[verhaal] Afspraakje Via MSN.

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Anoniem

[verhaal] Afspraakje Via MSN.

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 18:23

Hier opnieuw het verhaal Afspraakje Via MSN.
Commentaar hier is toegestaan..
Maar stop svp met reacties als; Wanneer komt het volgende deel etc.

Je kan je inschrijven voor het topic om op de hoogte gehouden te worden, dit kan soms duren aangezien ik ook niet alle tijd heb.
Nieuwe stukken zal ik naar de moderator pb-en zodat die het erbij kan zetten, dan blijft het overzichtelijk.

H1 t/m H12;
Hoofdstuk1:
‘Stomme computer!’ roep ik boos. Boos geef ik een klap tegen mijn computer. ‘Yes! Hij doet het weer!’ Blij typ ik verder. ‘He lekkerding, wanneer spreken we is af?’ typt Michael. ‘Gauw, hoop ik’ typ ik terug. Ik denk terug aan ons eerste MSN gesprek, ongeveer 2 maanden geleden. Al gauw groeide het contact en na een week chatte we heel veel met elkaar. Ik heb hem ontmoet bij een chatbox en hij leek me gewoon superleuk! ‘Zullen we een datum prikken?’ typt Michael. ‘Is goed,’ typ ik terug. ‘Even mijn agenda pakken’ ‘Zaterdag goed?’ typt hij. ‘Om één uur bij het Waterlooplein?’ ‘Oké,’ typ ik terug. Met dikke letters zet ik het in me agenda: Zaterdag, 13:00, Waterlooplein. Snel berg ik mijn agenda op, want mijn moeder komt binnen. ‘Zet die computer uit!’ zegt mijn moeder. ‘Je zit er de hele ochtend al achter.’ ‘Ja, ik zet hem zo uit, even mijn gesprek afmaken,’ antwoord ik. Met een zucht hoor ik mijn moeder weglopen. Ik zeg Michael gedag en sluit mijn computer af. En loop langzaam naar beneden om wat te eten.

’Je hebt wat gedaan!’ roept Rebecca. Het is begin van de middag en we zitten bij Rebecca thuis. Ik heb haar net verteld over het afspraakje met Michael. ‘Ben je gek of zo! Straks is het één of andere engerd!’ ‘Nee hoor,’ antwoord ik. ‘Ik ken hem goed genoeg om te weten dat het geen engerd is!’ ‘Je weet het maar nooit met internet!’ roept Rebecca uit. ‘Rustig, als het een engerd is, loop ik toch gewoon weer weg!’ ‘Alsof dat lukt! Weet je, ik ga wel met je mee,’ antwoord Rebecca twijfelend. ‘Nee, ik wil alleen zijn met Michael. Dus je komt niet!’ antwoord ik. ‘Ik ben geen kleuter!’ Boos sta ik op, boos op Rebecca, omdat ze denkt dat ik op stap ga met een engerd. ‘Wacht..’ roept Rebecca. Maar ik luister niet. Met een knal smijt ik de deur achter me dicht.

’Nu al terug?’ vraagt mijn moeder, als ik naar binnen stap. ‘Ja,’ antwoord ik chagrijnig. ‘Wat is er aan de hand?’ vraagt mijn moeder. ‘Niks,’ ‘Wel, ik zie het aan je! Vertel!’ ‘Ach, gewoon een ruzietje met Rebecca, zoals wel is vaker gebeurd. Zo weer opgelost,’ antwoord ik en ik loop naar boven. Wanneer ik op mijn kamer zit hoor ik mijn moeder telefoneren met de moeder van Rebecca. ‘Weet jij iets over de ruzie?’ hoor ik haar zeggen. ‘Nee?’ hoor ik weer. Gelukkig, denk ik. Rebecca heeft haar mond gehouden. De rest van het gesprek is niet belangrijk meer en daarom zet ik mijn tv maar aan. Op het nieuws komt juist weer iets wat ik even niet wil zien, maar toch kijk ik er naar en zap niet weg. ‘Vandaag wederom een meisje verkracht door een man van 38 jaar,’ vertelt de nieuwslezer. ‘Ook dit meisje had een afspraakje gemaakt via de chat.’ De rest hoor ik niet meer. Geschokt staar ik naar het beeld. Is mijn afspraak wel zo vertrouwd? Natuurlijk wel! Snel duw ik alle nare gedachte weg. Ik heb toch heel veel met hem gechat? Dus dan had ik het echt wel geweten als hij een ouwe engerd was!

