar in een grappig knotje. En dan nog, als laatste Sven. Hij had hier niet alleen zijn valk-kleurige ruin Mystic staan, hij werkte hier ook als stalhulp. Maar hij werd er ook voor betaald, en zij, Amber, Britt en Casper deden het gratis en voor de lol. Sven was hun nieuwste lid en hij was een beetje stil, net als zij. Ze wierp een blik op haar horloge. Het was precies half 8, tijd voor wat hooi en hun ontbijt. Ze liep door naar het hek en stopte even om Britt en Casper te begroeten. ‘Hoi,’ mompelde ze snel. Ze klom over het hek en liep door naar achteren. Daar stond Maan geparkeerd. Laura benaderde het dier voorzichtig en stak haar hand uit. Maan snuffelde er even aan en liet toen haar hoofd zakken. Laura sloeg haar armen om de voskleurige hals en speelde met de lange, blonde manen. Wat hield ze toch veel van haar paard. Ze kond zich geen leven voorstellen zonder Maan.


Deel 2 van het verhaal (volgt dit op)

Terwijl ze haar paard aaide, keek ze behoedzaam om zich heen. Het was Amber inmiddels gelukt de deur open te krijgen en ze stormde naar binnen, waarbij haar bruine krullen opvlogen. Ze had fel groene ogen, net als Britt. Casper en Sven hadden juist weer mooie bruine ogen. Casper had bruin haar en Sven blond. Laura was de enige met blond, steil haar en blauwe ogen. Ze zeiden wel eens dat Laura en Maan het ideale setje waren. Daar was Laura best trots op. Net op dat moment zwaaide de voordeur van het huis open en kwam Janny naar buiten. ‘Voedertijd,’ riep ze. ‘Voerdertijd, luitjes!’ Laura liet Maan los en bewoog zich naar het hek. Ook Britt en Casper maakten zich los en kwamen in actie. En zo begon er weer een nieuwe dag. Met zijn allen, inclusief Sven, die zijn zadel aan het poetsen bleek te zijn, en Gerard, begonnen ze met voeren. Ze rolden een kwart van een baal in het weiland en er werden apart verschillende voederbakken gevuld met biks en zemelen. Vriendjes konden met zijn vieren zo’n bak delen. De meeste paarden begonnen gulzig aan hun ontbijt. Samen met Britt liep Laura met een kruiwagen vol hooi en een grote emmer met biks en zemelen naar de hengsten. ‘Oh Rino,’ riep Britt verlekkerd. Ze floot op haar vingers. Er schoot een hoofd omhoog, van een prachtige paint. Hij hinnikt en wurmde zich langs de andere paarden naar het hek. Britt vulde de voerbak met het eten en klopte Rino op de hals. Rino begon zijn maaltje naar binnen te schrokken. Laura schoof het hooi de wei in. Samen brachten ze de emmer en kruiwagen terug. Zij en Amber hielden zich toen bezig met het schoonmaken van de automatische watertroggen, Sven en Casper schepten ze paardenvijgen uit het weilanden en Janny en Britt schudden het stro in de stallen op, voor het geval de paarden naar binnen gingen. Maar het liep alweer tegen de warme kant aan, dus konden de paarden twenty-four seven naar buiten. Gerard begon met vegen. Het erf was ook maar een rommeltje. Laura zuchtte en boog haar hoofd. Het was 8 uur. Tijd om naar school te gaan.


Heel leuk verhaal! Meer :Y)

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 30-03-12 07:38

EskeGirl schreef:
Mag ik meepraten?
Ik heb in september 2010 mijn eerste boek uitgegeven :)
http://www.boekscout-yo.nl/boek.asp?id=1650

Ondertussen ben ik overgegaan op dichten, en wil een gedichtenbundel uit gaan geven :) (na talloze pogingen om aan een nieuw boek te beginnen :') Een keer was ik heel ver, tot de pc crashte....)


Tuurlijk mag je meedoen!
Wel jammer van dat verhaal...

HoresesLover

Berichten: 1589
Geregistreerd: 26-09-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 30-03-12 15:06

Hi,
Ik ben inmiddels begonnen aan een nieuw verhaal: The Mysterie Of Goldrush Dyana. Hier gaat het over:
P.S: Ik weet dat er nog geen aanhalingstekens staan, die voeg ik ook later toe. :j

Het gaat over Emile, een twaalf, bijna dertien, jarig meisje. Ze heeft stroblonde krullen en helderblauwe ogen. Op school is ze stil, en tijdens de lessen tekent ze pony's, wat ze trouwens erg goed kan. Want ook Emile is een echte paardengek. Ze rijd dan geen paard, evenmin helpt ze op een manege, ze houd net zo veel van paarden als iemand die dat wel doet. Emile's leven veranderd totaal als ze over het duinpad in het 'weitje' een pony ziet staan. Een lichte palominomerrie, staat tussen het hoge gras. Haar elegantie en het temperament trekken Emile gelijk aan. Ze probeert het vertrouwen van de merrie te winnen, en na vele dagen lukt dat, door naast het weiland te gaan zitten en te tekenen. Emile komt erachter dat de pony, ondanks dat die er nog niet lang stond, niet goed verzorgt was. Van dichtbij kon je haar ribben zien, en in haar crèmekleurige manen en staart zaten klitten. Emile besluit de verzorging stiekem op haar te nemen en zo ontstaat er een hechte band tussen het meisje en de pony. Maar alles veranderd als Emile en Goldrush Dyana betrokken raken bij een ernstig ongeluk... Dyana is ter dood veroordeeld....
Ik weet dat sommige stukjes een beetje Penny klinken, maar ik krijg niet alles evengoed opgeschreven. Ik probeer de emoties echt te laten lijken, verdriet, blijdschap, angst, woede, opluchting....
Hier een stukje uit het verhaal:

Nee! tranen stromen over mijn wangen. Dyana hinnikt schril terwijl Bertil haar in de trailer probeert te zetten, de trailer met als bestemming het slachthuis... grote regendruppels plenzen op de grond in de donkere nacht, net als mijn tranen. Het is niet haar schuld! schreeuw ik hard, maar ik betwijfel als Bertil me gehoord heeft. Het was een ongeluk! Ik probeer me los te rukken uit de greep van mijn moeder, maar die laat niet los. Mam! Doe iets! Ik kijk om en zie dat mijn moeder ook tranen in haar ogen heeft. Dat kan ik niet, fluistert ze. Waarom niet! Angst, woede en verdriet kruipen in mij op. Waarom snappen ze het niet? Waarom niet!? Dyana! Schreeuw ik. Dyana! De merrie hinnikt en probeert zich verwoed los te rukken. Haar vacht die normaal zo glanst is dof en kletsnat, op sommige plekken zijn haren uitgevallen, Haar ogen die normaal zo stralen stralen nu alleen maar angst uit... Nee! Ik probeer naar Dyana te komen. Laat haar gaan! Bertil heeft Dyana in de trailer gekregen en gooit snel de deur dicht. Gestamp en gehinnikt klinken dof op uit de trailer. Laat haar gaan! Ik kijk woest naar Bertil die naar ons toe is gelopen. Ze is gevaarlijk, meisje, bromt hij. Je had wel dood kunnen zijn door dat ongeluk. Het was een ongeluk! Schreeuw ik nu woest. Het kwam door die auto! Ik vertrouw haar en zij mij, waarom doen jullie ons dit aan!? Bertil bromt iets onverstaanbaars en loopt naar de truc. Ik voel me slap en het duizelt weer in mijn hoofd, maar ik ben niet van plan om op te geven. Jullie zeggen dat Dyana wreed is, en vals, maar wat zijn jullie nu dan! Ik schreeuw het meer naar Bertil toe, maar die doet alsof hij me niet gehoord heeft. Ik hoor de motor starten. Waarom doe je niets! Zeg ik tegen mijn moeder. Houd hem tegen! Maar weer krijg ik geen antwoord. De truc begint te rijden, ik hoor voor de laatste keer het gehinnik van Dyana. Dyana! Schreeuw ik nog, het klinkt na als een echo in mijn oren. Dan wordt het zwart...

Eske_B

Berichten: 15372
Geregistreerd: 19-08-08

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 30-03-12 17:01

Ik ben toch een nieuwe poging begonnen aan mijn boek. Heb het idee iets veranderd, dit heb ik tot nu toe:


Benthe bekijkt zichzelf in de spiegel. Haar bruine, halflange haar valt over haar schouders en haar bruine ogen staan vrolijk. Ze bedenkt zich hoeveel ze eigenlijk verschilt van haar beste vriendin, Eva. Die is kleiner daar zij is, heeft lang, blond haar en draagt meestal make-up, in tegenstelling tot Benthe. Toch kunnen ze het al vanaf het begin van de brugklas goed met elkaar vinden. Vanuit de deuropening roept Eva ongeduldig: ‘Benthe, kom nou, de les begint zo!’ Benthe pakt haar rugtas en haast zich snel achter haar vriendin aan, naar mentorles.

Meneer Blok schraapt zijn keel. Hij heeft Spaans en is de mentor van Benthe en Eva. Langzaam wordt het stil in de klas. ‘Zoals jullie weten, organiseert de school ieder jaar een reis naar Spanje, en dit jaar zijn jullie de gelukkigen.’ Een gejuich gaat door de klas. Meneer Blok deelt de brieven uit. Hij weet dat hij de klas toch niet meer stil kan krijgen. Benthe leest vluchtig de brief door. Iedere klas die Spaans krijgt, hoopt vurig dat ze naar Spanje mogen, en nu mag ze zelf! Benthe moet bijna schreeuwen om boven de klas uit te komen. ‘Dit is zo gaaf! Wij gaan samen in een caravan, hè.’ Ze omhelst haar vriendin. ‘Als ik tenminste mee mag,’ zucht Benthe.
‘Hoezo zou je niet mee mogen?’
‘Nou, je kent mijn vader toch. Sinds mijn moeder drie jaar geleden is overleden aan dat auto-ongeluk en ik er maar net levend vanaf kwam, is hij zo voorzichtig. Ik hoop dat ik hem kan overtuigen.’ Eva knikt begripvol. ‘Als jij niet gaat, ga ik ook niet,’ zegt Eva. Benthe omhels dit maal haar vriendin. ‘Je bent geweldig!’

Benthe stormt het huis binnen. Haar vader zit om de bank de krant te lezen. ‘Doe eens rustig, jongedame,’ moppert hij. Ai, dit is niet het juiste moment om iets aan papa te vragen, denkt Benthe. ‘Sorry pap,’ zegt ze. Misschien moet ik het maar na het eten vragen, denkt ze. Stilletjes gaat ze naar boven. De start haar laptop op. Er is niemand online om MSN, ziet ze. Ze zou graag Twitter of Facebook willen, maar dat mag ook al niet van haar vader.

