Nederlands een moeilijke taal?
Men spreekt van één lot en verschillende loten,
maar 't meervoud van pot is natuurlijk geen poten.
Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten,
maar zult u ook zeggen: één kat en twee katen?
Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog.
Maar zeg nu bij wiegen beslist niet ik woog,
want woog is nog altijd afkomstig van wegen,
maar is dan 'ik vloog' een vervoeging van vegen?
veel te ingewikkeld allemaal
Dat lijkt me zo toch meer dan duidelijk, het klopt gewoon allemaal van geen kanten
.