Ik word wakker van het geluid van mijn mobieltje. Hoe laat is het? Gaat er door me heen. Ik zie dat het 3 uur in de middag is. Zeker in slaap gevallen. ‘Ja?’ zeg ik door de hoorn. ‘Met Michael,’ klinkt de stem aan de andere kant van de lijn. ‘Je komt toch nog wel morgen hè!’ ‘Ja, natuurlijk kom ik nog! Ik wil ons afspraakje niet missen,’ antwoord ik. ‘Oké, ik zie je morgen,’ antwoord hij en de verbinding wordt verbroken. Verbaasd staar ik naar mijn telefoon. Hij had het zeker druk? Denk ik bij mezelf. Zuchtend sta ik op en loop naar beneden. ‘Ga je morgen nog wat doen?’ vraagt mijn moeder, zodra ik beneden kom. ‘Ja, naar het Waterlooplein met wat klasgenoten,’ antwoord ik. ‘Oké,’ zegt ze. ‘Ik wou eigenlijk kleren gaan kopen, maar dat doen we dan wel een andere keer.’ ‘Is goed,’ antwoord ik en ik loop weer naar boven met een fles Cola. Ik kijk wat tv, lekker saai dus, maar goed ik mag nu niet op de computer!

Tegen de avond mag ik eindelijk weer computeren. Michael is niet online. Raar! Denk ik bij mezelf. Normaal is hij rond deze tijd altijd online. Rebecca praat tegen mij op MSN, maar ik blokeer haar. Ik wil haar even niet spreken! Ik chat wat met klasgenootjes en even later sluit ik de computer weer af. Het is helemaal niet leuk zonder Michael! Ik loop naar beneden om vervolgens weer tv te gaan kijken. Weer zie ik het bericht over het meisje, dat bericht dat ik afgelopen middag ook had gezien. Weer voel ik een twijfeling van binnen. ‘Hij is geen engerd, hij is normaal!’ zeg ik tegen mezelf. Algauw wordt ik weer rustig en ik krijg steeds meer zin in morgen!

Hoofdstuk 2:
De volgende ochtend wordt ik wakker van mijn wekker. Eindelijk! Het is zo ver! Ik heb slecht geslapen vannacht, waarschijnlijk door de zenuwen voor het afspraakje. Ik blijf nog even liggen in mijn bed, nog even en ik zie de jongen van mijn dromen! Ik besluit toch maar mijn bed uit te gaan. Langzaam sta ik op, ga onder de douche en trek daarna mijn leukste kleren aan. Mijn haar borstel ik zorgvuldig en laat het super glanzen! Nog wat make-up op en ik ben klaar. ‘Ontbijt!’ roept mijn moeder. Ik loop naar beneden, nu al wetend dat ik toch niks door mijn keel krijg. Zo rustig mogelijk ga ik aan tafel zitten. Mijn moeder lijkt niks te merken van mijn zenuwen. ‘Zo, wat zie jij er netjes uit,’ zegt mijn moeder. ‘Geheime date?’ ‘Nee mam,’ antwoord ik en ik hoop dat mijn gezicht niet rood wordt. ‘Oké,’ antwoord mijn moeder met een knipoog. Verder zeurt ze niet over mijn kleding of over hoe ik er vandaag uit zie. Gelukkig, denk ik bij mezelf, want dat gezeur had ik niet overleefd! Mijn blik dwaalt af naar de klok. oliebol! Het is pas elf uur. Nog twee uur wachten! Stilzitten lukt met niet, ik ben veel te zenuwachtig. ‘Boemer! Kom we gaan wandelen!’ roep ik naar de hond. Snel komt Boemer aanrennen. Ik pak de riem en loop naar buiten. De tijd lijkt maar niet vooruit te gaan. Voor mijn gevoel loop ik een jaar met Boemer door het park. Maar in werkelijkheid? Veel minder! Na een lange tijd lopen ga ik even op een bankje zitten en kijk op mijn mobiel. Het is kwart voor twaalf. ‘Boemer! Kom mee! We moeten naar huis!’ roep ik naar Boemer, terwijl ik begin te lopen. Even later zijn we weer thuis. Snel laat ik de hond naar binnen. Het is ondertussen twaalf uur, tijd om te gaan. ‘Mam! Ik ga!’ roep ik naar mijn moeder. ‘Oké! Half zes thuis!’ roept ze terug. ‘Oké!’ antwoord ik. Ik kijk nog één keer in de spiegel, om te zien of mijn haar nog steeds goed zit. Dan pak ik mijn fiets en rijd richting het Waterlooplein.

