Heb jij dat nou ook wel eens, die rare gedachten? Net alsof… ja hoe moet ik het zeggen. Ik zal een voorbeeld geven. Laatst fietste ik naar school. Het was op de heenweg en ik had totaal geen zin. Bijna bij het spoor aangekomen zat het me weer eens niet mee en ging het spoor dicht. Langzaam fietste ik er naar toe om te zorgen dat ik niet hoefde te stoppen. Dit was helaas niet het geval en voorzichtig stapte ik van mijn fiets. Ik keek naar rechts en zag de trein staan. Op datzelfde moment vroeg ik me af wat je zou voelen als zo’n ding je zou raken. Ik heb wel eens gehoord dat je gelijk dood bent, en dan voel je niks meer. Alhoewel dat denk ik dan. Misschien is er toch iets na de dood. Misschien ga je wel naar een plek waar alles goed is, zonder oorlog, gevechten en armoede of ga je juist naar een plek waar je heel erg lijdt omdat je niet voorzichtig bent geweest met de overgang oversteken. Maar op dit moment dacht ik daar even niet aan. Ik probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn als je niet gelijk dood zou zijn. Als de trein over je heen rijdt en je helemaal plet. Zo erg dat je in schijfjes wordt gesneden door de snerpende treinwielen. Dat je ingewanden uit elkaar spatten en het maagzuur op de treinrails word gespoten. Op dat moment kwam de trein voorbij en walgde ik bij deze gruwelijke fantasie. Het zou je maar gebeuren. Voor jou is dat op dat moment niet meer zo’n probleem je bent dan toch dood. Maar voor je familie, vrienden en bekenden. Ik moet er niet aan denken dat ik mijn vader, moeder, broertje of zusje geplet op de treinrails aan zou treffen. Dan is heel mijn leven voorbij, dan heb ik jaren nodig om ook maar een beetje normaal het woord vader, moeder broertje en zusje te kunnen zeggen….
Zo ken ik een meisje waarvan haar vader op jonge leeftijd overleden is aan kanker. Dit is een hele moeilijke tijd geweest voor haar en haar familie. Na een tijdje ging het wat beter en sprak ik haar wat vaker. Op een dag zei ik tegen haar dat als ze iets kwijt wilde of ergens over wilde praten dat ik er altijd zou zijn. Ze keek me met zoveel vertrouwen aan dat ik het gevoel kreeg dat de mens het mooiste wezen op aarde was.
Helaas had ik het daarmee goed mis. Soms heb je van die mensen en die kan ik wel ik weet-niet wat doen. Gewoon van die arrogante rotkinderen die zo verwend zijn als als…. Ja ik weet eigenlijk niet als wat. Maar die in elk geval alleen maar ‘papiieeee’ hoeven te schreeuwen en daar komt hij al aan rennen: ‘ja liefje wat wil je?’ en dan komt er een snauw met zoiets van ‘ik wil een nieuwe televisie op mijn kamer’ ‘oke liefje, komt eraan ik zal hem morgen bestellen’ ‘nee, ik wil hem nu en anders ga ik iedereen vertellen dat jij niet naar mij luistert’ na een diepe zucht stemt vader toe en gaat de televisie snel halen. Wat hij helaas niet weet is dat zijn kind ook tegen andere mensen zo doet. Zo beukt ze op school iedereen opzij en schreeuwt er achteraan dat die irritante rotbrugwuppen maar eens op moeten flikkeren en loopt haar ‘harem’ gezellig achter haar mee te doen. Zo ook weer gisteren. Helaas voor haar had onze conciërge het dit keer gehoord en riep haar bij zich. Nou is onze conciërge een hele aparte man. Hij is echt mega groot, en heeft een buik alsof, alsof er een baby inzit of misschien wel twee of drie. Als hij geen man was geweest was hij vast zwanger geweest, dat kan niet anders. Helaas is hij een man dus werkt mijn theorie niet meer. Waarschijnlijk zit er iets anders in zijn buik. Misschien heeft hij toen hij jong was wel een strandbal ingeslikt, je weet maar nooit. Dan is de strandbal in de loop van de jaren naar beneden gezakt totdat deze niet verder meer kon en bleef hangen. Op zich zou ik het uit kunnen proberen. Morgen ga ik naar hem toe en steek hem met een passer in zijn buik. Als hij ontploft was het een strandbal en is het raadsel van de baby opgelost. Helaas is hij dan wel zijn prachtige bijnaam kwijt. Hij wordt bij ons op school namelijk Bobo genoemd omdat hij zo bol is. Maar als hij z’n buikje kwijt is geld dit niet meer. Dan krijgt hij vast een bijnaam zoals Strandbal of Strando of zoiets dergelijks. Wat dan eigenlijk weer heel toepasselijk is. Maar wat als hij niet ontploft? Dan ontploft hij waarschijnlijk wel maar dan in figuurlijke zin. Ik denk dat mij dan een paar uur strafcorvee staat te wachten en een gezellig bezoekje aan de leerjaarcoördinator. Wat overigens niet zo grappig is. Ik moet er niet aan denken dat ik alleen met hem in één kamer zou zitten. Volgens mij verga ik dan van de angst. Hij is namelijk zwaar eng. Hij heeft een heel bol gezicht en z’n bril op het puntje van zijn neus, wat wijst op iemand die heel erg streng is. Dit klopt dan ook precies.
