
Citaat:Bully bashing: de kwelfok-rassen Franse Bulldog, Engelse Bulldog en Mopshond
Bully bashing! Ik las deze term onlangs voor het eerst als onderdeel van een discussie op Facebook. Sommige fans van de Franse Bulldog duiden (uiteraard afkeurend) zo de toenemende discussie aan over dierenwelzijns- en ethische aspecten van het fokken en houden van Franse Bulldoggen en andere brachycephalen (kortsnuiten), zoals de Mopshond of de Engelse Bulldog.
Vaak lees je ook klaaglijke vragen als deze: "Waarom wijst iedereen naar de bulletjes?" Ja, waarom is de discussie momenteel zo intens? Dit zal waarschijnlijk niet in de laatste plaats te wijten zijn aan het feit dat de dierenartsen en hun centrale professionele organisatie, de Bondsdierenartsenkamer (BTK), na tientallen jaren van vruchteloze inspanningen nu eindelijk hun geduld verloren hebben. Elk beroep op het gezonde verstand, talloze rondetafelgesprekken en podiumdiscussies hebben niet geleid tot een aanwijsbare verandering in denken aan de kant van de in rasverenigingen georganiseerde fokkerij. Integendeel, de gezondheidspuinhoop van veel rassen wordt ongebreideld voortgezet.
Ja, het klopt dat veel rassen, en niet alleen de brachycephalen, erfelijke gezondheidsproblemen hebben. Een feit dat met graagte en luidkeels door de (vermeende!) verdedigers van de kortsnuiten naar voren wordt gebracht. De vraag is echter in hoeverre je met dergelijke pogingen tot relativering de positie van de brachyphalen verbetert. Daarnaast moeten we een onderscheid maken tussen gezondheidsproblemen die in de loop van het leven kunnen ontstaan (zoals artrose) en onvermijdelijke ingefokte afwijkingen, die het voor een hond met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid al min of meer vanaf de geboorte onmogelijk maken om een hondwaardig bestaan te leiden.
Wat de kortsnuiten betreft, praten we - niet alleen, maar vooral - over het ademhalingssysteem. We moeten allemaal ademen, maar het zal duidelijk zijn dat er nauwelijks een dier meer afhankelijk is van veel lucht dan de hond, als drijfjager en reukdier. En net in de hond, heeft menselijke overmoed - in combinatie met een bijna absurde nadruk op alleen uiterlijke kenmerken - binnen minder dan een eeuw ertoe geleid dat we nu de Fransoos, de Engelsman en het Mopsras zien, die in veel gevallen zelfs in hun slaap niet genoeg lucht krijgen. Rassen die met een bijna absurd uitziende, verfijnde, door de rasclubs uitgedokterde test hun fokgeschiktheid mogen bewijzen, door te tonen dat ze een kilometer (1000 meter!) sneller kunnen afleggen dan een persoon met een rollator, zonder op te geven of om te vallen... Note: in de laatste zin werd de stijlfiguur van satirische overdrijving gebruikt!
Laten we eens kijken naar de ronduit schokkende cijfers die Prof. Gerhard U. Oechtering verkreeg uit een enquête bij eigenaars van kortsnuiten, en die hij in 2013 publiceerde:
56% van de kortsnuiteigenaren zei dat hun hond ademhalingsproblemen heeft tijdens het slapen (!)
24% van de honden probeert zittend te slapen, anders kunnen ze niet ademen (!)
11% heeft tijdens de slaap verstikkingsaanvallen (!)
77% heeft problemen met eten (!)
46% braakt of kokhalst meer dan eenmaal per dag (!)
36% is al eens vanwege ademnood omgevallen, en meer dan de helft van hen heeft daarbij het bewustzijn verloren (!)
Overal waar dit onderwerp wordt besproken, melden zich talloze eigenaren van de drie genoemde rassen en beklemtonen 'dat men alleen maar een goede fokker moet vinden' en 'dat hun eigen hond gezond is en "vrij ademt". Sommigen beweren zelfs dat hun eigen "sport-Mops" kilometers lang een galopperend paard bijhoudt...
Hoewel mijn bullshit-waarschuwingssysteem bij dergelijke (natuurlijk niet-verifieerbare) uitspraken tot ver in de rode zone uitslaat, helpt het in discussies meestal niet om iemand van leugens te beschuldigen. Ongetwijfeld zijn er Mopsen en Bulldoggen waarin, door een combinatie van geluk en toeval, de misvormde luchtwegen op de een of andere manier zodanig zijn uitgevallen dat er min-of-meer genoeg lucht doorheen komt. Dit verandert echter niets aan de bovenstaande cijfers, waaraan volledigheidshalve en om de absurditeit van de situatie te benadrukken moet worden toegevoegd, dat tot 80 procent van deze dieren via een keizersnede geboren wordt, dus zonder de hulp van de diergeneeskunde zelfs niet levend ter wereld kunnen komen. Opnieuw in duidelijke taal: de voortplanting van deze rassen zou onmiddellijk piepend tot een noodstop komen als de keizersnede niet bestond!