Waar blijft hij toch! Denk ik bij mezelf. Zuchtend kijk ik weer op mijn horloge. Het is nu precies half één en nog geen spoor van Michael. Ik lees het sms’je nog een keer, om te zien of we wel echt op deze plek hadden afgesproken, het klopt. Een vreemde plek om af te spreken. Het is hier erg rustig. Het is een klein straatje bij het Waterlooplein. Ineens hoor ik een stem achter me. ‘Zo, dus jij bent gekomen?’ klinkt de zelfde stem als aan de telefoon. ‘Ja,’ zeg ik terwijl ik me omdraai. Ik krijg de schrik van mijn leven. Die gene, die nu voor me staat is geen lieve jongen, die ik dacht te kennen van MSN, maar een oude grote enge man. Rebecca had gelijk! Denk ik bij mezelf. Ik draai me om en wil wegrennen. Maar twee sterke handen pakken me bij mijn schouders. ‘Kom maar even mee,’ zegt de man en hij sleurt me mee een steegje in. ‘Ga weg!’ schreeuw ik, maar het heeft weinig effect. Het enigste wat gebeurd is dat hij een hand over mijn mond legt. In een hoekje van de steeg duwt hij me hardhandig op de grond. ‘Eindelijk weer zo’n dom meisje om mee af te spreken over MSN,’ grinnikt hij. ‘Ga weg! Blijf van me af!’ huil ik. Ik ben bang, bang omdat ik niet weet wat er gaat gebeuren en bang omdat ik denk dat hij me iets gaat doen. Hij bint mijn polsen vast aan twee ringen in de muur, alsof ze er voor gemaakt zijn, een doek doet hij om me mond. Zijn handen gaan naar mijn broek. ‘Help!’ gil ik, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Langzaam kleed hij mij uit. Tranen lopen over mijn wangen. Hier lig ik dan, naakt in een steeg met alleen een enge man in de buurt. Voor ik het weet is het gebeurd, hij heeft me verkracht. Ik voel pijn en angst en voel me ook ontzettend vies. ‘Zo ben je braaf,’ zegt hij tegen mij. ‘Je mag zo weer naar huis, aangifte kan je niet doen, want je kan me niet herkennen, want je hebt me alleen in het donker gezien. Doe je het toch? Ik weet je te vinden.’ Ik voel dat de touwen om mijn polsen worden los gemaakt. ‘Morgen, zelfde tijd, deze plaats. Als je er niet bent kom ik je halen!’ zegt hij tegen mij. Hij duwt me weg. ‘Naar huis,’ zegt hij met een zware stem. Huilend loop ik naar mijn fiets en fiets naar het park. Wat moet ik doen? Aan wie moet ik het vertellen? Ik blijf maar huilen, hoe kon ik zo dom zijn! Waarom geloofde ik mijn beste vriendin niet? Ik voel me echt gebruikt en nog steeds heel erg vies. Het is je eigen schuld, gaat er door mij heen. Je eigen schuld.. Je eigen schuld.. De gedachte blijft maar in mijn hoofd galmen. ‘Ja, mijn schuld en ik zal het moeten oplossen,’ zeg ik tegen mezelf. Ik droog mijn tranen en fiets naar huis.

