Wat vinden de voorstanders van behoud van couperen dan van het houden van niet-ecotope huisdierrassen? Bijv. een Sint-Bernhard hond op Curaçao, een Saluki in Noorwegen, een Tibetaanse Mastiff in Nederland? Zoals ik al in een eerdere post aangaf kan ik binnen bepaalde grenzen begrijpen dat oren en/of staarten gecoupeerd worden mits het voor de hond meer voordelen dan nadelen heeft. Ik ben dan ook niet direct voor- of tegenstander.
Als couperen zo bij de oorsprong en het karakter van bepaalde hondenrassen past hoe zit het voor voorstanders van (de traditie/reden van) couperen dan met de traditionele ecotoop van deze rassen? Doet dat ertoe of vind je dat het niet van invloed is op de rasstandaard/traditie van deze hondenrassen? En voor de langere termijn van het voortbestaan van die standaard?
Men dient niet te vergeten dat de mens degene is geweest die doorgaans de selectiekeuzes maakte, maar dat ook de natuur hierop van invloed is geweest; dat is een onvermijdelijke wisselwerking (geweest). Een hond fokken die niet tegen extreme kou kon in een koud, hard klimaat en hem dan maar een trui aandoen en buiten laten banjeren 24/7 zou een onlogische, onnatuurlijke keuze zijn geweest (het bestaat weliswaar, maar zo'n dier is dan niet 'ecotoop' en voor buiten niet functioneel, dus zal het een andere functie hebben). Waar ik op doel is het volgende: hondenrassen dienden een bepaald, specifiek (vaak specialistisch) doel. Dubbele vachten, vliezen tussen de tenen, e.d. zijn selecties voor functie en doelstelling, rekening houdend met een specifieke ecotoop. Een labrador retriever past overduidelijk niet in de ecotoop van een woestijnlandschap, maar hoe zit het dan met een Britse woonwijk? Immers, hondenrassen veranderden en veranderen naar gelang de functie veranderde. Denk bijvoorbeeld eens aan de ontwikkeling van poedels...
Is het niet fair om te stellen dat er tegenwoordig voor diverse hondenrassen meerdere functies zijn ontstaan en daarbij de traditionele functies veelal op de achtergrond zijn geraakt ten opzichte van woonwijk-huisdierfunctie? Wat betekent dat voor het voortbestaan van specialistische hondenrassen?
Daar zijn namelijk denkbeeldige (en echte?) grenzen in te ontdekken. Neem bijvoorbeeld de Alabai (ik vermoed dat veel mensen dit ras niet kennen, maar omdat dit een ras is waar ik wél wat van weet en staart+oren worden gecoupeerd noem ik deze als voorbeeld). De Alabai werd en wordt gebruikt als waak- en herdershond in Centraal-Azië. Zoals ik in een eerdere post noemde worden oren en staart gecoupeerd voor bescherming en gemak van eigenaar én hond. Dit dier past volledig in de ecotoop van de steppen, bergen en (half)woestijnen van Centraal-Azië. Hij is sinds duizenden jaren gefokt voor specifieke doeleinden. Pas de laatste jaren zijn er mensen in het Westen die deze hond als huisdier nemen. Omdat dit echter een heel specialistisch ras is, is het karakter daar ook naar. Dit type hond moet 'iets/iemand' hebben om te beschermen en bewaken en wanneer zo'n hond dat niet krijgt dan zoekt hij wel wat om te beschermen. Zo'n hond is gefokt op een grote mate van zelfstandigheid en ruimte, en zal dan ook doorgaans niet achter een bal aanrennen oid.
Zo'n hond maak je niet blij met een mand in de hoek van de kamer en op zijn tijd een ommetje.
Zo geldt dat voor veel hondenrassen waarbij couperen traditie is. Het verschil is echter dat bij populaire hondenrassen zoals Jack Russels het gebruik als huistuinenkeuken-huisdier de overhand lijkt te hebben genomen tegenover traditioneel gebruik. Waarom kan beide niet naast elkaar bestaan? Ik kan me best indenken dat er fokkers en liefhebbers zijn die een zachtaardige allesvriend, rustige, apporterende en in de mand hangende Dobermann of Alabai geen 'echte' meer vinden, omdat het niet over de karaktereigenschappen beschikt van een oorspronkelijke Dobermann, Alabai, vul maar in, omdat de oorspronkelijke karaktereigenschappen in wezen niet passen bij wat hondeneigenaren in een doorsnee woonwijk kunnen of willen (soms wel, en dan kun je je afvragen wat kwalijker is) houden. Wat moeten fokkers hier dan mee? Twee divisies fokken, te weten uiterlijk een Alabai, maar qua karakter een huishond/schoothond en een traditionelere fokkerij al dan niet met op de moderne tijd aangepaste functies die zo dicht mogelijk bij de oorsprong staan? Of één ervan afwijzen? Fokkerij ontwikkelt zich immers en het is aan fokkers en fokkerij verenigingen te bepalen welke richting ze daarmee op willen. Ik kan daarbij (voor een paardenras weliswaar) een heel interessante ontwikkeling noemen van het afwijzen van traditionele fokkerij en het omvormen van moderne fok tot traditie (voor velen dus de omgekeerde wereld). Fokkerij ontwikkelt zich, en niet altijd (of niet vaak) in de richting die alle fokkers tevreden zal stellen.
Dat couperen zielig zou zijn is moeilijk; daar worden diverse onderzoeken aan gewijd maar vooralsnog blijf ik van mening dat zolang het meer voordelen dan nadelen oplevert voor de hond om wel of niet te couperen de keuze stukken evidenter is.
Ik vind overigens dat er veel mensen zijn die pertinent geen enkel begrip hebben voor couperen, ongeacht de reden van couperen. Dat is enigszins ondoordacht en niet terecht, maar de fokkerij mag best nadenken over de mogelijkheden van wel of niet couperen en in hoeverre er juist anders gefokt zou kunnen of moeten worden bijvoorbeeld zodat couperen in de meeste gevallen niet meer hoeft en de gezondheid toch bewaakt blijft; het is een wisselwerking tussen traditie en ontwikkeling en die balans is moeilijk. Anderzijds is het dan dus ook zaak de oorspronkelijke foktradities niet uit het oog te verliezen omdat die zich veelal over decennia, honderden en in sommige gevallen zelfs duizenden jaren hebben ontwikkeld. Maar, ook die fokkers zouden niet moeten vergeten dat fokkerij van huisdierrassen een bewegend iets is, onderhevig aan allerlei invloeden (en dan heb ik het écht niet alleen over mode, maar ook over ontwikkeling/verandering van gebruik, kennis, enz).
Een en ander beweegt zich, zoals ook mensenrechten zich bewegen geldt dat ook voor welzijn van dieren. Bij door de mens gekweekte en ontwikkelde dieren is die verantwoordelijkheid misschien nog wel veel groter. Dat betekent dat het welzijn voorop staat, of dat dan wél of niet couperen, wel of niet aanpassen van de fok hierop inhoudt is een hekel punt, juist omdat veel onderzoek naar de gevolgen van couperen (en niet couperen bij traditioneel gecoupeerde hondenrassen) nog relatief recent is en op tegenstand stuit. Ik denk dan ook dat het einde van deze discussie voorlopig nog niet in zicht is.
En nu is dit alweer zo'n lange post geworden. 