Benthe eet haar laatste stukje vlees op. Als ze hem heeft doorgeslikt, zegt ze tegen haar vader: ‘Zal ik de tafel afruimen en de vaatwasser inruimen?’ Extra slijmen kan nooit kwaad. Hij knikt verbaasd, en loopt naar de woonkamer. Zodra Benthe klaar is, loopt ze ook naar de woonkamer. Ze gaat naast haar vader op de bank zitten en zwijgt even. Ze bekijkt de andere bank, die waar haar moede altijd zat. Ze slikt haar tranen weg. Dan zegt haar vader: ‘Wat wil je, vertel op.’

xLotje

Berichten: 755
Geregistreerd: 20-01-12

Link naar dit bericht Geplaatst: 30-03-12 19:49

Haha, deel 3 van het verhaal (nog altijd h1)

Eenmaal op school zette Laura haar fiets op slot en liep naar binnen. Gelukkig was het vandaag dinsdag, en had ze een kort rooster. Ze liep gedachteloos in de richting van het wiskundelokaal. Toen ze de deur opende en naar binnen ging, zag ze Amber al zitten. Naast Amber was een plekje vrij. Laura nam plaats en keek op zij naar haar vriendin. Die zat voorover gebogen over haar schrift en tekende allerlei hartjes in haar agenda. Ze plakte er een plaatje bij van Whiz. ‘En? Vind je zijn foto niet mooi?’ vroeg Amber trots. Ze wees op de foto van Whiz in volle rengalop langs het hek van de wei. Op de achtergrond wat de kont van een Haflinger te zien. Drie keer raden welke Haflinger het was. ‘Ja hoor. Vooral die billen zijn prachtig,’ wees Laura grinnikend. De meisjes giechelden en kletsten over wat ze na school wilden doen. Amber bedacht dat ze misschien een beetje vrij konden rijden in de bak, en wat vrijheidsdressuur. Daar was Laura het mee eens. Ze zwegen toen de les begon. Meneer Zaan schraapte zijn keel. ‘Mag ik even jullie aandacht, jongens en meisjes? Ja? Mooi zo. Ik wilde het even met jullie hebben over de brugklasmusical. Heeft iemand een idee voor een onderwerp?’ Amber en Laura keken elkaar aan. Toen schoot Laura’s hand omhoog. ‘Euhm, ik en Amber hebben al wat vage aantekeningetjes…’ Meneer Zaan grijnsde breed. ‘Geweldig! Kan ik ze misschien doorlezen? En kunnen jullie er iets over vertellen?’ Amber en Laura twijfelden. Maar als ze er iets uitgebreids van maakten, konden ze 20 minuten wiskunde weglaten. Dus, enkel een voordeel. ‘Vooruit, omdat u het bent,’ glimlachte Amber, en ze stond op. Samen met Laura slofte ze naar het bord. ‘Ons idee was om een musical te geven over een oud kasteel waarin een heer woont. Hij voelt zich erg eenzaam nu zijn vrouw dood is. En dan blijkt het ook nog eens te spoken in het kasteel.’ Amber stopte even, en keek de klas rond. Laura ging verder. ‘Dus hij huurt een spokenjager in, maar die slaagt er niet in de spoken te vangen. Op een dag verdwijnt hij plotseling. Dan komen er 3 reizigers langs. Een man en twee vrouwen. Ze vragen of ze een nachtje mogen logeren. Ook deze mensen verdwijnen opeens. En dan..’ Laura keek Amber vragend aan. ‘word de man zelf ontvoerd. Het spook blijkt een oude misdadiger te zijn.’ Amber stopte. Heel even bleef het stil, maar toen klapten de leerlingen. ‘Ik vind het wel een goed idee,’ riep Nikita. ‘Ik wil de misdadiger zijn,’ schreeuwde Jeroen. ‘Die wil ik al worden!’ riep Alexander. Laura lachte. Dat zou vast een succes worden. Ze keek naar Amber. Ook die stond er glimlachend bij. Toen Laura terug liep naar haar plek, om te gaan zitten, keek ze naar buiten. Heel even leek het of er iemand over het plein rende. Laura knipperde met haar ogen en keek nog eens, maar ze zag niets. Het was een verbeelding geweest. Laura zakte neer en sloeg haar schrift open. Ze keek nog eens naar buiten. Niks. Amber plofte naast haar en begon aan haar werk. Meneer Zaan keek nog even de klas rond, iedereen was aan het werk.

Ik ga nu, veel leesplezier!

sweetyfoxy

Berichten: 23
Geregistreerd: 28-12-11
Woonplaats: in zuid-holland, en waar ga ik niet zeggen!

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-04-12 13:42

OMG! ik heb héél veel gemist... ouders...
met mijn verhaal gaat het ook goed.
ga kijken tot hoever het er nu opstaat en de rest van wat ik nu heb ga ik er dan bij zetten.
zeg ajb wat je er van vind!

o, heb er dus niet zoveel op gezet als ik dacht.
nou, hier is tot hoever ik nu ben!
begin nu net aan hoofdstuk 2.
sorry anikailove dat ik er niet vaak was.\
mocht niet.
miss you so mutch!

Proloog

Christel loopt richting de stallen, waar Snow, haar paard staat. Ze opent de grote schuifdeuren en loopt naar binnen. Haar voetstappen weerklinken op de stenen vloer. Eerst loopt ze langs Dreamer, het paard van haar moeder. Ze geeft hem een aai over zijn voorhoofd een geeft een klopje op zijn zwarte hals. Briesend buigt hij zijn hals, en duwt zijn hoofd tegen Christel’s hand aan. Ze grinnikt en duwt haar hoofd tegen zijn zachte snuit aan. Zijn warme adem kriebelt op haar voorhoofd en zijn neusharen strijken zachtjes over haar neus en mond doordat Dreamer zijn hoofd beweegt richting haar hand. ‘Raar beest!’ mompelt ze en ze aait hem nogmaals vluchtig over zijn voorhoofd, en loopt dan naar de stal van Snow. ‘Snowie!’ zegt ze, en normaal gesproken komt Snow daar altijd op af. Maar nu niet. ‘Snowie? Snow? Snow!’ probeert ze nogmaals. Maar geen enkel geluid komt uit de stal. Bezorgd loopt ze naar de staldeur, en kijkt de stal in. 'Snow!!!!' gilt ze. Ze slaat haar handen voor haar mond, en barst in huilen uit. Snikkend opent ze de deur, en loopt naar binnen toe. Ze vult de waterbak om maar iets te doen, en verlaat daarna weer de stal. Overstuur loopt ze weer naar Dreamer toe. 'Wat is er gebeurt?' fluistert ze, 'Waarom Snow? Waarom jij niet?' Ze drukt haar hoofd tegen de warme hals van Dreamer aan, die zijn hoofd op haar schouder neerlegt. Christel’s warme tranen druppelen op zijn zwarte vacht, sommigen glijden naar beneden, anderen blijven op de vacht liggen. Eén traan komt op zijn huid te liggen, en verontwaardigd schud hij hem van zich af. Een klein lachje breekt door op Christel’s gezicht, maar dat is maar tijdelijk. Een minuut later is ze weer bedrukt, en glijden er weer grote, warme, zoute tranen over haar wangen, die ze verwoed wegveegt. ‘Waarom Snow?’ fluistert ze nogmaals, neemt dan afscheid van Dreamer en loopt naar buiten, sluit de schuifdeuren en doet de deuren voor het eerst op slot.

Hoofdstuk 1

‘Mama?’ vraagt Christel. ‘Ja schat, wat is er?’ ‘Mag ik even naar Dreamer toe?’ Verbaast richt Martine haar hoofd op. ‘Maar natuurlijk mag dat! Waarom zou dat niet mogen?’ ‘Weet ik niet! Doei mam, tot straks!’ roept Christel nog net voordat ze buiten is, en ze smijt de deur achter zich dicht. Martine schud haar hoofd. ‘Dochters...’ mompelt ze.
Christel loopt naar de stallen toe, en haalt de sleutel uit haar zak voor de schuifdeuren. Ze stopt hem in het sleutelgat en schuift de deuren open. Ze loopt richting de stal van Dreamer, maar hij staat er niet. ‘O nee!’ gilt Christel, en ze rent terug het huis in. ‘Mama, mama!’ begint ze overstuur. ‘Ja lieffie, wat is er?’ ‘Het... Het... Het is Dreamer.’ Stottert ze. ‘Wat is er met Dreamer?’ Martine, haar moeder, is plotseling heel alert. ‘Hij is verdwenen. Net zoals Snow.’ Haar moeder hapt naar lucht. ‘Dat kan niet!’ stoot ze uit. Ze gooit de deur naar buiten open en loopt op haar blote voeten naar de stal toe. En Christel heeft gelijk. Ook Dreamer is weg. Martine voelt de tranen in haar ogen branden. ‘Dat kan niet,’ zegt ze, ‘Dat kan niet!’ en ze loopt weer naar buiten toe. ‘Dreamer!’ roept ze, ‘Dreamer!’ Maar het is hopeloos. Beide paarden zijn verdwenen. Christel loopt naar haar moeder toe en slaat een arm om haar heen. ‘Het komt wel goed,’ sust ze, ‘We vinden ze wel.’ Hoewel ze dat zelf niet echt gelooft. ‘Je hebt gelijk,’ zegt Martine, ‘We gaan ze zoeken!’