Ook zijn de ervaringen uit mijn eigen praktijk in tegenspraak met de talrijke en sprookjesachtige verhalen over ‘kerngezonde’ Bulldoggen en Mopshonden. Ik ken er maar een paar die tenminste half voldoende lucht krijgen, nog geen hernia hebben of geen ernstige huidproblemen hebben. Maar zelfs voor deze gelukkige exemplaren geldt: als je de vorm van de schedel bekijkt en je het logische denken niet volledig hebt opgegeven, dan moet het zonneklaar zijn dat de door Moeder Natuur voorziene ademhalingsorganen voor honden er gewoon niet in passen. Zelfs een kortsnuit die niet permanent met open mond naar lucht hapt, en die dus niet het zogenaamde ‘Bully-grijnzen’ laat zien, heeft absoluut volledig misvormde neusschelpen, die hun immens belangrijke taken (bevochtigen, opwarmen of afkoelen van de adem) op zijn best marginaal kunnen vervullen.
Laten we nogmaals prof. Oechtering aanhalen: "Extreme brachycefalie is een door de mens veroorzaakte erfelijke aandoening, die ernstige en levenslange gezondheidsschade veroorzaakt. Deze beoogde omvorming van de schedel van de hond heeft tot misvormingen geleid in alle bovenste luchtwegen, gebit, middenoor, ogen en hersenen. Deze veranderingen staan collectief bekend als Brachycefaal Obstructief Syndroom (BOS). Bijna alle fokkers, veel eigenaren en te veel dierenartsen bagatelliseren de luchtwegproblemen bij BOS. "Ademhalingsmoeilijkheden worden door mens en dier altijd als levensbedreigend ervaren." Let op deze laatste zin, die zowel simpel is als waar!
Prof. Oechtering noemt de drie belanghebbende partijen correct: de fokkers, de eigenaren en de dierenartsen.
De dierenartsen
Hoe zit het met de dierenartsen? Helaas doen sommigen (of te veel?) feitelijk dat wat prof. Oechtering hen voor de voeten werpt: ze ondersteunen een bepaald type fokker en eigenaar in het door hen gewenste bagatelliseren van het Brachycefaal Obstructief Syndroom. Dit is niet alleen jammer, maar ook schandelijk!
De meesten van ons dierenartsen hebben echter hun buik meer dan vol van het soms verschrikkelijke lijden van deze dieren, en ook van het te worden gedegradeerd tot (opnieuw een Oechtering-formulering) ‘het reparatieteam van de hondenfokkers’. In de Bondsdierenartsenkamer heeft de werkgroep ‘kwelfok’ zijn verantwoordelijkheid genomen. Deze werkgroep waarschuwt nu met de opvallende flyer "Niet schattig, maar gekweld!" de potentiële kopers van een brachycephale hond. Als ik de situatie correct inschat, zal de druk van onze kant de komende jaren niet afnemen en uiteindelijk tot selectieve fokverboden leiden. De wettelijke voorwaarden hiervoor zijn al lang aanwezig met een paragraaf (11b) die helaas te vaag geformuleerd is, de kwelfokparagraaf van de Dierenbeschermingswet.
De eerlijkheid van onze inspanningen ten behoeve van het welzijn van de kortsnuiten - zowel als ras, als als individu – mag alleen al daaruit blijken, dat het voor ons beroep feitelijk het meest winstgevend zou zijn om gewoon te zwijgen, te lachen en rustig te genieten van de onvermijdelijke winsten die het gevolg zijn van onze chirurgische correcties van de fokwaanzin. Dat doen wij echter niet! We benoemen het probleem, ook al zijn er genoeg onwetende lieden die ons dat kwalijk nemen.
De fokkers
De fokkers kunnen we - op een paar uitzonderingen na - min of meer vergeten. Zoals eerder vermeld, hebben tientallen jaren van goede woorden, gesprekken en discussies niet tot de geringste heroverweging geleid, hier of elders. Zelfs tijdens de recente World Dog Show in Leipzig was er helemaal geen teken van een koersverandering. De suggestie in de discussies over dit onderwerp, dat je in plaats van bij een vermeerderaar alleen maar van een "officiële" fokker hoeft te kopen om een gezonde Franse Bull te krijgen, raakt helaas kant noch wal.