Thuis laat ik niks merken van wat er is gebeurd. Mijn moeder mag het niet weten, want dan kom ik nooit het huis meer uit. Tijdens het eten krijg ik allemaal vragen. Of het leuk was op het Waterlooplein en nog veel meer. Het lijkt alsof ze denkt dat ik er niet met klasgenootjes was. Braaf som ik mijn antwoorden op. Die ik van te voren al bedacht had. Mijn ouders lijken me te geloven. Na het eten ga ik zowaar niet op MSN. Ik wil even niemand spreken en zeker Michael niet. Of moet ik zeggen? Die enge vieze man! Langzaam loop ik naar de douche. Ik douche net zolang tot mijn moeder roept dat ik eronder vandaan moet komen. Nog steeds voel ik me vies. ‘Wat moet ik nou?’ zeg ik tegen mijn teddybeer. Maar er komt geen antwoord. Zuchtend kruip ik onder mijn dekens. Ik wil slapen en even met niemand te maken hebben. Het lijkt erop alsof mijn gedachte worden gehoord, want na een tijdje val ik in een diepe maar onrustige slaap.

Hoofdstuk 3:
De volgende ochtend word ik bezweet wakker. Brrr.. Wat een rare droom! Ik kijk op mijn wekker en zie dat het pas acht uur is. Rillend draai ik me om en probeer verder te slapen, maar dat lukt niet. Telkens als ik mijn ogen sluit zie ik de beelden van het steegje voor me. Rillingen gaan over mijn rug en het zweet staat me op mijn voorhoofd. Ik pak mijn boek en probeer wat te lezen, om zo niet te denken aan gisteren en vanmiddag. Het lukt me niet om me te concentreren op mijn boek, maar toch geef ik niet op. Om negen uur ben ik pas vijf bladzijde verder met lezen. Ik lees nog verder en dan gaat mijn mobiel. Zonder op de display te kijken neem ik op. ‘Met Rebecca’ klinkt de stem aan de andere kant. Ik wil net ophangen als ze verder begint te praten. ‘Niet ophangen, we moeten praten!’ Ze praat nog wat verder en stil luister ik wat ze zegt. ‘Het spijt me echt,’ zegt ze na een tijdje. ‘Ik moet gewoon niet zo raar denken, natuurlijk is Michael geen engerd,’ ‘Nee, dat is hij inderdaad niet,’ zeg ik. Ik durf het haar niet te vertellen, omdat ik bang ben voor de gevolgen. Zij kan me toch niet helpen! Dan pakt hij haar ook! We praten nog verder en leggen onze ruzie helemaal bij. Na een tijdje hang ik weer op. Ik voel me iets rustiger, waarschijnlijk omdat de ruzie is opgelost. Even later besluit ik om mijn bed uit te gaan. Ik ga onder de douche en probeer weer het vieze gevoel van me af te spoelen, zonder enig resultaat. Ineens gaat er een schok door me heen. Wie zegt dat hij me niet zwanger maakt? Spookt er door mijn gedachte. Veilig is het niet gebeurd en de pil gebruik ik niet! Wat moet ik nu doen? Ik kan niet thuis blijven, want hij weet me zo te vinden. Snel kleed ik me aan en sluit me op in me kamer. Daar druk ik mijn hoofd in mijn kussen en begin te huilen. Ik ben bang voor alles, alles wat er met me gaat gebeuren! Even later kan ik niet meer huilen. Ik was mijn gezicht en kam mijn haren. Beneden eet ik snel wat. Een blik op de klok zegt genoeg. Half twaalf, over een uur weer een nachtmerrie.