Christel zit op haar bed met haar armen om haar benen heen geslagen, denkend aan Snow, haar paard die een maand geleden verdwenen is. Ze heeft het er nog steeds zwaar mee, dat ze nu geen paard meer heeft. En nu is Dreamer ook nog weg! Hoe moet het nu? Nu heeft ze niemand meer om haar geheimen te vertellen. En morgen is de vakantie weer voorbij en moet ze weer naar school toe. Daar heeft ze al helemaal geen zin in! Een nieuwe start, nieuwe vriendinnen maken, een totaal nieuwe school! Kon ze maar voor eeuwig vakantie hebben en lekker thuis rondhangen, met de paarden bezig zijn en ze nu dan zoeken. Zij en haar moeder hadden voor Snow al een maand geleden aangifte gedaan, precies op de dag dat ze verdween. En nu dus ook voor Dreamer. Alleen doet de politie er niet zoveel mee, dus hebben ze besloten de paarden zelf te gaan zoeken. Ze zijn al begonnen, in de omgeving hebben ze steeds gevraagd of de Snow of Dreamer hadden gezien, of anders iets verdachts bij Martine en Christel thuis. Of ze daar iets hebben zien gebeuren wat met de verdwijning van de paarden te maken kan hebben. Iedereen in de buurt kent elkaar, ze wonen in een klein dorpje, met maar zo’n 300 inwoners. Een erg klein dorpje dus. Daarom is het ook zo vreemd dat hun paarden zijn verdwenen. Iedereen kent elkaar, dus het zou erg opvallen als je opeens een nieuw paard had die heel erg leek op een paard van een ander. Dus een ding wat ze zeker weten is dat de ontvoerder niet in dit dorp woont. Maar waar dan wel? Dat is de grote vraag. Terwijl ze daar over piekert word er zachtjes op haar deur geklopt. ‘Christel, ben je daar?’ word er gevraagd door haar moeder, die het niet leuk vind dat ze zich tegenwoordig in haar kamer opsluit en alleen voor eten en drinken eruit komt. ‘Christel? Kan je even komen? Ik heb nieuws van de politie over de paarden...’ Gelijk springt Christel op en doet haar kamerdeur van het slot. ‘Wat dan?’ vraagt ze ongeduldig. ‘Ze kunnen ze niet vinden. Waarschijnlijk krijgen we ze nooit meer terug en moeten we het opgeven.’ ‘Nooit!’ zegt Christel vurig, en balt haar vuisten. Haar knokkels worden er helemaal wit van. ‘Ik weet het schatje. Ik weet het.’ sust haar moeder haar, en snikkend laat Christel zich in haar moeders armen vallen. ‘Ik mis ze zo!’ snottert ze tussen het snikken door. ‘Ik ook,’ zegt Martine, die ook moeite heeft om haar tranen nog langer te bedwingen, ‘Maar je moet me een ding beloven,’ zegt de terwijl ze naar haar dochter kijkt die weer naar haar kijkt, ‘Beloof me dat je je niet meer op je kamer opsluit.’ ‘Dat beloof ik.’ fluistert Christel.

‘Een maand geleden verdween eerst Snow, jullie weten wel, het witte paard dat altijd ontsnapte. En twee weken geleden verdween ook Dreamer, ons andere paard. Als jullie er meer van weten, zeg het dan alsjeblieft. We missen ze heel erg, en we willen ze graag terug. Dus als jullie iets gezien of gehoord hebben, vertel het. We nemen het je niet kwalijk als je meegeholpen hebt, tenminste nu nog niet, maar vertel het wel gewoon. Dat zouden we erg op prijs stellen.’ Sluit Martine haar speech aan het hele dorp af. Iedereen luisterde geboeid en geven nu een applaus. ‘Maar goed, heeft iemand dus iets te melden?’ vraagt Martine zenuwachtig, hopend op goed nieuws. Maar niemand steekt z’n hand op, staat op of zegt iets. Teleurgesteld loopt Martine van het podium af, naar buiten toe waar Christel staat te wachten op haar. “En?” vragen haar ogen. Martine schud haar hoofd. In haar dochter’s ogen ziet ze dezelfde teleurstelling die zij net voelde. En dat is veel teleurstelling. Christel zucht diep en werpt een blik op hun huis, die in de buurt staat. En op de stal, die helemaal leeg is. Te leeg. Er moet weer iets in staan, vind ze. Al leeft er alleen maar een hond of kat, er moet echt iets in leven. Ze kan niet tegen de leegte, de stilte in de stal. Zelfs een paar vissen zouden genoeg zijn. Nou ja, die maken natuurlijk ook geen geluid maar toch. ‘Kunnen we geen ander dier in de stal houden?’ vraagt ze haar moeder. ‘Dat zou kunnen maar...’ Martine zucht, ‘Het is toch niet hetzelfde, of wel?’ Daar denkt Christel even over na. ‘Nee, dat is niet hetzelfde!’ besluit ze, ‘Maar nu is het er zo leeg, en dat wil ik niet. Ik wil dat er iets lééft. En dat doet het nu niet.’ ‘Daar heb je gelijk in.’ zucht Martine, ‘Oké, we gaan morgen een kat kopen voor in de stal.’ ´Dank je!’ verzucht Christel opgelucht.

´Lilly... Lilly, kom dan brave meid!’ De nieuwe bewoner van de stal komt miauwend op haar af en kijkt haar beschuldigend aan vanwege dat ze nog geen eten heeft gehad. Christel lacht en geeft haar een aai over haar zachte hoofdje. Spinnend kruipt Lilly tegen Christel’s benen aan en geeft de benen kopjes. Christel tilt Lilly even op en drukt haar tegen haar aan. ‘Lieve meid!’ fluistert ze in de vacht van Lilly. Als bedankje stopt Lilly haar staart in Christel’s mond. Proestend trekt ze haar hoofd weg. Bah, allemaal haren in haar mond. Verbaast kijkt Lilly haar aan. Vond ze het dan niet aardig van haar? Dat was toch lief? Ze knippert even met haar oogjes en ze zet haar pootjes op Christel’s benen neer. Haar licht vochtige snuitje brengt ze naar Christel’s neus. En dan... krijgt Christel een natte, ruwe kattenlik over haar neus. ‘Getver!’ gilt ze, en ze rent naar de kraan om haar neus schoon te maken. ‘Doe dat nooit meer!’ moppert ze op Lilly, die haar onschuldig, heel onschuldig aankijkt. ‘Ja, doe maar alsof je niets gedaan hebt! Daar ben je erg goed in!’ zegt ze lichtelijk boos, maar als ze de schattige blik van Lilly ziet smelt haar hart. ‘Je bent wel lief hoor. Maar dat moet je niet meer doen, dat vind ik niet leuk!’ Christel lacht, ‘Ik lijk wel gek, ik praat tegen een kat!’ Ze tilt Lilly op en zwiert haar in het rond, wat ze niet echt leuk vind, want ze begint hard te protesteren. ‘Sorry hoor,’ lacht Christel uitgelaten, ‘Sorry dat het u niet bevalt, mevrouw. Ik zal het voortaan niet meer doen!’ Haar handen zijn intussen leeg doordat Lilly zich eruit geworsteld heeft, dus kruist ze haar vingers achter haar rug. Niet dat het Lilly anders op zou vallen, maar toch. Gewoon voor de zekerheid. ‘Gekkie!’ roept ze, en ze geeft Lilly een stevige aai over haar kleine lijfje. Het krult zich helemaal naar beneden en gaat behendig onder haar hand door. ‘Dan niet!’ mompelt Christel, en ze loopt de stal uit. Maar ze vergeet de staldeuren dicht te doen. Een persoon in een lange, donkere jas met een bivakmuts over het hoofd loopt schichtig richting de stal. Lilly begint acuut te miauwen bij het aanzien van de enge persoon. ‘Kop dicht!’ sist die, en geeft Lilly een klap tegen haar kleine hoofdje, waardoor ze van de wereld is. De persoon haalt een zak van jutte uit zijn zak en stopt daar het slappe lijfje van het katje in. Daarna is de persoon weer weg, net zo snel als die gekomen was.

‘Ik ga naar school, tot vanmiddag!’ roept Christel naar boven, waar haar moeder nog lui in haar bed ligt. ‘Voer jij vandaag Lilly? Ik heb er geen tijd voor, over 5 minuten vertrekt mijn bus en ik moet er nog naar toe fietsen. Dus, tot vanmiddag! En vergeet niet om Lilly te voeren!’ roept ze nog snel voordat ze de deur achter zich dicht smijt. Het hele huis trilt ervan. De lamp in de keuken zwaait gevaarlijk heen en weer. ‘Oeps!’ giechelt Christel, die nog even snel keek wat voor schade ze vandaag aanrichtte. Vrolijk stapt ze op haar fiets en fietst richting het dorp, waar de bushalte is. ‘Sh*t, ik heb nog maar 3 minuten om naar het dorp te fietsen!’ zegt ze geschrokken tegen zichzelf. Ze weet heel goed dat 5 minuten al erg krap is, maar 3 minuten... Dat gaat ze nooit van haar leven halen! Ze fietst zo snel als ze kan en bij de bushalte smijt ze haar fiets neer nadat ze de sleutel eruit had gehaald. Ze pakt haar OV-chipkaart en kijkt op het bord of ze de bus heeft gemist. Goddank, ze moet nog 1 minuut op de bus wachten, dan pas komt die aan. Maar dan heeft ze in 2 minuten gefietst... Dat is raar... Ze haalt haar schouders op. Het zal wel goed zijn. Maar na 1 minuut wachten komt er geen bus. En na 2 minuten wachten ook niet. Ongerust kijkt ze op het bord. Het staat er toch echt. Dat hij 2 minuten geleden aan moest komen. Maar als ze nog eens goed kijkt, ziet ze dat iemand de tijden met watervaste viltstift heeft veranderd. Ze is gewoon te laat! Snel pakt ze haar mobiel en zet hem aan. Net als ze haar pincode in wil voeren, verschijnt er een berichtje. ‘Batterij leeg’ staat erin, en haar mobiel schakelt zichzelf vanzelf weer uit. Wanhopig kijkt ze rond. Wat moet ze nu doen? Ze kijkt besluiteloos rond, en kijkt naar haar fiets. Ze kan natuurlijk weer naar huis toe en haar moeder vragen of ze haar wil brengen... Het is beter dan niets. Christel springt weer op haar fiets en spurt er vandoor. Nog nooit had ze zoveel haast, nog nooit had ze zo hard gefietst. Het resultaat was dat ze binnen 3 minuten thuis was. ‘Mam, mam!’ hijgt ze, terwijl ze de trap opsnelt. ‘Mam, je moet me naar school bre...’ Christel breekt abrupt haar zin af als ze ziet dat haar moeder weer in slaap is gevallen. ‘Daar heb ik heel veel aan!’ zegt ze sarcastisch. Ze sprint weer naar benenden en pakt de huistelefoon. ‘geen bereik’ staat er op het schermpje. ‘Wat is dit allemaal?’ Christel loopt naar het lichtknopje en drukt erop. Geen reactie. Ze doet het nog een keer. Weer niets. De stroom! Schiet haar opeens te binnen. Wie heeft de stroom uitgeschakeld?

