Ik heb nog even wat voor je gegoogled:
Citaat:
bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat met een dunne of starre vaatwand. Hierdoor loopt er bloed in een deel van de hersenen. Meestal is de slechte kwaliteit van bloedvaten de oorzaak van een hersenbloeding. Dit kan komen door ouderdom of bepaalde ziektes.
Citaat:
EPILEPSIE BIJ HONDEN
Ieder dier wordt door de hersenen gestuurd. Zonder die aansturing kunnen ledematen niet bewegen
en werken zintuigen niet. Hersenen bestaan uit miljarden zenuwcellen, die constant boodschappen
aan elkaar doorgeven via elektrische stroompjes (impulsen) en chemische stoffen (neurotransmitters).
Als dit systeem op de een of andere manier verstoord raakt, kan er een soort “kortsluiting” ontstaan.
Een epileptische aanval is dus een plotselinge kortsluiting of stroring in de hersenen, waardoor het
normale functioneren tijdelijk verstoord raakt. Een dier heeft pas epilepsie als deze storingen
regelmatig optreden.
De meest voorkomende verschijningsvorm is de toeval, gekenmerkt door bewustzijnsverlies, omvallen,
heftige spierkrampen, rillen, schuimbekken en mogelijk urineverlies. Voortekenen van een toeval
kunnen zijn: onrust, nervositeit, neiging tot verstoppen, aandacht vragen, janken, spiertrekkingen,
speekselen ( de hond lijkt misselijk ). Toevallen kunnen ook optreden tijdens de slaap.
Zoals al eerder beschreven is een epileptische aanval het gevolg van een plotselinge ontregeling van
de hersenfunctie. Er kan onderscheid gemaakt worden in:
Primaire epilepsie (= zonder aanwijsbare oorzaak): Hierbij doet de eerste aanval zich meestal voor
tussen de eerste en derde levensjaar en herhalen de toevallen zich meestal met tussentijden van
enkele weken tot maanden. Bij primaire epilepsie zijn er, behalve de toevallen, geen andere klachten
over de hond. Primaire epilepsie komt zelden voor bij dieren jonger dan acht maanden.
Secundaire epilepsie (= met aanwijsbare oorzaak):
Bij bepaalde ziekten kunnen aanvallen voorkomen die lijken op een epileptische aanval
(o.a. bij nier- of leveraandoeningen.
Al voor de geboorte kan een hond als gevolg van infecties (hersen-) problemen oplopen,
die later tot epilepsie kunnen leiden.
Door zuurstofgebrek bij de geboorte.
Een zware hersenschudding of een hersenbeschadiging na een ongeval of na een
hersenvliesontsteking kan ook epilepsie veroorzaken.
Herseninfarct of hersenbloeding ( met name bij oudere honden ), kunnen problemen
veroorzaken die epilepsie tot gevolg kunnen hebben.
Hersentumor.
Voor de diagnose is het belangrijk om te weten of het om primaire of secundaire epilepsie gaat.
Hiervoor dient u als eigenaar zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de hond:
Leeftijd, frequentie van de aanvallen, tijdsduur van de aanvallen, of er andere klachten zijn.
Informatie over nestgenoten, op welk deel van de dag krijgt de hond de aanval, is er een verband
tussen inspanning of maaltijden. Is de hond bij bewustzijn, ect.
Bij een eventueel onderzoek zal het onderzoek gericht zijn om mogelijke oorzaken uit te sluiten.
Tot op heden is geen onderzoek beschikbaar waardoor primaire epilepsie aantoonbaar is.
(ook niet middels CT-scan of M.R.I.)
Epilepsie ( zonder aantoonbare oorzaak ) is niet echt te genezen, maar met medicijnen kunnen
de aanvallen bij altijd voldoende worden geremd. Als de tijd tussen de twee toevallen lang is
(4 weken of langer) en de toevallen mild van aard zijn, is behandeling vaak niet nodig. Is behandeling
met medicijnen wel noodzakelijk dan is de dosering van medicijnen tegen epilepsie van dier tot dier
verschillend. De behandeling met medicijnen is vrijwel altijd levenslang nodig.
Hoe te handelen bij een epileptische aanval:
Probeer bij te houden hoe lang de aanval duurt. Blijf vooral kalm, leg eventueel de omgeving uit dat
het “vanzelf weer over gaat!” Blijf bij uw hond, en voorkom dat de hond zich tijdens de aanval verwondt
( bv. van de trap vallen e.d.). Probeer iets zachts onder (jas, handdoek) onder het hoofd te leggen.
Probeer te zorgen dat de ademhaling zo min mogelijk gehinderd wordt, doe eventueel een te strakke
riem af. Als de hond weer slap wordt leg hem dan op zijn zij, zodat speeksel en eventueel bloed
( tong bijten, wat vaak gebeurd ) uit de bek kan lopen en de tong de luchtwegen niet kan blokkeren.
Absoluut NIET doen bij een aanval:
Probeer nooit iets hards tussen de tanden te stoppen om het tongbijten tegen te gaan; een tongbeet
is vaak niet te voorkomen, bovendien loopt u kans het gebit te beschadigen ( of uw eigen vingers ).
Probeer niet de aanval tegen te houden door het heftige bewegen van de poten te stoppen; de
bewegingen zijn te krachtig, u kunt botbreuken of spierscheuren veroorzaken. Geef geen eten of
drinken, voordat de hond weer helemaal wakker is. Sprenkel geen water op het hoofd, dat heeft
geen enkel effect.
De verschijnselen van de herstelfase zijn vaak: van slag zijn, uitgeput, vertraagd reactievermogen,
neiging tot eten of drinken (aanval vergt veel energie), aandacht vragen.
Een aanval lijkt vaak langer te duren dan zij in werkelijkheid zijn. Probeer de tijd op te nemen en als
een aanval langer dan een half uur duurt, zeer hevig zijn of elkaar bijna zonder tussenpozen opvolgen,
dan moet u diergeneeskundige hulp inroepen. Het is een spoedgeval.
bron: http://www.briardvereniging.nl/medisch04.htm