Stilletjes en bang fiets ik naar het Waterlooplein. Mijn ouders heb ik verteld dat ik naar een klasgenootje ga. Iemand waarvan ze geen telefoonnummer hebben, zodat ze het niet kunnen controleren. Ik zet mijn fiets op slot. Als ik me omdraai staat hij weer voor me. ‘Braaf meisje, dat je toch bent gekomen,’ zegt hij. Hardhandig trekt hij me mee. Hij trekt de kleren van mijn lijf en duwt me op de grond. Mijn polsen worden vast gebonden en weer wordt ik verkracht. Behalve dat, stopt hij nog meer dingen in me. Van alles groot en klein. Soms wil ik het uitschreeuwen van de pijn. Maar dat lukt niet met een doek om mijn mond. Tranen lopen over mijn wangen. Hulpeloos ben ik, ik kan niks doen, want ik zit gevangen. Eindelijk stopt het. Ik krijg mijn kleren weer aan en ik wordt het steegje uitgeduwd. Elke stap doet pijn. Weer moet ik denken aan de gevolgen. Wat als ik zwanger ben? Langzaam stap ik op mijn fiets en rijd naar het park. Daar ga ik rustig in een stil plekje zitten, om even tot rust te komen. Het werkt niet echt, want ik krijg de nare gedachten niet uit mijn hoofd vandaan. Mijn mobiel rinkelt, ik zie dat ik een sms’je heb ontvangen van de engerd. Ik lees wat er in staat. Er staat: Elke Zaterdag en Zondag om één uur in het park. Op de plek waar je nu zit. Geschrokken kijk ik om me heen. Hoe kan hij weten waar ik zit? Achtervolgt hij mij? Langzaam sta ik op en met een omweg fiets ik naar huis. ‘Is er iets?’ vraagt mijn moeder zodra ik binnen kom. ‘Nee hoor, er is echt niks!’ antwoord ik terwijl ik mijn nep glimlach opzet. Ze geloofd me en laat me verder met rust. Zuchtend loop ik naar boven. Niet wetend wat ik daar zal gaan doen. Na lang denken besluit ik om toch maar te gaan chatten. Ik start mijn MSN op en log in. Ik zie dat Michael online is. Snel blokeer ik hem, maar toch kan hij tegen mij praten. Zeker een speciaal iets voor MSN? De dingen die hij zegt maken mij bang. ‘Schatje, ik wil je,’ typt hij. ‘Ik wil je vaak en lang,’ typt hij weer. Hij typt allemaal dingen, maar ik reageer niet. Zijn woorden maken mij bang en ik vraag me af hoe ik ooit van hem af ga komen!

Tijdens het eten probeer ik zo normaal mogelijk te doen. Het lijkt te werken, want mijn ouders stellen geen rare vragen. Ik kan mijn gedachten niet bij de gesprekken rond de tafel houden. Telkens dwaal ik af naar het steegje. Het enge, donkere en vieze steegje. Na het eten ga ik weer naar boven. In mijn agenda reken ik uit wanneer ik ongesteld moet worden, zodat ik er achter kom of ik zwanger ben of niet. Ik hoop dat ik niet zwanger ben. Abortus vind ik kindermoord en op een kind van een veel oudere en enge man zit ik eigenlijk niet te wachten. Over één week moet ik ongesteld worden en voor het eerst in mijn leven hoop ik dat ik dat ook inderdaad wordt. Ik kijk wat tv maar elk programma lijkt over baby’s te gaan en dat herinnerd me weer aan vanmiddag en gister, iets waar ik niet aan wil denken. Niet zo heel erg laat kruip ik mijn bed in. Ik ben moe door alle spanningen en angsten in mijn lijf. Ik draai de hele tijd in mijn bed, net zolang totdat ik slaap.


