Begin juli was het dan eindelijk zo ver. Met Turkish Airlines vlogen we via Istanbul naar Entebbe, één van de grootste steden van Oeganda. Wij zouden het eerder een groot dorp noemen, maar voor Oegandese begrippen is Entebbe groot. Toen we 's nachts aankwamen, stonden we versteld. Zo weinig lichtjes, zo weinig auto's. Wow, we begrepen al snel dat we echt in een andere wereld terecht waren gekomen. Na een dag wachten, kwam de rest van onze groep aan met een KLM vlucht. Nu reden we naar Kampala, de hoofdstad van Oeganda. En niet veel later pakten we de boot naar een schiereiland in het Victoriameer. We kwamen aan in een prachtig resort (Lagoon Resort), waar we lekker tot rust konden komen. We sliepen in heel aparte tenten, een soort combinatie van tenten en huisjes die op palen staan. Voor Oegandese begrippen was dit een luxe resort, maar het blijft Oeganda. Stroom was er dan ook maar heel beperkt, van 7 uur ’s avonds tot 10 uur ’s avonds ongeveer. En ja dat ongeveer moet je ruim nemen, want toen ik om half 10 nog even ging douchen, ging de stroom al snel uit. En dan is het donker, heel erg donker. Tijd dus om naar bed te gaan! Echt goed heb ik niet geslapen, want volgens mij zat er een rat of iets in onze tent te spelen met mijn plastic tasje.

De dag daarna hebben we een wandeling gemaakt. We maakten kennis met de lokale bevolking van Oeganda. Dat was heel erg wennen. De mensen leven daar in minihutjes en zijn eigenlijk helemaal zelfvoorzienend. Overal groeien gewassen, vaak maar in kleine hoeveelheden. Kinderen speelden met oude fietsbanden en hele gezinnen liepen tientallen kilometers om (vies) water te halen bij een waterput…
De dag daarna zijn we weer teruggevaren naar Kampala. We zijn al heel vroeg vertrokken en daarom kwamen we veel vissers tegen.

We moesten door de hoofdstad Kampala om naar onze volgende bestemming te gaan. Het was heel erg druk. Of beter gezegd: de verkeerssituatie is zo chaotisch, dat alles gewoon lang duurt. Toen het eenmaal vast stond, stond het ook echt goed vast. Wij stonden versteld van het rijgedrag van de Oegandezen, maar dat hoorde er blijkbaar bij. Na enkele uren te hebben gereden, kregen we onze eerste lekke band. Iets dat volgens onze gids wel vaker zou gebeuren… Toen deze vervangen was, reden we door naar een Rhino reservaat, een plek waar geprobeerd wordt de neushoorns te fokken, zodat deze later terug kunnen in het wild. We hebben op ongeveer 10 meter afstand van deze gevaarlijke dieren gestaan, een bijzondere ervaring! Vervolgens zijn we doorgereden naar het noord-westen van Oeganda, waar Murchison Falls is, het grootste nationaal park van Oeganda. Dit park is heel afwisselend, want de Nijl stroomt hier doorheen, maar er is ook veel savannelandschap en bos.


De dagen daarna maakten we enkele autosafari’s en een bootsafari, waarbij we bijzonder veel wild gezien hebben. Van Oegandese Kob (een soort antilope), tot leeuw, buffel, zwijn, bavianen, giraffen, nijlpaarden, krokodil en vele soorten vogels. Uiteindelijk vonden we ook olifanten, maar dit kostte wat meer moeite. Daarnaast zijn we naar de Murchison Falls geweest, watervallen die bekend staan door de extreem grote waterverwerking. Maar dat is ook niet gek met een grote rivier als de Nijl.