Zoekend naar iets waar ze ook maar mee kan bellen, plundert Christel het hele huis. Uiteindelijk vind ze een super oude mobiel waar vreemd genoeg nog beltegoed op zit en die opgeladen is! Ze drukt op het knopje ‘contacten’, maar er staat geen enkel nummer in! Alleen maar eigen nummer. Nu gaat Christel op zoek naar de telefoongids, die ze vind onder een grote stapel kranten en folders. Snel bladert ze naar de naam van haar dorp en zoekt dan het nummer van de elektriciteitscentrale om te melden dat ze geen stroom hebben. ‘Dat is vreemd,’ zegt de man aan de andere kant van de telefoon, ‘u bent de enige die geen stroom heeft.’ ‘Nou, los dat dan op!’ zegt Christel ongeduldig, en drukt boos op het ‘einde gesprek’ knopje op de mobiele telefoon, die zielig begint te piepen vanwege dat de batterij bijna leeg is. ‘Misschien heb ik je nog nodig…’ mompelt ze tegen de mobiel, en zet hem uit. ‘Pech voor school, belangrijkere dingen gaan voor.’ Christel loopt naar de schuur en wil net de sleutel in het slot doen als ze ziet dat het slot al open is. ‘Dat is vreemd…’ Ze trekt de schuurdeuren met lawaai open, maar geen miauwtje, of een ander geluidje van leven, op het geluid dat ze zelf maakt na. ‘Niet nogmaals!’ roept ze, ‘Waarom wij? Waarom wij?!’ gilt ze daarna zo hard dat de hele straat het kan horen. Christel is zonder dat ze het door had hard gaan huilen. Grote halen en hysterisch. Ze laat zich op de koude stenen vloer vallen.

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 01-04-12 15:27

Leuk hoor Judith!

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-04-12 18:08

Even mijn verhaal maar weer;