Afgezien daarvan is de invloed van de binnen de VDH georganiseerde fokkerij met name met betrekking tot de Franse Bulldog niet langer noemenswaardig. Ik vermoed dat er tegenwoordig dagen zijn waarop er meer Franse Bullen op Marktplaats worden aangeboden, dan binnen de VDH gedurende het hele jaar ter wereld komen. Met de fokkers cq vermeerderaars die het absolute leeuwendeel van de honden produceren die op de markt komen, kun je alleen al vanuit puur organisatorische overwegingen niet om tafel zitten en discussiëren.
Dikwijls wordt beweerd, dat er nog iets aan te doen zou zijn, dat er - vooral in de zogenaamde dissidente fokkerij – de nodige Franse Bullen en Mopsen zouden zijn die weer veel langere neuzen zouden hebben. Dat laatste is waar, nu en dan (nu en dan!) zie je zulke prijzenswaardige voorbeelden. Maar wie nu gelooft dat alleen met een optische verlenging van de neus plotseling alle problemen opgelost worden, die is helaas nogal naïef waar het de genetica betreft. Alleen omdat de neus langer is, zijn de neusschelpen, het zachte gehemelte en andere structuren nog allesbehalve wat ze zouden moeten zijn. Om nog maar te zwijgen over de andere problemen, zoals de ongelooflijk ernstige neiging tot huidziekten, wervelafwijkingen en hernia's.
Een terugfokkerij van de Franse Bullen en de Mopshonden naar een status als 75 jaar geleden is een project dat - als het met het bestaande genetische materiaal überhaupt mogelijk is - meer dan één mensengeneratie aan tijd vergt. Het is al te laat voor de Engelse Bulldog. Dit ras kan niet meer gered worden, elke verdere fokkerij kan met recht en reden direct worden gestopt cq worden verboden.
Welnu, zoals ik al zei, we kunnen van de kant van fokkers of vermeerderaars niet verwachten dat ze zo’n snelle koerswijziging maken als eigenlijk nodig is, gezien het huidige en duizendvoudige leed van deze honden. Rest dus slechts een abrupte afname van de vraag, allereerst om het absolute aantal honden die lijden aan kwelfok-kwalen – en daarmee het leed – zoveel mogelijk te verminderen. En ten tweede om de fokkers/vermeerderaars duidelijk te maken dat hun "producten" in deze vorm niet langer geaccepteerd worden.
De eigenaren
Deze gedachte brengt ons bij de houders van Bulldoggen en Mopshonden, en daar wordt het echt moeilijk, denk ik. Er zijn verschillende soorten kortsnuitbezitters. Er zijn de ongeïnformeerde bezitters, meestal beginners, die in het slechtste geval het constante snurken en rochelen en de van louter ademnood permanent openhangende mond met daaruit hangende, oversized tong (de bully-grijns) zelfs "schattig" vinden, en die geleidelijk van hun roze wolk vallen wanneer beetje bij beetje tot ze doordringt wat ze met hun Bully in emotionele en financiële zin op zich hebben genomen. Het tegenovergestelde is het geval voor degenen die goed geïnformeerd zijn en die met veel zoekwerk (en vaak geluk!) een hond hebben gevonden die de typische problemen slechts presenteert in een min of meer beperkte vorm.
Dan zijn er de hardcore fans die het ras niet kunnen verlaten, wat er ook gebeurt. Deze fans kunnen, maar hoeven niet per se, behoren tot de eigenaren die me eerlijk gezegd storen. Namelijk de hoofd in het zand stekers met een Bulldog of een Mopshond die duidelijk ernstige beperkingen ondervindt, die deze beperkingen aanhoudend ontkennen ten nadele van de vermeende geliefde hond, die - ondanks daarover te zijn geïnformeerd van deskundige kant - er niets aan doen en die zelfs indien nodig zolang van dierenartspraktijk veranderen totdat ze een collega vinden die ze daarin sterkt.
Als een beperkt voorbeeld van het twijfelachtige grijze gebied in de mindset van sommige (sommige!) Bully-eigenaren kan deze posting dienen, waaraan ik me recentelijk behoorlijk heb gestoord:
“Bullies... Honden met een profiel voor mensen met ruige randen! Altijd Bullen! Hun karaktereigenschappen compenseren alles wat een eigenaar van een Bull wordt aangedaan."
