’t Is tot mijn grote spijt.
Toch doe ik telkens weer een zet,
En soms is ze me kwijt.
Als zij het bed begint te maken,
Kruip ik snel onder een hoeslaken.
Ik weet heus wel, dit mag echt niet,
Maar er is niemand die mij ziet.
Ik lig zo stil als ik maar kan,
Verstoppen, dat is mijn hele plan.
Maar dan opeens, o ramp, o schrik!
Ze tilt de hoek op… en daar lig ik.
Ze roept: “Daar ben je, gekke hond!”
Hoe vindt ze mij toch keer op keer?
Nu lig ik op de kale grond...
Maar ach, ik probeer het morgen weer!




Deel vooral jouw foto’s van schattige stiekemerds, bed-binnensluipers en andere boefenbeestjes!