Tof hé, Suzanne! In de open grotten die wij tegenkwamen zaten vast en zeker vleermuizen. In de grotten van Postojna leeft de olm, of grottensalamander, een troglobiete amfibie. Die hebben we ook gezien, in een soort donkere bak met water, zij kunnen niet tegen licht.
Sloveense liefkozing - Zowie
Het eerste incident van de reis heeft plaatsgevonden. Ik heb een slang overreden en ik voel me er nog steeds schuldig over. Het ging ook allemaal heel snel. We zaten in een kleine afdaling op een grindpad en opeens stak ze over, vlak voor mijn wiel en ik kon niet meer stoppen, dus ik reed er zo overheen. Ik schreeuw, stop en kijk achterom, Sal zag het ook gebeuren. De slang ligt stil op de weg. We lopen samen naar de slang en buigen ons eroverheen. Het is maar een klein slangetje trouwens, en ze lijkt intact, maar ligt er wel heel stil bij. Ik wil haar niet met iets porren om te kijken of ze nog leeft, dan stoor ik haar nog meer. Zo staan we een tijdje. Dan opeens kronkelt ze soepel de bosjes in waar ze uitkwam, we slaken een zucht van opluchting. Dan zien we dat ze een stoffige afdruk van het profiel van mijn band op haar rug heeft. ‘Het spijt me’ mompel ik voor we teruglopen naar de fiets. Opgelucht en een heel klein beetje grinnikend om de bandenafdruk en ook nog steeds met een naar schuldgevoel vervolgen we onze weg.
Waar de Italiaanse dorpjes half in verval en verlatenheid waande, zie je bij de Sloveense dorpjes verschillende stadia van oudheid en modernisering, maar lijkt er aan elk huis wel gewerkt te worden. Er heerst een kalme, maar levendige sfeer in de dorpjes, met vele gekoesterde moestuinen en de velden worden goed benut. Geen monoculturen, maar een circulaire bewerking van het land met diverse groenten en fruitbomen, die duidelijk voor eigen gebruik zijn en niet voor massaproductie. In de ochtenden en avonden komt de omgeving tot leven, families en buren van verschillende generaties zijn dan gezamenlijk op het land bezig. Met kruiwagens, tractoren die onze leeftijd ver overstijgen en brommertjes met gammele houten karretjes erachter wordt oogst verzameld. We zijn onder de indruk van de gemoedelijke, maar ijverige sfeer van het Sloveense leven en de focus op eigen voorziening.
In de avond kijken we uit naar een wildkampeerplek, maar we zitten op een best schuinoplopende heuvel. Ik stel voor om af te dalen en het dorpje te doorkruisen, naar velden waar ook bossen zijn. Eerder die dag had ik het er met Sal over dat ik ook wel eens aan mensen wilde vragen om op hun land te mogen kamperen. Dat vragen voelde wel buiten mijn comfortzone en dat hield me tot nu toe tegen. Het voelt toch wat invasief en je moet maar net de juiste mensen treffen. Op de rand van het dorp, vlak voor de velden beginnen, staan we stil om te overleggen welke kant we op gaan. Er zijn nog steeds mensen aan het werk op het veld, we willen niet te opvallend zijn, maar zo spoorloos mogelijk te werk gaan. Rechts van ons staat een schuur met een veld erachter, waarop ik honden trainingstoestellen zie. Er loopt een man op ons af die vriendelijk oogt. Niet nadenken, gewoon doen. Hij lijkt wat overvallen van de vraag, maar stamelt wel gelijk een soort ja. Hij begint iets te roepen naar zijn vrouw die op het balkon zit bij het huis aan de andere kant van de weg. Ze staat op, ziet ons, legt haar hand op haar hart en roept: “of course!!”, de man wijst naar het veld en zegt “it’s all yours!”.
Terwijl we de tent opzetten komt de dochter langs en vraagt of we pizza willen, die zijn ze aan het maken. Wat volgt is een gezellige avond. Ik vertel ze dat ik zag dat het echte hondenmensen waren en daardoor de invulling maakte dat het wel goede mensen moesten zijn, daar werd flink om gelachen. En echte hondenmensen, dat waren het, ze redden en heropvoedden honden en trainen ze om vermiste personen te vinden. We leerden een beetje Sloveens, met name de uitspraak, we blijven struikelen over de vele medeklinkers in plaatsnamen. Met name de ‘r’ die ze overal weten tussen te proppen. Het zou een ‘eur’ klank kunnen geven, zoals bij de Krn (keurn) berg, maar het hangt af van het woord, de context en regio. We leerden over het opgroeien en leven in een Sloveense dorp. We krijgen knuffels van hun honden en t-shirts met het logo van hun hondenschool en voor het slapen gaan kijken we naar de sterren. We zien een stuk of vijf vallende sterren, waarvan enkele met een hele lange witte staart.
We ontwaken na een heerlijke nachtrust en terwijl we de tent afbreken krijgen we koffie aangeboden. Inmiddels volgen moeder, vader en dochter ons op instagram en laten wij een briefje achter die onze dankbaarheid luid verkondigt voor we verder fietsen. Onderweg oefenen we met de uitspraak van plaatsnamen, maar het geeft vaker een error dan zelfvertrouwen. Het zuidoostelijke heuvellandschap van Slovenië blijft ons verbazen, de eindeloze velden, bossen en de gemoedelijke dorpjes. We zoeken naar de juiste woorden om te omschrijven wat we zien. Liefkozing, er zit een zekere liefkozing vanuit de Slovenen naar de natuur, het land en de huizen.