Never Mind.
Nee, geen intro, niks een rustige start, meteen de keiharde waarheid van mijn leven, geschreven voor Emmelie.
Vol afschuw kijk ik toe hoe het bit door Fency’s mond ratelt. Boos gooit mijn pony zijn hoofd omhoog, waar heb ik met mijn hoofd gezeten door in de stemmen met een eigenpony als hij in de lessen loopt?! Het meisje blijft trekken, maar Fency wil alleen maar harder, harder, harder, als het meisje begint te schreeuwen lijkt het wel of er in Fency hoofd een knop omgaat. De andere kinderen zijn al aan het stappen als Fency opeens een noodstop maakt. Het meisje klapt naar voren, ze verliest haar stijgbeugels en Fency neemt het ervan. Nu zijn ruiter zo naar voor lag, zette hij een bokkenreeks in. Met een doffe klap valt het meisje in het zand waarna ze oorverdovend hard begint te huilen.
De instructrice commandeert dat ik mijn pony moet pakken en snel weg moet wezen, ze had het helemaal gehad met mijn pony. Ik loop de rijhal uit en stijg op ik klop Fency op zijn hals. ‘Kom we rijden een rondje.’ Ik kijk naar Winter, de haflinger van mijn vriendin die rustig staat de grazen in de weide.
Ik laat de teugels van Fency helemaal lang en ik voel de hobbelige bewegingen onder mij. Ik reed niet zoveel meer op Fency, ik had Fency sinds ik 9 was en ik was inmiddels 15. Mijn ouders vonden dat het tijd werd om een paard te kopen, maar ik wilde dat alleen als Fency ook mocht blijven. Dus bleef ik hangen op Fency, dat duurde nu al twee jaar. Ik reed in de lessen alweer op paarden van de manege, want ik paste eigenlijk echt niet meer op Fency. Ik klopte de Welsh op zijn bezweette hals, ‘zielig ding,’ zuchtte ik. Vroeger maakte ik met Renske en Winter vreselijk veel buitenritten. Nu deden we wel dingen als vrijspringen enzo, maar rijden niet meer. Wat wil je dan ook, als je zelf 1.76 bent en je pony is 1.37, terug op stal stapte ik af en verzorgde Fency. Ik aaide hem over zijn voskleurige hals kijkend naar de grote witte bles op zijn neus. ‘Ow Fenc, ik kan niet zonder jou, ik kan je niet groter toveren, maar ik wil meer, we zijn al 2 jaar ons aan het ergeren aan alles op deze manege en onze grootte problemen.’ Een traan glijd over mijn wang. Ik druk mijn gezicht snel tegen Fency’s hals aan. Ik breng je naar je stal, ‘ik zoek wel iets binnenkort, een weitje ofzo, goed schat?’ ik druk een kus op zijn neus en loop naar de auto waar Tamara en pap al zitten te wachten. ‘Naar je zin gehad?’ vraagt haar vader. ‘Nee, een of ander dom kind viel weer van Fency af.’
Thuis kijken mijn ouders elkaar grinnikend aan, Tamara had het al onderschept. ‘Wat lachen jullie?’ vraagt ze. Ik geef mijn 11 jarige zusje onder de tafel een trap. Ze kijkt me boos aan en ik werp eenzelfde blik terug. ‘Nou kinderen, we gaan verhuizen!!’ ik spuug mijn eten uit. ‘We gaan wát?!’ roep ik uit. ‘Em doe nou niet zo negatief, we gaan naar een heel mooi huis met een weide erbij, dan kun jij Fency houden en een paard kopen is dat niet leuk.’ Opeens besef ik dat mijn leven prima is zo, dat het niet anders hoeft. Ik ben gelukkig met Fency, toch? Ik sta op en ren naar boven, daar val ik met mijn hoofd in mijn kussen. ‘Verhuizen? Zijn ze gek ofzo, dan zie ik Renske nooit meer..’ om mijn hoofd ergens anders op te richten start ik mijn laptop op. ‘Mám!’ roep ik, mijn moeder komt na een tijdje de kamer binnen. ‘Hoeveel plek is er daar voor paarden?’ vraag ik nieuwsgierig. Mijn moeder komt bij me op bed zitten. ‘Ik ben blij dat je het eigenlijk fijn vind om daar te gaan wonen, er is ongeveer plek voor vier pony’s, maar die hoeven natuurlijk niet allemaal op..’ zegt haar moeder lachend. ‘Víér pony’s’ herhaal ik zachtjes, ‘en mag ik dus vier pony’s hebben?’ vraag ik hebberig. ‘Ja uiteindelijk kan dat ja, ik weet niet wat voor iets je in gedachten had?’ vraagt mijn moeder, ‘ik had laatst een hele leuke shet gezien en dat kan er meteen voor zorgen dat Fency niet alleen staat als ik op wedstrijd ben,’ leg ik uit. ‘Ah, goed idee Emmelie, laat me eens kijken,’ ik laat mijn moeder de advertentie zien en een kleine ondeugende zwarte shetlander kijkt vrolijk de lens in onder zijn dikke manen. ‘Wat een leukerd zeg Emmelie! Maar vind je het niet leuker om nog een welsh van hetzelfde maatje erbij te nemen? Dan kun je lekker gaan mennen, dan krijgt Fency tenminste ook nog beweging,’ zegt mijn moeder. Hoewel mijn moeder niet veel verstand had van paarden moest ik haar gelijk geven.
‘Ik kom straks nog naar beneden mam ik ga nu even zoeken,’ zeg ik. Mijn moeder loopt de kamer uit en ik begin te zoeken, er gaan allemaal pony’s voorbij. Dan zie ik opeens een leuke pony staan, ondeugend, eigenwijs, maar superlief, beleerd voor de kar.. 11 jaar, een ruin, ook vos kleurig. 1.35 stokmaat, ‘wauw deze zou echt geweldig zijn voor een span met Fency, dan kunnen hun ook op wedstrijd en hoeft Fency zijn wedstrijd leventje niet op te zeggen.’ Ik loop naar beneden met de laptop en laat de advertentie aan mijn moeder zien. ‘Moet je zien mam, deze merrie lijkt wel geknipt,’ zeg ik. Mijn moeder begint te lezen en ik begin enthousiast te vertellen, ‘hij heet Pluto en hij is 11 jaar oud, hij is ongeveer de zelfde hoogte als Fency, hij is vos kleurig, brede bles, hij kan makkelijk in twee span en omdat ze hetzelfde zijn kan ik ook wedstrijden gaan mennen met Fency en Pluto!’ mijn gezicht straalt helemaal. ‘Wat een leukje,’ zegt mijn moeder. ‘Kunnen we morgen gaan kijken? Alsjeblieft? Hij kan wel zolang achter in de tuin aan een paaltje staan totdat hij naar het nieuwe adres kan of niet soms?’ Mijn moeder kijkt mijn vader aan, ‘goed dan, ik zal ze eventjes bellen,’ ze loopt naar de keuken ik wiebel op mijn stoel en mijn moeder komt glunderend terug. ‘Ze hebben hem nog, we kunnen in het weekend komen kijken, Fency mag ook mee om te kijken of het klikt, die vrouw zei dat dat wel belangrijk is voor pony’s die met zijn tweeën in span gaan lopen,’ vertelt ze. Ik knik en krijg een vreselijk warm gevoel in mijn lichaam. ‘Voor paarden heb ik nog niks gezien, wanneer kunnen we komen kijken eigenlijk?’ vraag ik. ‘In het weekend,’ herhaalt mijn moeder, ‘ja dat snap ik maar welke dag van het weekend?’ ik kijk mijn moeder hoopvol aan. ‘Zaterdag, ik bel de instructrice wel even op dat ze Fency niet in deelt,’ zegt mijn moeder, waarna ze weer terug de keuken in loopt. Ik voel de trots van mijn gezicht af stralen.
De volgende morgen word ik wakker van het irritante geluid van mijn wekker in mijn oor, zuchtend sta ik op, ‘vrijdag!’ fluister ik, alles was geregeld en morgen konden ze naar Pluto komen kijken. Ik stap uit mijn bed en kleed me aan, snel pak ik alles in voor school. “School..” galmt er door mijn hoofd, fijn dan moet ik ook weer janken omdat ik ga verhuizen. Ik zucht en loop de trap af, prop snel een boterham naar binnen en vlucht naar buiten. Snel doe ik mijn tas op mijn fiets, dan hoor ik al een fietsbel. ‘Em!!’ hoor ik Renske schreeuwen. ‘Emmelie! Schiet eens even op joh!!’ roept ze ongeduldig. Ik loop de poort uit en stap op mijn fiets, ‘sorry verslapen, ik heb echt rot nieuws Rens..’ begin ik, om maar meteen met de deur in huis te vallen. ‘Wat dan?’ vraagt Renske, ‘verkoop je Fency toch maar?’ ik schud mijn hoofd en voel meteen de tranen in mijn ogen prikken. Renske remt af en komt naast me fietsen, ‘Em wat is er?’ vraagt ze zachtjes. ‘Ik ga verhuizen,’ snik ik zachtjes. ‘Verhuizen..’ herhaalt Renske, het duurt eventjes voor het haar bezonken is. ‘Waarheen?’ vraagt ze zachtjes. ‘Weg, ver weg, minstens tachtig kilometer hier vandaan..’ fluister ik. ‘Nee, dat nooit..’ de rest van de weg naar school zijn we stil.
De zoemer gaat en ik en Renske lopen het lokaal in, we splitsen ons op voor de vaste plekken. Verveeld kijk ik naar het wiskundige gebrabbel op het bord. Dit is misschien wel mijn laatste week hier, dit is misschien wel mijn laatste wiskunde les, dit is misschien wel mijn laatste dag hier.. Dan kunnen we misschien al wel gaan.. Dan ben ik hier misschien al wel weg. In mijn ooghoek spot ik Petra, een dik meisje die altijd gepest werd, vroeger mijn beste vriendin, maar toen ze haar begonnen te pesten in de brugklas heb ik haar maar gedumpt. Vroeger reden we samen, zij op haar trouwe fries Remco ik op mijn Fency. Daarna ben ik over gestapt naar de “stoerdere” kant, ik ontmoette Renske, Lilly, Romy en nog wat andere meiden. Uiteindelijk werd Renske mijn beste vriendin, vooral omdat Winter ook op de stal stond waar ik met Fency stond. Ik weet nog goed hoe ik en Renske het zadel van Petra “gepoetst” hadden voor haar, met een harde paardenborstel. Vervolgens hadden we net gedaan alsof we dachten dat je zo een zadel moet poetsen. Het was Petra’s nieuwe dressuurzadel geweest, helemaal aangemeten op Remco. Ik had me schuldig gevoeld, maar ik wilde niet gepest worden dus heb ik het altijd maar zo gelaten.
Mijn gedachten worden onderbroken door het gezoem van de bel.. Was het maar vast weekend, was het maar vast morgen, dan kon ik me even op Pluto en Fency storten dan had ik wat afleiding van al dit verdriet.
De volgende dag ben ik al vroeg op de manege. Renske helpt me met Fency, de ruin staat helemaal te trappelen van vreugde. ‘Hij denkt vast dat je weer op wedstrijd gaat,’ zegt Renske. ‘Dat is één pluspunt van de verhuizing, Fency komt in een weide langs het huis dat groot genoeg is voor vier paarden, kun jij het geloven dan een pony waarop je niet meer kan rijden naar vier paarden waarvan je er twee, misschien wel drie kunt berijden,’ zeg ik met een stiekeme glimlach. ‘Dat is dan wel geluk voor jou, zullen we Fency laden?’ vraagt Renske, het verbaasde me niks dat ze het feit ontweek dat ik nu 4 paarden ging houden, ze was altijd al jaloers geweest toen ik nog een klein meisje was en wedstrijd na wedstrijd won met Fency, ze was maar al te blij geweest toen ik niet meer op hem kon rijden.
‘Ja is goed,’ ik neem Fency mee, zijn zweetdekentje op, transportbeschermers op, hij staat opgewonden te briesen. ‘Rustig aan Fenc, ik weet dat je dit leuk vind maar wind je niet te veel op je zult straks teleur gesteld zijn als je inziet dat we helemaal niet op wedstrijd gaan,’ zeg ik terwijl ik hem over de hals aai. Als de laadklep beneden is loop ik zo rustig mogelijk de laadklep op, Fency heeft helemaal geen zin om rustig te doen, hij trekt vrolijk aan het touw en probeert zo snel mogelijk de trailer in te komen, ik klim onder de stang door en bind hem vast. Renske doet de stang achter hem dicht, ik leg het hooi voor zijn neus niet en geef hem een kus op zijn neus, daarna verlaat ik de trailer via het zijdeurtje. ‘Die staat, ik ga Rens,’ ik geef mijn vriendin een knuffel. ‘Wanneer maken we onze afscheidsrit?’ vraagt Renske, ‘morgen?’ ik knik. ‘Morgen.’
Dan stap ik in, de motor word gestart en we rijden weg, ik zie Renske zwaaien en zwaai terug. Het gaf me een gevoel van voldoening om Fency zo blij te zien, maar ik was ook vreselijk verdrietig. ‘Mam, ik weet het allemaal niet zo goed meer,’ zeg ik voorzichtig. ‘Wat weet je niet meer?’ vraagt mijn moeder. ‘Nou ik heb altijd gezegd dat Fency voor altijd in mijn bezit zou zijn, maar zo heel gelukkig is hij niet, hij is pas veertien en vandaag was denk ik de eerste dag dat hij echt opgewonden was in een tijd van drie jaar denk ik,’ mijn moeder knikt begrijpend. ‘Maar bekijk het eens van de leuke kant, als we verhuist zijn gaat hij vaker weg met de trailer en heeft hij een vriendje, kan hij weer wedstrijden doen en al die dingen dat is toch leuk?’ vraagt mijn moeder. Ik knik, ‘maar ik ben zo bang dat hij het mennen niet zo leuk vind.’ Mompel ik zachtjes. ‘Maak je maar geen zorgen alles komt goed, wist je al dat we het huis gekocht hebben? De vrachtwagens komen dinsdag alle spullen ophalen, maandag is dus je afscheid van school en had ik al verteld dat er een buitenbakje ook nog aan het huis grenst?’ ik schud van nee. Maandag de laatste dag school, ik was benieuwd hoe dat ging lopen.
Eenmaal aangekomen dribbelt Fency stoer de trailer uit. ‘Wat een prachtig beestje,’ bewonderd de eigenaresse van Pluto hem. ‘De crosswagen kun je ook kopen als je het mennen wat vind en je Pluto ook komt, ik heb zelf ook tweespan tuig maar onze merrie Erica is laatst overleden bij een operatie in de darmen, ik heb besloten dat ik ging stoppen met mennen, vanaf nu af aan alleen nog een groot oud rijpaard waar ik zo nu en dan nog een lekker rustig ritje mee maak, maar Pluto’s hartje is nog lang niet op, hij kan dus wat energiek zijn.’ Legt de vrouw uit, ik knik. ‘Mag ze hem eerst even rijden?’ vraagt mijn moeder, de vrouw, die Angela blijkt te heten, kijkt haar verbaasd aan. ‘Rijden? Als je hem wilt kopen om op te gaan rijden doe ik het niet hoor, jij bent veel te groot voor hem,’ ik kijk mijn moeder ook verbaasd aan. ‘Nee, mijn andere dochter toont nu ook interesse voor paarden zij is pas elf en past er nog op, ik wil alleen kijken of hij ook geschikt is voor het rijden,’ legt mijn moeder uit. Rijden ben je helemaal besodemietert ofzo?! Denk ik boos.
Met tegenzin stap ik op, de pony stapt braaf weg maar in de hoek springt hij er al meteen bokkend vandoor, ik ga staan in de beugels zodat het makkelijker is om te blijven zitten, zodra het ventje zijn energie kwijt is valt hij terug in draf ik veer met de bewegingen mee, ‘ik vind het wat lastig want ik ben natuurlijk de paarden gewend,’ leg ik aan Angela uit. Niet lang daarna heb ik mijn ritme gevonden en Pluto krult netjes zijn hals. Na een half uurtje is het wel genoeg, ‘ik moet ook nog oefenen in de span,’ zeg ik en stap af. Angela haalt de span op, mijn moeder houd Pluto vast en ik haal Fency op, ik doe zijn peesjes en strijklappen om. Angela zorgt eerst dat Pluto staat waarna we samen Fency in spannen, ik had het al vaker gedaan, Remco liep ook regelmatig voor de koets. Niet lang daarna zitten we op de weg naar het bos de pony’s stappen actief voor de wagen. ‘Welke tak van de mensport deed u?’ vraag ik, ‘ik deed mendurence, maar we deden ook een soort cross voor de lol, het mendurence was serieus daarom flipte Pluto net ook zo, hij heeft nogal lang stil gestaan en hij heeft een conditie van hier tot Tokyo, we reden wedstrijden van soms wel 3 uur in draf achter elkaar,’ legt Angela uit. Ik knik, ‘wat wil jij gaan doen?’ vraagt ze dan. ‘Ik wil eigenlijk dat met crossen gaan doen,’ Angela knikt, ‘dan gaan we even naar het veldje daar is zoiets uitgezet, ik ga met je mee, je moeder zou wel even eraf willen dan he?’ Angela glimlacht en mijn moeder knikt.
Niet veel later staan we op het veldje, er waren heuvels, modderpoelen, waterplassen, van alles. Dit leek me een leuke sport, ‘ik ga mee maar jij stuurt,’ lacht Angela, ze gaat achterop de menwagen staan en ik geef de pony’s de hulpen we galopperen wat rondjes en volgen dan de bordjes de wagen gaat naar mijn gevoel harder dan een auto op de snelweg. We komen bij ons eerste obstakel, zonder angst storten de pony zich in de modderpoel, het hoofd hoog houdend. ‘Dit is zo cool!’ roep ik naar Angela, ik stuur de pony de heuvel op, daarna gaat het heel hard, de afdaling is glad van de modder en de pony’s glijden weg, gelukkig was Pluto zoiets wel gewend, als een team werken de pony’s samen en rennen door om de wagen voor te blijven, de modder spat op tegen mijn gezicht en we gaan de waterbak in.
Op een laagje water is het al voorbij, ‘neem ze maar terug,’ zegt Angela, ik neem de pony’s terug en laat ze eventjes lekker draven. Daarna stapt mijn moeder ook weer achterop de wagen en we stappen richting stal terug, de pony’s zijn moe en ik zie aan Fency dat hij zich voldaan voelt.
‘Pluto en Fency zijn een goed team,’ zeg ik tijdens het verzorgen van Fency tegen mijn moeder. Mijn moeder knikt, ‘maar het bevalt me niks hoe die pony flipte toen je erop stapte, maar goed we kopen hem hoor.. We verzinnen wel iets anders voor Tamara,’ zegt mijn moeder. Ik loop naar Pluto toe en sla mijn armen om zijn nek, ‘lieverdje van mij,’ zeg ik zachtjes. Wie had dat gedacht? De tweede pony die ik zou kopen werd weer een kleintje. Ik glimlach en loop terug naar mijn moeder. ‘Het gaf me zo’n kik om te scheuren met die twee!’ Angela lacht, ‘dat snap ik, dat had ik ook, helaas heb ik steeds meer last van mijn atrose, ik heb gewoon geen zin meer om weer een nieuwe pony te zoeken en elke dag twee stallen uit te mesten,’ mijn moeder knikt begrijpend.

Zo wat leesvoer :))

xLotje

Berichten: 755
Geregistreerd: 20-01-12

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-04-12 18:31

leuk hoor!

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-04-12 18:33

Ty. :D

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 02-04-12 17:19

ja erg leuk!
ik ben benieuwd naar de rest :j
ben je van plan dit boek uit te geven?