Vervolgens zijn we via de wat grotere plaats Hoima naar het zuiden gegaan, naar Kibale Forest, een ander nationaal park. Dit duurde maarliefst twee dagen, vanwege de slechte wegen. Vrijwel alle wegen daar zijn zandwegen, vaak met vele kuilen en bulten. En dan gaat het rijden sloom… Over een stuk van ongeveer 120 kilometer hebben we zo’n 7 uur gedaan, uiteraard met de nodige plaspauzes en de lunch onderweg. Die lunch moest je overigens vaak al vooraf bestellen, zelfs als je maar een sandwich wilde (vaak niks meer dan een belegde ‘boterham’). En als je dit niet deed, was er het risico dat je meer dan twee uur op je eten moest gaan wachten…
Onderweg kwamen we veel boeren met koeien tegen. Leuk om te zien, want die lopen gewoon los en dat gaat echt prima!

In Kibale Forest hadden we prachtige huisjes, midden in het tropisch regenwoud. We kwamen hier vooral voor één doel; op zoek naar wilde Chimpansees. Wij hadden geluk, want na een uur stonden we al oog in oog met de wilde chimpansees. Wow, dat was echt gaaf! Op een gegeven moment kwam er zelfs één rechtop naar ons toegelopen, iets dat ze niet zo vaak doen. Na een uur zouden we weer weg moeten, maar helaas begon het te onweren, waardoor we na drie kwartier alweer terug gingen…

De dagen daarna reden we verder naar het zuiden naar Queen Elisabeth Nationaal Park waarbij we de evenaar passeerden. Ik zat voor het eerst in mijn leven op het zuidelijk halfrond! We sliepen hier in Bush Lodge, een plek met een fantastisch uitzicht over het water. ’s Nachts kwamen de wilde dieren gewoon over het terrein van Bush Lodge heen, te zien aan de afdrukken van nijlpaarden en olifanten. En dat terwijl je in een tent ligt... Wel weer een tent op palen, maar toch. Spannend, maar toch avontuurlijk. Dat heeft ook voordelen. Zo hebben wij zelfs vanuit onze tent een luipaard gespot! Iets wat blijkbaar heel bijzonder was, want al het personeel van de lodge kwam een kijkje nemen! Verder hebben we hier een bootsafari gemaakt, waarbij we heel veel olifanten en visarenden zijn tegengekomen en een gamedrive (autosafari), waarbij we overdag een hyena hebben gezien. En ook dit was best bijzonder, want hyena’s zijn normaal alleen ’s nachts actief.
Vanaf de boot kwamen we heel wat dieren tegen..


Één van de dagen hier hebben we ook een hele mooie wandeling gemaakt door een kloof. Een grote scheur van zo’n 25 kilometer die door het landschap loopt, dat verder helemaal vlak is. Ontzettend bijzonder! Ook hier konden we op zoek gaan naar chimpansees, maar de kans was maar klein dat we ze zagen. Al direct zagen we sporen van de chimps, die nog best vers waren. Maar de sporen werden steeds vager… Op een gegeven moment hebben we wel nog sporen gezien van een luipaard, maar daarbij hield het helaas op. Toen we na twee uur nog steeds geen één dier/chimp hadden gezien, waren we bang dat we niks meer zouden zien… Tot er opeens een olifant voor onze neus stond! Een hele grote! Onze gids ging (met geweer) even kijken hoeveel olifanten er stonden en of het verantwoord was om hierlangs te lopen. Het bleken 10 olifanten te zijn. Uiteindelijk zijn we met een grote boog er omheen gelopen, tot we opeens chimps hoorden! Hadden we ze dan eindelijk gevonden? De gids waarschuwde ons nog, want we zouden erg dicht bij de olifantenkudde zijn. En olifanten zijn heel erg gevaarlijk! Maar we wilden toch een kijkje gaan nemen en namen dus de gok… We liepen richting de chimps. Al snel zagen we zo’n 8 chimps, maar die liepen richting de olifanten. Die kregen ons ook al snel in de gaten, want niet veel later hoorden we geren en hoorden we nog net onze gids schreeuwen dat we heel hard moesten rennen! Of ze echt onze kant op kwamen, weet ik niet… Maar het zou goed kunnen dat we toch iets te dichtbij waren gekomen.
Later aan de andere kant van het park zijn we een boomklimmende leeuw tegengekomen. Dit is nogal bijzonder, want dit is de enige plaats op de wereld waar leeuwen in bomen klimmen! Helaas zagen wij maar één leeuw, maar die zat wel heel erg dichtbij (ongeveer 5 meter afstand). Echt prachtig hoe deze leeuw in de boom lag. Dit was echt één van de hoogtepunten van de reis!