Ik hoop vrij optimistisch dat niet alleen ik mezelf afvraag waar dit over gaat: over de zelfvoldane verzorging van een profielneurose van de eigenaar of over honden die meer dan vaak en zelfs van pup af vanwege hun ernstige beperkingen niet zelfs maar bij benadering het leven kunnen leiden waarop ze recht hebben. Zoiets, dat moet ik toegeven, raakt aan de grenzen van mijn tolerantie. Voor de Bull maakt het immers niet uit of zijn karaktereigenschappen compensatie bieden voor eventuele ingebeelde krenkingen van de eigenaar. Hij wil gewoon kunnen leven als een hond, zonder voortdurend te lijden, en zonder dan ook nog eens te hoeven dienen als een compensatiemechanisme voor menselijke gevoeligheden!
Iedereen die mij persoonlijk als dierenarts kent, weet precies hoeveel ik van Bulldoggen en Mopsen hou. Ze behoren puur door hun aard tot mijn absoluut favoriete rassen. Dus ik begrijp volledig hoe hun fans zich tot hen aangetrokken voelen. En ik zal altijd proberen met al mijn toewijding om hen zoveel mogelijk te helpen met de diergeneeskunde. Zeker kortsnuiten hebben, als hulpeloze slachtoffers van de menselijke hoogmoed, recht op alles wat we voor hen kunnen doen.
Aan de andere kant ben ik me volledig bewust van één feit en zal daarom waarschijnlijk nooit een Franse Bull bezitten: elk van deze honden, of die nu is gekocht bij een VDH-fokker, of komt van een vermeerderaar, of zelfs afkomstig is uit het dierenasiel, jaagt uiteindelijk de vraag aan naar deze dieren.
Ik heb in dertig jaar als dierenarts veel moderassen zien komen en gaan, maar ik heb nog nooit een vloedgolf meegemaakt zoals nu bij de Franse Bullen of bij de Bulldoggen in het algemeen. Het verworden tot modehond heeft tot dusver bij ieder ras zware schade aangericht. Vooral fataal voor de Franse Bullen is dat ze nu op het hoogtepunt van hun ruïnerende fokontwikkeling helaas ook een "must have" geworden zijn, en dat niet alleen in Duitsland.
Uit welke bronnen zouden de enorme aantallen Franse Bulldoggen komen? Denkt iemand daarover na? Men moet zich realiseren dat ik alleen - als een van de bijna tienduizend praktijken in Duitsland - in mijn klantenbestand bijna de helft van de Franse Bulldoggen heb die volgens de VDH-puppystatistieken elk jaar geworpen worden. Het ligt voor de hand dat, ondanks alle volmondig bijgevallen tirades tegen de slechte vermeerderaars die op Facebook en elders kunnen worden gelezen, ruim 90 procent van de Franse Bullen uit dergelijke bronnen betrokken werden en worden.
En op dit punt moet de vraag naar de verantwoordelijkheid van de consument, de eigenaar van de hond, worden gesteld, hoe agressief dit ook door een deel van hen wordt verworpen. Iedereen die luidkeels en onverbeterlijk verkondigt: “Ooit een Bull, altijd een Bull!”, draagt in mijn ogen zeker bij aan het duizendvoudige leed van deze deplorabele dieren. Dit omdat hij vraag (behoefte) genereert, en behoefte wordt altijd bevredigd, hoe dan ook.
Dat de invulling daarvan onvermijdelijk in hoge mate afkomstig is uit Oost-Europese varkensstallen, moet wel glashelder zijn. Hoeveel puppy's van deze origine niet eens levend in het mooie Duitsland op de markt komen, hoeveel moederhonden na zes jaar met twaalf worpen in een donkere schuur uiteindelijk met een knuppel in de nek uit hun lijden verlost worden, dat doet er niet toe. Het belangrijkste (b)lijkt: geen trend onbenut laten passeren!
Wie modegolven bij honden najaagt, veroorzaakt alleen al daardoor massaal dierenleed. Ook al koopt hij de modehond bij een erkende fokker, want dit verandert aan de totale vraag niets. Dit effect is vele malen erger met de kortsnuiten, omdat de meeste van deze honden lijden, zelfs als ze afkomstig zijn uit gecontroleerde fokkerij. Komen ze echter van een lukrake vermenigvuldiger, die er alleen op uit is om zo snel en winstgevend mogelijk aan de immense vraag te voldoen, dan zal het dierenleed hoe dan ook onbegrensd zijn.