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-04-12 15:53

wie wil me helpen?
ik ben nu met drie verhalen bezig, maar ik wel er met 1 verder. maar welke? %)
hier zijn stukjes uit de verhalen:

verhaal 1
Met een ruk springt Lotte uit bed. Ik ben jarig! Ze kleed zich aan. als ze beneden komt zijn haar ouders al aangekleed en de tafel is al gedekt. “hoi.”, groet Lotte en ze gaat naast haar moeder aan tafel zitten. “hé Lot. Gefeliciteerd. Je cadeau krijgt je straks. Wat wil je eten?”, vraagt haar moeder. “een boterham met hagelslag.” Lotte pakt de hagelslag en de boter. Haar moeder pakt een boterham. Ze vraagt zich af wat ze krijgt en kan niet wachten tot ze klaar zijn met eten. Ze propt in één keer de boterham naar binnen en staat op. “nou krijg ik mijn cadeau.”, zegt ze met volle mond. Lachend staat haar vader op. “als je je cadeau nu al wil hebben is dat goed.” Haar vader pakt een theedoek uit de la en knoopt de doek om het hoofd van Lotte. Zodat zij niks meer kan zien. “waar gaan we heen?”, vraagt ze. “dat zie je nog wel.” Haar moeder pakt haar arm en trekt haar zachtjes mee naar buiten. Lotte’s hart klopt in haar keel. Buiten waarom gaan we naar buiten? Vragen spoken door haar hoofd maar ze vraagt niets. “dit is je cadeau schat.” Haar vader haalt de theedoek weg. Voor Lotte staat een witte pony! “wat? Waarom krijg ik dit?”, Lotte kijkt verbaasd naar de pony die zich tegen de achterste wand aandrukt. “ben je er niet blij mee?”, vraagt haar moeder teleurgesteld. “wat denk jij? Ik ben hartstikke blij!” ze slaat haar armen om haar moeders hals. Ze maakt de deur open en loopt de stal in. Het paard drukt zichzelf nog steviger tegen de wand. Alsof hij door de muur wil verdwijnen. “wat is er met hem?”, wil Lotte weten. “dit paard is vroeger mishandeld.”, verteld haar vader. “het is een witte merrie van nog maar vijf jaar en ze heeft nog geen naam.”, Gaat haar vader verder. “hoe noem je haar?” Lotte komt de stal weer uit en sluit de deur. “hmm… Sophie!” bij Lotte thuis was vroeger een manege. Er zijn tien stallen, een bak, een zadelkamer, een schuur en twee weilanden. “ik laat haar vandaag even met rust, dan ken ze wennen.” Lotte kijkt naar de bange ogen van de pony. Ze zijn bang, maar toch ook wel lief. Haar ouders lopen weer naar binnen. Lotte blijft nog even naar háár pony kijken. Dan dringt het pas bij haar door. Een pony! Een eigen pony! Blij kijkt ze naar Sophie. Die nu wat minder bang is. Haar oude baasje stond altijd tegen haar te schreeuwen en te slaan. Voorzichtig loopt Sophie, die heel erg vies is, naar het hooi dat naast de staldeur ligt. Ze kijkt nog even naar Lotte en dan neemt ze een hap. Uit haar ooghoeken kijkt ze naar Lotte. Lotte kijkt eens naar de pony. En beschrijft dan in haar hoofd: een schimmel merrie, die nu meer bruin is dan wit, met een lieve grijze neus. Ze is dun, heeft een lieve uitstraling en over het karakter kan ik nog niks zeggen. Als Sophie klaar is met eten loopt ze weer naar de achterwand van de stal en blijft bij Lotte uit de buurt. Lotte loopt het huis weer in en gaat naar haar kamer. Ze pakt haar mobieltje. Ze heeft een sms’je van Fleur. Fleur is haar beste vriendin die zelf een Fjordenruin, Wobbe, heeft gestald bij de manege waar Lotte ook les krijgt.

verhaal 2
“hé Star, we gaan lekker rijden.”, zegt Kim slaperig. Kim is een meisje van 11 jaar en woont samen met Star, haar zwarte Arabierenruin, op een pensionstalling van haar ouders. Er wonen nog maar zeven paarden. “eerst geef ik de andere paarden eten.” Kim loopt naar de hooischuur en haalt een kruiwagen vol hooi. Ze geeft eerst Casper eten. Casper is een jonge Hannoveraan. Dan geeft ze Amy eten. Amy is een bruine Andalusiër. Dan Special Lady. Special Lady is een bruine franse draver veulen van haar moeder. Dan Ebbony. Ebbony is een fries. Dan Els. Els is een bruinbonte Shetlander. En als laatste Binky. Binky is een zwartbonte Tinker en Stars beste vriend. Daarna zadelt Kim snel Star op. “we gaan lekker in het bos rijden!”, grijnst Kim en ze stijgt op. Het is heel gezellig. Ook al is het in het bos nog erg donker. “zullen we draven?”, grinnikt Kim na een tijdje en ze spoort Star aan in draf. Star draaft lekker door. Opeens horen ze vaag in de verte hoefgetrappel. Star hinnikt. De hinnik wordt beantwoord door nog een hinnik. “heb je een nieuw vriendje Star?”, grinnikt Kim. Dan horen ze geschreeuw en getier. Star vindt het doodeng en steigert. “ho, rustig maar.”, sust Kim geschrokken. “we gaan terug.” Ze draaien om en draven weg. Dan horen ze een klap en Star schiet er vandoor in galop. Kim doet er alles aan dat hij weer gaat draven. En het lukt haar. “rustig maar, we zijn bijna thuis.” Het laatste stukje naar huis stappen ze.

Kim rijdt met een wit gezicht het erf op. “nu mag jij ook eten.”, zegt ze met een trillende stem. Ze zadelt af en pakt een plak hooi. Als Star op stal staat zet ze de andere paarden buiten. Ze doet bij Casper een halster om. Als ze op weg zijn naar de wei, is ze er met haar gedachten niet bij. Dat merkt Casper en die maakt daar gebruik van. Hij rukt zich los en gaat grazen in het gras van de berm. Het gras daar is veel hoger dan in het weiland. Met moeite krijgt Kim hem weer mee. Ze denkt aan het geschreeuw en gehinnik. Er is een paard in gevaar, weet ze. “ik moet terug.”, beslist ze. Ze zet snel alle paarden in de wei en zadelt Star weer op. Hij doet alsof er niks gebeurt is die ochtend en huppelt vrolijk over de weg op weg naar het bos. Het soppige mos sopt onder zijn voeten. Het maakt een gezellig geluid net als de brekende takjes. In de verte hoort ze weer iemand schreeuwen. Ze verstijft en Star spitst zijn oren. Ze horen een klap en daarna een vage schrille hinnik. Ze zouden allebei het liefst razendsnel omdraaien en weg galopperen. Maar ze rijden dapper verder. Hoe dichter ze bij het geluid komen hoe banger ze worden. Ze horen steeds meer getier en geschreeuw. Als ze weer een harde klap horen, steigert Star. Kim stapt snel af als hij weer met vier benen tegelijk op de grond staat en kalmeert hem. Ze gaat te voet verder, dicht naast haar maatje. Opeens scheurt er een rode auto langs. Star springt angstig opzij, en probeert weg te rennen. Kim houdt Star net. Als ze van de schrik bekomen zijn lopen ze voorzichtig verder. Ze horen geen geschreeuw en getier meer. Het is stil. Doodstil. Kim kijkt eens goed, in de verte ziet ze een oud gammel hutje. “kom Star, ik wil in dat hutje kijken.” Kim begint te rennen en Star draaft er vrolijk achteraan. Als ze bijna bij het hutje zijn gaan ze weer lopen. Als ze bij het hutje zijn aangekomen maakt Kim voorzichtig het deurtje open. Ze gluurt naar binnen. Ze schrikt enorm. In het hutje staat een kleine, vieze, gewonde, witte pony. De pony is niet echt bang maar ziet er ook niet gezond uit. Kim stapt naar binnen, Star blijft liever buiten wachten. “hé, wat is er met jou gebeurt? Zo te zien ben je een merrie.”, fluistert Kim. De pony wordt rustiger van haar stem en laat het toe dat Kim haar aait. “je kreeg zo te zien genoeg eten want dun ben je zeker niet.”, merkt Kim op. “kom maar mee.” Kim loopt naar buiten en de pony volgt haar. Star loopt meteen naar hun toe en begroet de merrie vriendelijk. Kim stijgt weer op. de pony is bang dat ze haar achterlaten en loopt naar Star toe en duwt vriendschappelijk met haar hoofd tegen Kims been. Ze kan er net bij, want ze is klein. “ja, je mag mee.”, grinnikt Kim. Kim heeft geen touw nodig want de pony volgt haar overal waar ze heen gaat. “jij krijgt een lekkere warme stal en wat hooi. Dan zien we wel wat we moeten doen.” Kim aait de pony. Ze rijden nu het dorp in. De pony gaat netjes achter Star lopen. Een auto stopt naast Star. “wat moet dat hier?”, snauwt de automobilist. “ik rijd hier gewoon met mijn paarden.”, antwoord Kim nonchalant. “ja, dat snap ik. Maar dat ene paard loopt los hoor.” De automobilist wijst spottelijk naar de pony. “o, maar die volgt wel, die is echt heel braaf.” Kim wil weer verder rijden. Maar de automobilist praat verder: “dat is verboden, als ik jullie nog eens tegenkom en dat paard loopt los, die ik een klacht in.” De auto scheurt weer weg. “nou nou.”, mompelt Kim. Ze rijden weer verder. Het is niet ver meer. Na drie minuten lopen ze het erf op. Ze zet de pony even in de stal van Binky als ze Star afzadelt. Dan maakt ze snel een nieuwe stal klaar.

verhaal 3
“zo, dat hebben we ook weer gedaan.”, zegt Jasmine. Ze heeft net paardrijles gehad en ze mocht op haar lieveling Bandiet. Bandiet is gek op springen en Jasmine ook. “ik moet snel naar huis, nu kan ik niet zo heel lang blijven.” Jasmine slaat haar armen om de bruine nek van Bandiet. Bandiet is een manege pony een New Forest, een vos. Jasmine doet snel de staldeur dicht en rent naar haar fiets. Ze racet zo hard ze kan naar huis. Ze is al laat. Snel zet ze haar fiets in de schuur en rent naar binnen. Snel kijkt ze op de klok. Gelukkig, net op tijd. “mooi, je bent er. Kleed je maar snel om.”, roept haar moeder naar Jasmine vanuit de badkamer. Jasmine spurt naar boven en kleed zich netjes om. Ze gaan uit eten. Als ze even later in de auto zitten begint haar moeder opeens over de manege: “je kan morgen niet naar de manege. We gaan naar een kennis.” Jasmine zucht. Jammer, denkt ze.