Hierna zijn we naar een prachtige accommodatie op een eilandje in een meer geweest, in Lake Bunyonyi. Dit was erg mooi en ook een prima accommodatie om even op rust te komen. Na één nacht zijn we doorgereden naar Bwindi Nationaal Park, hét park waar de hele reis om draait! In dit park kun je dus de wilde berggorilla’s zien! We hadden hier helaas een heel erg slechte accommodatie en vreselijk slecht weer. We zaten daar op ongeveer 2500 meter hoogte en dat was te merken: we hebben het hier echt ijskoud gehad! Mijn bed was scheef, dus dat zorgde er ook nog eens voor dat ik hele slechte nachtrust heb gehad.

Toch was al snel dé grote dag aangebroken! De dag dat we naar de gorilla’s op zoek zouden gaan. De tocht naar de gorilla’s kan erg zwaar er lang zijn. Er zijn nauwelijks paden in het gebied, mede omdat er maar heel weinig mensen per dag naar de gorilla’s toe kunnen. Er zijn enkele families en iedere familie mag per dag door 8 mensen één uur bezocht worden, meer niet. We hadden ons voorbereid op een zware tocht. Soms duren de tochten 6 tot 7 uur, dus een goede conditie was ook vereist. Toen wij echter na een half uur de eerste sporen van de gorilla’s zagen, ging het allemaal erg snel. Er werd door de ‘kappers’ het een en ander weggekapt, zodat we makkelijk door het superdichte bos heen zouden kunnen wandelen. Binnen een uur stonden wij al oog in oog met de gorilla’s! Iets wat volgens onze gids uniek was. Volgens de beschrijving moest je minimaal zeven meter van de gorilla’s blijven, alleen de gorilla’s kwamen vanzelf al dichterbij. Soms moest je zelfs maar even een stapje opzij doen, omdat er een gorilla door wilde. Echt een heel bijzondere ervaring en met 17 gorilla’s (3 silverbacks), hebben wij een groot deel van ‘onze gorillafamilie’ gezien.

De dagen daarna begon de terugreis. Via een uitzonderlijk goede weg keerden we terug naar Kampala. We hebben onderweg nog een boottochtje gemaakt door een moeras, waarbij we de bijzondere schoenbekooievaar gezien hebben. We hebben zelfs gezien hoe hij een heerlijke vis naar binnen heeft gewerkt!

Eenmaal aangekomen in Kampala zijn we direct doorgereden naar Jinja, waar we op een prachtige locatie sliepen, de meest luxe accommodatie waar ik ooit geweest ben! Namelijk Wild Waters Lodge, zie ook http://www.wild-uganda.com/. Op een prachtig eilandje in de Nijl konden wij drie dagen lang genieten. Er was zelfs een zwembad naast de Nijl en er stond een bad op ons balkon.

Helaas was dit ongeveer het einde van onze reis. Via Kampala zijn we teruggegaan naar Entebbe en zo via Istanbul teruggevlogen naar Amsterdam. Dit was echt de mooiste vakantie die ik ooit heb gehad. Heel bijzonder en afwisselend. Met al dat wild had ik genoeg fotomateriaal. Helaas hebben we ook de armoede van dit land gezien. Het is er arm, veel armer dan wij hadden gedacht. Het was daarom wel fijn dat we met een groepsreis van Matoke Tours gingen, maar onveilig heb ik me nauwelijks gevoeld!