Mijn conclusie, in directe reactie op fans en eigenaren:
1. Ik neem, of wij dierenartsen nemen, jullie persoonlijk niets kwalijk. Niet in alle, maar in de meeste gevallen nemen we zonder meer van jullie aan dat dierenleed jullie niet onverschillig laat. En wij begrijpen zeker waarom jullie je aangetrokken voelen tot deze rassen. Het doet ook pijn aan mijn hart, wanneer ik me probeer voor te stellen hoe het zou zijn, als ik nooit meer een bulletje als patiënt zou hebben.
2. Zonder ons te laten afleiden door individuele gevallen van honden die best goed zijn uitgevallen, maar puur koel en los van de emotie naar het ras op zichzelf kijkend, zijn de Franse Bulldog, de Engelse Bulldog en de Mopshond ongetwijfeld kwelfok-rassen. Wil er voor deze rassen iets veranderen, gesteld dat dit nog enigszins mogelijk is, dan moet de huidige modegolf en de daaruit voortvloeiende enorme vraag naar deze honden worden beëindigd. Dit lukt alleen als je jezelf als eigenaar van een hond ter harte neemt, wat professor Oechtering zei in een recent tv-interview:
"Er zijn bepaalde rassen waarvan ik denk dat je ze op dit moment niet kunt kopen, en ik zie daarin ook geen verandering in zicht komen. Dat zijn de Mops, de Franse Bulldog en de Engelse Bulldog."
Zo ziet het eruit, en ik onderschrijf het ook! En wie denkt mij dit nu kwalijk te moeten nemen, kan ik alleen maar zeggen: je hebt niet gezien wat ik al heb gezien. Of het nu Franse Bullen zijn "uit de beste fokkerij", die zulke vreselijke schurft hebben als dat je normaliter alleen verwacht bij honden die door dierenbeschermingsorganisaties uit zuid-Roemenië worden geïmporteerd, of het nu honden zijn bij wie zich van kleins af een allergie ontwikkelt, zodanig dat ze zichzelf bijna verscheuren van constante jeuk, of wat oudere vertegenwoordigers zijn waarbij je je voor een anesthesie afvraagt hoe je een buis door de opgezwollen vleesmassa's in de keel de half ingeklapte luchtpijp in moet duwen, of het dat Franse bulletje was, dat zich na de derde tussenwervelschijfoperatie gewoonweg wankelend voortbeweegt en niet meer lopen kan, of dat het de negen maanden oude Engelse Bulldog was met een vernauwing van het strottenhoofd en de luchtpijp, die tegen de wand van mijn spreekkamer leunend met doodsangst in zijn ogen vecht voor elke ademteug, en mij als oudgediende in het dierenartsenvak doet huilen van medelijden en woede...
Wie ons - dat wil zeggen wij dierenartsen die hun mond opendoen, die zich niet stilhouden en gewoon hun graantje meepikken – ervan beschuldigt jullie als bully- of mopseigenaren te discrimineren, snapt het niet of wil het gewoon niet snappen. Wij spreken ons met dergelijke boodschappen juist uit VOOR jullie favoriete ras, zetten ons VOOR deze dieren in, in overeenstemming met onze professionele ethiek, hoewel we daarmee in principe onszelf economisch schaden.
3. Dus als je denkt aan een Bulldog of Mopshond als eerste of als volgende hond, doe het niet! Anders heb je een goede kans om in de komende jaren van een koude kermis thuis te komen. Ik kan gewoon niet geloven dat er onder de ongeveer 500 bekende hondenrassen geen alternatief is dat ook goed bij je past, maar dat niet vanaf de geboorte gehandicapt is.
Heb je al een Bull of Mops, wees er dan gelukkig mee, laat hem indien nodig opereren zodat hij minstens half zoveel lucht krijgt als een normale hond, maar koop vervolgens, indien mogelijk, geen nieuwe.
En als je één van diegenen bent die echt niet van deze rassen af kan komen, dan rest je slechts om heel, heel zorgvuldig om jezelf heen te kijken. Alleen naar de pups kijken helpt je niet verder. Op de leeftijd dat ze afgegeven worden hebben ze heel mooie neuzen en een alleszins redelijke ademhaling, maar uiterlijk na een jaar hebben ze een gleufneus en het spektakel begint. In het beste geval kan de getrainde blik op beide (!) ouderdieren - live, niet op foto's - een zekere mate van veiligheid creëren.
Ik zou dit lange artikel willen afsluiten met twee citaten van de Brits-Oostenrijkse wetenschapsfilosoof Karl Popper:
"Always remember that it is impossible to speak in such a way that you cannot be misunderstood: There will always be some who misunderstand you."
"No rational argument will have a rational effect on a man who does not want to adopt a rational attitude."
Ralph Rückert, dierenarts, 23-11-2017.
Bron