Hoofdstuk 4:
Helemaal bezweet en bang word ik wakker. Alweer een enge droom. Ik droomde dat hij me vast hield en me nooit meer naar huis liet gaan. Zou het ooit echt gebeuren? Ik wordt nog banger van de gedachte. Ik kan het aan niemand vertellen, want dan raken ze zelf in gevaar. Een traan loop over mijn wang, een traan van angst. Hij heeft mijn hele leven nu op z’n kop gezet. Het enige waar ik aan kan denken, is aan de gebeurtenissen in het steegje en aan de gevolgen er van. Het lukt me niet om opnieuw in slaap te komen. Ik draai heel erg in mijn bed. Mijn klok vertelt me dat het pas vier uur is. Na een tijdje val ik toch weer in slaap. Om zes uur wordt ik wakker van mijn telefoon. ‘Doe je deur op slot en je raam open,’ klinkt er door de hoorn. Het is de stem van die engerd. ‘Als je het niet doet, breek ik in,’ zegt hij daarna en dan hangt hij op. Trillend doe ik wat hij heeft gevraagd. Mijn deur zit als gewoonlijk al op slot en ik zet mijn raam open. Na enkele minuten klimt hij naar binnen. ‘Wat moet je,’ zeg ik bevend. Er wordt een hand op mijn mond gedrukt en met zijn andere hand doet hij het raam dicht. ‘Ik wil je nu en niet Zaterdag pas weer,’ zegt hij zacht en hij bindt een doek om mijn mond. Mijn pyjama wordt uitgetrokken en dan bindt hij me vast aan mijn bed. Ik houd mijn benen stijf gesloten, maar het heeft niet veel zin, nu bindt hij ook mijn benen vast. Het duurt maar kort, maar voor mij lijkt het heel lang en de touwen om mijn polsen en enkels doen pijn. Eindelijk maakt hij me weer los en in het donker klimt hij weer naar buiten. Snel sluit ik mijn raam en trek mijn pyjama weer aan. Ik kruip diep onder mijn dekens, rillend van angst. Om 8 uur gaat mijn wekker, ik sla hem uit en ga onder de douche. Het vieze gevoel valt niet van me af te spoelen en na het douche voel ik me nog steeds vies. Ik borstel mijn haren en pak dan mijn tas in voor school. Daarna loop ik naar beneden om wat te ontbijten. Honger heb ik weer eens niet. Al die enge en vieze gedachten zijn niet goed voor mijn eetlust. Om kwart voor negen fiets ik samen met Rebecca naar school. ‘Gaat alles wel goed?’ vraagt Rebecca, als we onderweg zijn. ‘Ja, waarom zou het niet goed zijn?’ antwoord ik. ‘Ik weet niet, je ziet er zo moe, gespannen en bleek uit,’ zegt Rebecca. ‘Ik heb slecht geslapen,’ antwoord ik. Gelukkig gaat Rebecca er niet op door, want wat zou ik dan moeten antwoorden?

Op school aan gekomen vragen meer mensen of ik me wel goed voel. Snel ga ik naar de wc toe en doe wat foundation op mijn gezicht, zodat ik wat minder bleek lijk. ‘He, je ziet er een stuk beter uit,’ zegt Rebecca, zodra ik terug ben. ‘Ik heb net een aspirientje genomen voor de hoofdpijn,’ lieg ik tegen haar. Samen lopen we naar het lokaal waar we les hebben. De les duurt lang en is erg saai, de volgende lessen zijn niet veel beter. Het zesde uur hebben we biologie en juist nu moet het over voortplanting van de mens gaan. Ik probeer mijn aandacht er bij te houden, maar het lukt niet erg. Mijn gedachten dwalen weer af naar het enge steegje. Wanneer ik even om me heen kijk zie ik twee ogen op mijn gericht, twee ogen die naar mij staren. Het is Jeroen, die naar me staart. Een best wel leuke klasgenoot vind ik. Zodra ik terug kijk kijkt hij de andere kant op, maar ik zie zijn gezicht een beetje rood worden, hij vindt me toch niet leuk? Ook Rebecca lijkt het gemerkt te hebben, zodra we in de aula zijn tijdens de pauze begint ze er over. ‘Volgens mij vind Jeroen je leuk!’ zegt ze tegen mij. ‘Vast niet,’ antwoord ik nuchter. ‘Je hebt zelf gezien hoe erg hij naar je keek?’ ‘En..?’ antwoord ik. ‘Oh, af en toe ben je echt hopeloos hè!’ zegt Rebecca met een knipoog. Wat moet ik als hij me echt leuk vind? Vraag ik me af. Ik kan toch moeilijk iets met hem nemen als ik telkens naar het steegje moet? De gedachte spoken door me hoofd en laten me niet met rust. Aan het eind van de pauze heb ik echt hoofdpijn. Ik besluit me ziek te melden, ik zeg tegen Rebecca dat ik me niet lekker voel en meld me af bij de conciërge. Moeizaam fiets ik naar huis, ondertussen kijk ik of ik niet achtervolgd wordt. Als ik eindelijk thuis ben vertel ik mijn moeder dat ik me niet lekker voel en ren naar boven. Daar kruip ik in me bed, diep onder mijn dekens.