Zo zat ik een tijdje geleden in de aula en kreeg ik de schrik van mij leven. Ik zat heerlijk op een tafel met m’n voeten op een stoel. Iedereen doet dat bij ons en het zit heel erg fijn. Helaas vond hij het niet zo heel leuk. Voor ik het in de gaten had tikte er iemand op mijn rug. Ik draaide om om gezellig ‘hoi’ te zeggen maar keek in het boze gezicht van de leerjaarcoördinator. Op dat moment wist ik al dat het fout was. Hij keek met zijn boze ogen met aan-elkaar gegroeide wenkbrauwen daarboven in mijn ogen. Net toen ik bedacht mijn voeten maar eens van de stoel te doen begon hij te praten; ‘ga jij je maar melden voor een uur strafcorvee’ met de nadruk op straf, galmde er in mijn oren. De geur van verrotte vis drong mijn neus in en ik viel van walging bijna van de tafel. Naast mij hoorde ik iemand lachen en boos keek ik mijn vriendin aan. Toen ik terugkeek naar de leerjaarcoördinator zei hij; ‘ja, waar wacht je nog op?’ Ik probeerde heel voorzichtig om onder het corvee uit te komen maar er was geen beginnen aan. Boos liep ik naar de balie en zei dat ik me moest melden voor een uur corvee. De vrouw achter de balie keek me blij aan en zei; ‘goh, wat ben ik blij dat je ons wilt helpen’ Ik zei tegen haar dat het wel strafcorvee was en dat ik het heus niet voor de lol deed. Verbaasd en tegelijk nieuwsgierig keek ze me aan maar zei verder niets en schreef me op voor een uur corvee. Chagrijnig liep ik terug naar de aula en bij het zien van mijn gezicht viel mijn vriendin op haar beurt bijna van de tafel maar dit keer van het lachen. Ik keek haar boos aan en ging zitten, weliswaar zonder voeten op de stoel. Had het uur corvee toch nog een beetje geholpen. Ik maakte immers geen stoelen meer vies. De dag erop mocht ik mijn uurtje corvee voltooien. Ik moest door heel de school prullenbakken leegmaken en er nieuwe vuilniszakken indoen. Om eerlijk te zijn niet zo’n grappig werkje. De prullenbakken waren goor en de vuilniszakken wegbrengen was nog veel erger. Ik moest namelijk door de regen. Na mijn uurtje corvee ben ik dan ook zwaar chagrijnig naar huis gefietst. Wederom weer door de regen. Dit was dus niet zo’n leuke dag voor mij maar het leven zit wel eens tegen he.
Weer even terugkomend op het arrogante kind. Bobo zei dat ze zich mocht gaan melden voor een half uur corvee. Met haar arrogante blik keek ze hem aan en zei; ‘dat ik me mág gaan melden?’ ‘nou mooi dat ik dat niet ga doen’ kwaad keek ze hem aan en liep weg. Bobo riep haar nog terug maar ze liep gewoon door en zei dat hij eens wat aan z’n buik moest gaan doen. Bobo was abrupt stil en liep zwijgend weg. Op dit moment haatte ik dit kind zo erg dat ik de neiging kreeg om mijn zakje m&m’s, waar ik natuurlijk eerst water in had gedaan over haar hoofd heen te kiepen. Gelukkig hield ik mezelf in en liet haar haar gang gaan. Vandaag was het dus weer zover. Ze beukte zo hard dat ik er bijna van omviel en riep ook nog even naar mij dat ik op moest rotten waarop ik daarna nog een kluissleutel van een van haar vriendinnen tegen mijn oor kreeg. Tot nu toe had ik me redelijk ingehouden maar nu kon ik het niet laten om er een gevatte opmerking over te maken. Ik zei iets wat ik nooit had mogen zeggen. Dat snap ik eigenlijk ook wel maar ik had zo genoeg van haar en eigenlijk vond ik het terecht dat haar eens een keer hetzelfde werd aangedaan als zij zoveel mensen al had aangedaan. Huilend liep ze weg en ze kwam ook niet opdagen in de les. Ik voelde me eigenlijk best ongelukkig en na mijn les ging ik haar zoeken. Ik vond haar in de aula. Zielig en alleen. Voorzichtig ging ik naast haar zitten en zei dat het me speet dat ik zo’n rotopmerking had gemaakt. Ze reageerde niet op mijn woorden. Na nog een paar keer gezegd te hebben dat het me speet reageerde ze nog niet en gaf ik het op. Ik liep terug naar mijn les en door mijn stomme actie kon ik nog een te laat briefje halen ook. Dat wordt morgen dus om tien over acht melden. Terwijl ik al zo slecht ben in uit mijn bed komen en ook nog eens de eerste 2 uur vrij heb. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Als dat arrogante kind een rotopmerking tegen mij had gemaakt en ik huilend weg was gelopen was ze mij echt niet komen zoeken. Ik baalde van mezelf en vanaf vanmiddag haat ik dat kind nog erger dan ik al deed.
hij is nog lang niet af, maar het is een begin
het is de eerste keer dat ik zoiets probeer dus vind het tot nu toe wel redelijk gelukt. Er staan delen van waarheid in maar veel is er bijverzonnen. Wat vinden jullie?