Als Jasmine de volgende dag op school komt, komt gelijk Jess op haar af. Jess is haar beste vriendin die ook paardrijdt op dezelfde manege. “kom je na schooltijd mee naar de manege? Een paar paarden lopen niet dus die mogen wij rijden.”, vertelt Jess enthousiast. “ik mag niet, moet met mijn moeder weg.”, moppert Jasmine. “O, maar het gebeurt vast nog wel een andere keer hoor.”, troost Jess. Opeens komt Alisa bij hun staan. “weet je wat er gister avond gebeurt is?”, vraagt Alisa opgewonden. “eh… nee?”, antwoord Jess. “Amy heeft haar veulen gekregen! Het veulen heet Alexandro en is een hengstje.” Alisa rent weg. Jasmine laat zich zuchtend op het bankje vallen. “kon ik maar mee.”

Als ze een dag later op de manege komt, gaat ze gelijk naar Bandiet. Bandiet hinnikt vrolijk als hij Jasmine ziet. Jasmine maakt de deur open geeft Bandiet een knuffel. “kom we gaan wandelen.” Jasmine pakt het halster van de haak en doet hem om. Dan klikt ze het touw eraan vast. Meestal is Bandiet vrolijk en fris als ze gaan lopen maar nu is hij best sloom. Verbaast draait Jasmine zich om. Dan ziet ze tot haar grote schrik dat Bandiet kreupel is. Snel zet ze hem op stal en rent naar Alexandra, de bazin van de manege. “wat is er met bandiet gebeurt?”, vraagt ze geschrokken. “hij is bij de beginnersles gestruikeld.”, antwoord Alexandra. “Hij blijft nog heel lang kreupel, daarom verkopen we haar.” Alexandra loopt weg. Jasmine laat zich beduusd tegen de muur aan vallen.

dit waren ze.
welke moet ik nou kiezen?
hebben jullie gelijk wat leesvoer... :')

liliekska

Berichten: 4188
Geregistreerd: 07-03-12
Woonplaats: Haarlemmermeer

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 16:26

verhaal 1

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-04-12 16:31

liliekska schreef:
verhaal 1

ok. maar ik kreeg een keer een reactie dat het een penny verhaal was.

liliekska

Berichten: 4188
Geregistreerd: 07-03-12
Woonplaats: Haarlemmermeer

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 16:38

ja wel een beetje maar mischien kan je er een groot verhaal van maken ofzo of heel spannend?

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-04-12 16:45

hoe bedoel je?

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 17:04

Verhaal 3,

Vind de andere twee toch te penny, de keuze is aan jouzelf natuurlijk.

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 17:06

Misschien ik weet nog niet,
Dit (met het stuk dat ik al geplaatst had) heb ik tot nu toe;


Die dinsdag was het zover, we gingen verhuizen alle spullen waren al uit ons vorige huis.
Ik kijk door mijn kamer, het was kaal alleen mijn bed en kast stonden er nog deze zouden ook achterblijven in het huis. Langzaam loop ik naar beneden en ga naar buiten. ‘Mam, kunnen we gaan?’ staat Tamara te zeuren. ‘Ik kan niet wachten om paard te gaan rijden!!’ roept ze vrolijk. Opeens haal ik me alles van afgelopen zaterdag voor de geest. Mijn moeder had het erover gehad dat Tamara ook wilde gaan paardrijden, ‘wacht is even,’ ik zwaai met mijn handen alsof ik mijn hoofd leeg maak. ‘Paardrijden?’ vraag ik. ‘Ik ga vandaag mennen, even de omgeving verkennen met Pluto en Fency ze zijn immers wel van mij,’ zeg ik. Tamara kijkt naar mijn moeder ik voel me verraden, ‘je hebt toch niet gezegd dat Pluto haar pony zou worden he?’ vraag ik aan mijn moeder. Mijn moeder schud haar hoofd, ‘nee, ik heb gezegd dat een van de vier paarden voor hou zou zijn dus mag jij nog maar een paard kopen, de ander is voor Tamara,’ zegt mijn moeder. Ik knik, ‘had je ook kunnen vertellen voordat ik Pluto kocht, ik wilde namelijk twee wedstrijd paarden en nu is dat,’ ik maak een “poef” gebaar met mijn handen, ‘weg..’ ik stap in de auto. ‘Pap brengt me vast naar stal dan maak ik Fency klaar voor de rit,’ zeg ik kortaf.
In de auto is het stil, ik vraag me af wat mijn vader nu denkt, maar ik vraag er niet na. ‘Emmelie..’ begint hij opeens. ‘Je weet dat Tamar heel breekbaar is he?’ vraagt hij, ik knik als Tamara van haar paard zou vallen zou ze er nooit meer op durven. ‘Denk je dat het een goed idee is om Tamara te laten paardrijden?’ ik schud mijn hoofd, ‘nee, je kent je dochter zelf ook wel ze zou veel te bang zijn om te vallen en als ze valt gaat ze er van geen lang zal ze leven meer op,’ leg ik uit. ‘Maar dat is mijn mening.’
Voor ik het weet, zijn we op stal, mijn vader gaat weer weg, ik zwaai nog kort en loop dan naar binnen. Renske staat me op te wachten, ‘ik kom je voor de laatste keer helpen met Fenc,’ ik knik meteen voel ik de tranen achter mijn ogen prikkelen. ‘Dankjewel Renske, je bent een top vriendin, onze vriendschap is voor altijd,’ stilletjes halen we Fency op hij trekt aan het touw en hinnikt naar zijn vriendjes in de weide. Iets zegt me dat hij doorheeft dat hij hier niet meer terug komt. ‘Lieve Fency, het word allemaal beter, geef kindjes meer op je rug, gewoon lekker wij tweetjes, Pluto en de andere paarden die nog komen gaan.’ Ik klop hem op de hals, ook in de stand staat Fency niet stil hij trapt zelfs als ik zijn transport beschermers probeer om te doen. ‘Fenc kap daar nu eens mee! Dit leven zal je veel meer gaan bevallen dan het leven hier!!’ ik trek aan het halstertouw. Dan verschijnt er een klein meisje, met blonde haartjes een jaar of negen zal ze zijn. Ik herken mezelf in het meisje, ze loopt naar Fency toe. ‘Lieve Fency ik zal je missen,’ zegt ze zachtjes. Fency begint te briesen als ze haar handjes op zijn neus legt. ‘Ik dacht dat wij bij elkaar hoorden, maar jij hoort bij Emmelie en ik hoor hier bij de andere paardjes van deze stal, maar weet wel Fency ik heb genoten van onze ritjes samen,’ ze geeft hem een zoen op zijn neus. ‘Meisje, wie ben jij?’ vraag ik zachtjes. Het meisje kijkt verrukt op, ‘ik heet Vera ik reed elke maandag op Fency,’ legt ze uit. Ik knik, ‘ik snap dat je hem zal missen, maar ik beloof dat je hem nog wel eens mag opzoeken,’ zeg ik. Vera kijkt me dankbaar aan, ‘ik zou willen dat Fency bleef,’ dan beginnen er dikke tranen over haar wangen te rollen. Ik schrik gelukkig ziet Renske dat en ze neemt het meisje mee. Fency begint hard te hinniken als het meisje weggaat. ‘Fency kappen daarmee!’ ik geef een flinke ruk aan het halstertouw, gelukkig staat de trailer al voor de deur, Fency stribbelt flink tegen, mijn vader moest hem zelfs aantikken met de zweep om hem de trailer in te krijgen. Als de deur dichtzit hoor ik een zacht, zielig gehinnik. Ik loop naar Winters stal, daar staat Renske met Vera. ‘Is Winter ook lief?’ vraagt Vera, ‘Winter is heel lief, je kan alles met haar, ook al kent ze je niet, ze weet gewoon dat ze met kleine meisjes als jij voorzichtig moet zijn,’ vertelt Renske trots. ‘Rens, ik kom je zaterdag nog een keer opzoeken ja?’ vraag ik. Renske knikt, ik had me het afscheid anders voorgesteld. Langzaam breng ik de laatste spullen van Fency naar de auto en stap dan in. Ik zwaai naar Renske die nog even komt uitzwaaien, ik zie het behuilde gezicht van Vera en voel me schuldig. Ik hoor Fency hinniken en zet de radio harder, stomme pony, je houd van mij, toch?
Later komen we aan bij de stal van Pluto, Angela heeft hem al helemaal klaar. De menwagen hadden we al over gekocht en stond in de garage van ons nieuwe huis. We openen de trailer, ‘waar is die levendige pony van jou gebleven?’ vraagt Angela als ze Fency ziet. ‘Ik weet het niet met het afscheid kwam er een meisje aan, ze heette Vera en hij was steeds aan het hinniken naar haar en al die dingen,’ vertel ik. ‘Ach dat is maar een manege kind die vergeten ze zo,’ stelt Angela mij gerust. We laden Pluto ook en Angela geeft hem een zoen op zijn neus en gaat dan via het zijdeurtje de trailer uit. Ik maak de stang dicht en sluit de klep de pony’s blijven lekker rustig in de trailer. ‘Zorg goed voor hem,’ zegt Angela met tranen in haar ogen. ‘Zal ik doen,’ antwoord ik. Ik stap weer in de auto en we rijden weg. Angela zwaait ons uit.
Eenmaal aangekomen kan ik niet wachten om de pony´s in te leiden in hun nieuwe omgeving. Ik doe de transportbeschermers en fleece deken af, daarna zet ik ze eventjes op de weide. Vrijwel direct beginnen ze tegen elkaar op te steigeren. ‘Die gekke Pluto van ons ook..’ zegt Tamara lachend, ze komt bij mij staan. ‘Je bedoelt mijn..’ mompel ik zachtjes. ‘Wat zeg je?’ vraagt Tamara, ‘je bedoel mijn, Fency en Pluto zijn mijn pony’s, niet de jouwe jij houdt niet van pony’s’ herhaal ik. ‘Jij moet niet denken dat je nu opeens alles kan krijgen Emmelie, er is in dit weitje plek voor vier paarden en één daarvan is van mij,’ antwoord Tamara stug. ‘Tamar, stel je niet zo aan, je haat pony’s dat weet je zelf ook wel,’ zeg ik luchtig. ‘Dat is fijn Emmelie, maar ik wil een nieuwe hobby en ik heb gekozen voor paardrijden! Dus je kunt kiezen, of ik koop een ander paard en jij mag er nog maar één of ik rij Pluto bij op de dagen dat jij niet ment,’ ik rol met mijn ogen, ‘best best, Pluto is deels van jou.’
Op dat moment denk ik eigenlijk dat ze het toch snel genoeg op zou geven ze zou veel te bang zijn om te rijden, ‘dus wanneer kan ik rijden?’ dringt Tamara aan. ‘Volgende week ofzo een keer, Pluto heeft lang stil gestaan je wilt er toch niet af vallen?’ vraag ik grijnzend. Meteen verschijnt er een angstige blik in Tamara’s ogen. ‘Oké ik snap het, mag ik mee mennen straks?’ vraagt ze nieuwsgierig. Ik knik, ‘tuurlijk mag dat.’
Mijn ouders zijn hard aan het werk dus ik en Tamara eten een boterham in de weide. Tamara kijkt fascinerend toe hoe Pluto door en door kan blijven rennen. ‘Doet hij dit nu ook met het rijden?’ vraagt ze. Puur uit eigen belang knik ik, ‘ja je moet er nu echt niet opgaan ik viel er al bijna af!’ waarschuw ik haar. Tamara knikt en kijkt dan teleurgesteld naar het gras. ‘Echt niet op gaan he? Niet ’s nachts er stiekem opklimmen!’ zeg ik haar waarschuwend. ‘Nee, nee, waar zie je me voor aan?’ vraagt ze met een nep glimlachje. ‘Voor Tamara,’ zeg ik glimlachend, dan sta ik op. ‘Pak jij Pluto? Haal ik Fency,’ ik druk haar een halstertouw in de hand en loop weg. ‘Wacht!’ roept Tamara, ‘wil jij Pluto doen?’ vraagt ze bang. ‘Doe niet zo bang, dat beest heeft een beetje energie te veel!’ ik loop naar Fency toe en gooi de kant met de klip in een poging over zijn hals, hij heeft het in de gaten en sprint meteen een eindje weg. Ondertussen zie ik Tamara achter Pluto aanrennen, ik loop gewoon weer kalm op hem af en probeer het opnieuw. Als hij weg wil rennen grijp ik zijn manen kam vast. ‘Hebbes,’ zegt ze lachend. Ze klipt het touw vast aan zijn halster, Tamara zet Pluto ook vast aan het hek ze heeft de tranen in haar ogen staan, ik zie het maar ik zeg er niks over ik vind dat ze zelf er maar achter moet komen dat pony’s als paarden niks voor haar zijn.
‘Ik haal de menwagen en het tuig,’ zeg ik nadat ik Fency gepoetst heb. ‘Haal jij de peesjes?’ Tamara knikt alleen maar, ze zegt niks, naar mijn idee is ze erg van slag omdat ze het allemaal erg eng vind. Ik loop naar het schuilstalletje en maak het deel wat op slot kan open, daar staat een leuk sport menwagentje ik leg het tuig erop en sleep het mee naar buiten als Pluto het zie begint hij vrolijk te hinniken Tamara deinst meteen bang achteruit, ze kijkt niet uit en klapt zo tegen Fency op. Ze draait zich geschrokken om, ik schud geïrriteerd mijn hoofd, denkend; “wat doet jij hier? Jij vind dit duidelijk eng..” Ik doe de peesjes zelf ook maar even om en span dan eerst Pluto in, daarna Fency en stap op het bankje in de wagen. ‘Ga je zitten of ga je achter mij staan?’ vraag ik. ‘Staan,’ zegt Tamara stoer. Zo gezegd zo gedaan ze stappen rustig een paadje op dat het bos in gaat. Als het pad wat zachtjes en rechter word, laat ik de pony’s aandraven, ‘dit schokt best erg!’ zegt Tamara angstig, haar knokkels zijn vrijwel meteen wit van het knijpen in de stangen. ‘Niet te hard hoor dadelijk val ik!’ waarschuwt ze. ‘Pluto moet zijn energie toch kwijt?’ zeg ik met een beetje een gemene bedoeling. Tamara knikt en klampt zich nog krampachtiger vast aan de stangen. We komen aan op een plek waar wel vaker gecrosst word, ‘wat een toeval!!’ lach ik. Ik zet Pluto en Fency aan tot galop, ‘doe voorzichtig pleas,’ zegt Tamara angstig. Na een kort stukje warm te hebben gegaloppeerd stuur ik ze de heuvel op, maar als we hem af willen gaan knal ik bijna tegen een meisje op. ‘Hey! Kijk eens uit!’ roept ze terwijl ze haar fjord met een noodstop tot stilstand brengt. ‘Sorry ik had je helemaal niet gezien,’ begin ik te stamelend uit te brengen. ‘Geeft niet, nieuw zeker? Ik reageerde alleen zo fel omdat ik mijn maatje Thorak natuurlijk niet wil verwonden met zo’n nood stop,’ ze klopt Thorak op de hals en doet dan haar handschoenen uit. Ze steekt haar hand naar mij uit, ‘Ik ben Melissa, mijn vader heeft dit terrein gebouwd ik hou van de cross weetje?’ ze glimlacht. ‘Ik ben Emmelie en dit is mijn zusje Tamara, in span staan Pluto en Fency, we zijn nog op zoek naar andere paarden voor het rijden, mag ik hier niet komen?’ vraag ik terwijl ik haar de hand schud. ‘Jawel, het is openbaar ben gewoon een beetje trots dat mijn vader de stichter hier van is zegmaar..’ ze glimlacht, ‘kom je morgen weer? Ik wil graag vriendinnen zijn,’ zegt Melissa. Ik knik, ‘tuurlijk, lijkt me erg leuk, moet ik de paardjes meenemen of niet?’ vraag ik. Melissa schud haar hoofd en draait Thorak. ‘Liever niet, ik ga je namelijk verslaafd maken aan de cross,’ ze laat een angst aanjagende grijns zien en crosst dan de heuvel weer af. Ik laat mijn Fency en Pluto weer weg galopperen we duiken door de waterbak en ik voel hoe de wagen soms van de grond afspringt door de snelheid. Tamara zegt niks, ik voel haar angst maar ze zegt niks.
Die avond lig ik stilletjes in bed te staren naar het plafond, ik kan niet slapen. Morgen ga ik crossen.. Crossen is dat iets voor mij? Wat voor een paard ga ik kopen? Die fjord.. die was ook wel stoer. Hoe zou het gaan met Renske? Zou Renske de cross iets vinden? Honderden vragen spookten door mijn hoofd. Laat in de avond viel ik in slaap.

