Vroeger kwam ze meteen aangerend als je haar riep, maar tegenwoordig is dit veranderd. In het bos loopt ze nog keurig bij je in de buurt, maar als je haar eenmaal roept is ze gewoon Oost-Indisch doof geworden en trekt ze zich daar niks van aan. Thuis en op andere plaatsen luistert ze echter gewoon prima!
Als ze uiteindelijk komt krijgt ze van mij geregeld een brokje (en natuurlijk altijd weer met aanlijnen), zodat ze het komen niet gaat associëren met aan de lijn gaan. Chica is erg gefixeerd op eten en normaal komt ze altijd meteen aanrennen. Zelfs als je nu het brokje al pakt (en ze ziet het) komt ze nog niet eens!
Ik word dit gedrag een beetje zat, ik wil immers gewoon met haar los het bos rondlopen. Jachtdrift heeft ze niet echt, ze is wel heel dol op sporen (ik heb keren gehad dat ze het spoor van een konijn achternaliep en niet eens opmerkte dat het konijn 5m naast haar stond). Dieren doden doet ze dus niet, en voor de "prooi" zelf heeft ze ook nooit interesse. Ze heeft er gelukkig ook nooit eentje gevangen.

Wat ik tot nu toe doe:
Ik fiets met haar naar het bos toe (3 minuutjes). Aan het begin van het bos stop ik en geef ik haar het commando "zit!". Gaat ze keurig zitten en heeft ze haar aandacht bij mij, krijgt ze een brokje en mag ze loslopen (wat helaas tot zo ver niet voorgekomen is).
Als ze pas na een halve minuut gaat zitten, krijgt ze toch een brokje omdat ze het gedaan heeft en ga ik verder met haar fietsen door het bos.
Ze heeft wel vaker "periodes": de ene keer luistert ze perfect, de andere keer doet ze alsof ze doof is. Maar dit keer duurt het al bijna 2 maanden, wat eerst niet voorkwam.
Zit er nu ook aan te denken om misschien weer eventjes wat hondenworst te kopen, of misschien een klein beetje knakworst mee te nemen, kijken of ze dan wel luistert. Maar ik denk eigenlijk van niet.
Zijn die opstandigheids-periodes Beagle-eigen?
Hoe kan ik zorgen dat ze weer gewoon komt als ik haar roep?
P.S. Het lijkt me sterk als het door dominantie komt, want ik probeer zo dominant mogelijk tegen haar te zijn.
Wij eten eerst, dan pas de hond. Eerst ga ik door de deur, dán mag zij pas. Ik loop niet naar haar toe, maar zij moet naar mij komen. Als thuiskom, negeer ik de hond de eerste vijf minuten.