Ik ga niet elke keer alles plaatsen, dan ben ik bang dat men het kopieërt

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 03-04-12 17:29

ok. ik den kook dat ik voor 3 ga.
xbontfire: ik ga hem een andere keer lezen, maar de eerste zinnen zien er al leuk uit!

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Re: [centraal] Boeken schrijvers

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 17:45

Oké.
Ben benieuwd, post je een stukje als je ermee verder gaat? :)

xLotje

Berichten: 755
Geregistreerd: 20-01-12

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 20:05

Ben weer een stukkie verder met m'n verhaal :))

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-04-12 20:07

xLotje schreef:
Ben weer een stukkie verder met m'n verhaal :))


Mooizo! :)
Heii, in mijn verhaal komt een shetlander voor die heet Lotje :P

pebble2000
Berichten: 1335
Geregistreerd: 27-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 04-04-12 08:01

xBontfire schreef:
Oké.
Ben benieuwd, post je een stukje als je ermee verder gaat? :)

Tuurlijk! Alleen niet vandaag, ik zit op de tablet. En het verhaal staat op de laptop.

xBontfire

Berichten: 2651
Geregistreerd: 13-08-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 04-04-12 16:18

We stappen rustig richting stal als Vincenzo opeens stil blijft zijn, zijn neusvleugels beginnen te trillen, zijn oren gespitst en zijn lijf stijf van de spanning. ‘Rustig maar Vinnie, daar is niks,’ fluister ik, ik ben niet bang en dat verbaasd me, normaal grijp ik altijd meteen de teugels vast een pluk van de manen en de zadelkop met mijn andere hand. Vincenzo deinst achteruit, ‘terug naar het veld,’ zegt Melissa terwijl ze haar paard draait. Dan krijgen ze te zien waarom Vincenzo opeens zo raar doet, een pony scheurt door de bocht, zijn ruiter is verdwenen. ‘Fency!’ roep ik, ik herken mijn pony meteen. Vincenzo begint onrustig te dribbelen, ‘hooo, rustig Vinnie, hoooo Fency rustig kereltje!’ de welsh is duidelijk op hol geslagen en schiet in blinde paniek langs Emmelie en Vincenzo af, alsof Vincenzo weet wat hij moet doen draait hij om. Ik geef hem de hulpen en voor ik het weet gaan we weer in volle galop het veld op. ‘Emmelie! Doe rustig aan!’ roept Melissa, ‘de weg is dichtbij!’ het is bij mij het ene oor in en het andere uit, geen tijd te verliezen met de grote passen van Vincenzo rijd ik al snel naast Fency, ‘hooo Fency, kalm blijven Vincenzo,’ mijn adem stokt ik gooi de teugels los en hou buig opzij, met mijn ene arm klem ik me vast aan de hals van Vincenzo en met de andere probeer ik de teugels van Fency te grijpen. Na een aantal mislukte pogingen verlies ik mijn evenwicht, snel grijp ik terug en hou me stevig vast aan de gespierde hals van Vincenzo, ‘Vinnie ik vind dit zo eng,’ fluister ik een traan glipt uit mijn ooghoek, veel tijd om te treuren heb ik niet, de weg waar Melissa over sprak komt steeds dichterbij en ik begin de kracht in mijn armen te verliezen, ik hijs mezelf een stukje overeind en doe een laatste poging. Hebbes! Dan gaat het fout, het zadel begint te glijden en Vincenzo laat met een harde hinnik merken dat dit niet goed gaat. Ik heb geen keuze, ik moet proberen over te springen naar Fency. Langzaam laat ik me nog wat opzij zakken en zet me dan krachtig af, natuurlijk mislukt het, ik val gemeen op de grond. Maar de teugels van Fency heb ik nog vast, het lukt hem niet om zich los te wurmen en na een paar stappen stopt hij. Ik sta op en zie het witte paard op de weg af denderen, ‘Vincenzo stop!’ roep ik, nee.. nee nee nee! Dit mag niet gebeuren dit mag niet echt zijn. Vol afschuw kijk ik toe hoe Vincenzo onderschept word door een auto en over de weg word geslingerd, ‘Vincenzo!’ schreeuw ik zo hard als ik kan, Fency schrikt ervan, maar hij blijft staan. ‘Nee! Vincenzo! Sta op! Ren weg! Kom terug! Alsjeblieft, nee!’ roep ik mijn woede en onmacht slaat over in een helse pijn. ‘Ik heb Melissa’s paard misschien wel vermoord, ik voelde me zo veilig bij hem,’ fluister ik terwijl de tranen beginnen te lopen, ik zit nog steeds op het veld en dan gaat het licht uit.

Is dit te Penny?
Ik vond van niet omdat haar pogingen mislukken, maar ben wel benieuwd wat jullie ervan vinden??