Na een tijdje doe ik mijn ogen weer open en kijk op de klok. Wow! Ik heb drie uur geslapen! Het is nu eind van de middag en ik voel me echt ontzettend moe en heb ook nog steeds hoofdpijn. Ik blijf in mijn bed liggen en sluit mijn ogen weer. Al mijn gedachtes en vragen lijken te dansen voor me ogen. Het lijkt wel of ik gek word! Na een tijdje wordt het iets rustiger in mijn hoofd en ook mijn hoofdpijn zakt. Mijn avondeten sla ik over, ik heb geen honger en voel me misselijk. Mijn moeder vindt het goed dat ik niet eet, voor één keer tenminste. Die avond belt Rebecca mij. We kletsen wat en op een moment begint ze over Jeroen. ‘Hij heeft gevraagd waar je was en of je erg ziek was,’ zegt Rebecca en ik hoor het enthousiasme in haar stem. ‘Hij vindt je leuk! Anders vraagt hij dat niet!’ ‘Heeft hij dat echt gevraagd?’ antwoord ik verbaast. ‘Ja! Anders zou ik het toch niet vertellen?’ zegt Rebecca. ‘En hij werd zelfs een beetje rood!’ Ik voel mijn gezicht rood worden, eigenlijk vind ik hem best wel leuk. ‘Leef je nog?’ klinkt er aan de andere kant van de lijn. ‘Ja,’ antwoord ik verward. ‘Je vind hem leuk hé!’ zegt Rebecca. ‘Euh..’ begin ik. ‘JE VINDT HEM LEUK!’ gilt Rebecca in de hoorn. De volgende tien minuten praat ze alleen maar over hoe goed we bij elkaar zouden passen. Ik houd mijn mond en wacht tot ze is uitgepraat. ‘Jullie zijn echt een perfect stel,’ zegt Rebecca. Oké nu is het tijd om het verhaal af te breken gaat er door mijn hoofd. ‘Rebec,’ zeg ik. ‘Ik heb nog helemaal niet gezegd of ik hem leuk vind,’ ‘Oh,’ klinkt het teleurgesteld aan de andere kant. ‘Maar..’ ga ik verder. ‘Ik denk dat ik hem wel leuk vind!’ Een gil klinkt aan de andere kant van de lijn en voor ik verder kan praten gaat Rebecca weer verder met haar verhaal. Na tien minuten weet ik haar te onderbreken en ik zeg dat ik hoofdpijn heb. Ik hang op en trek de dekens over mijn hoofd. Na een tijdje val ik in een diepe slaap. Dit keer dromend over Jeroen.


Hoofdstuk 5:
De volgende ochtend wordt ik wakker van mijn wekker. Ik heb goed geslapen vannacht, weer een keer zonder nare dromen. Uitgerust sta ik op en ga onder de douche. Over een paar dagen moet ik ongesteld worden, reken ik uit terwijl ik onder de douche sta. Als ik dan na een week nog niet ongesteld ben, ga ik een zwangerschapstest halen, denk ik bij mezelf. Na het douche kleed ik me aan, kam mijn haren en doe wat make-up op. Daarna loop ik naar beneden om te ontbijten. Ik heb eigenlijk helemaal geen honger, denk ik bij mezelf. Ik luister of ik mijn moeder hoor, maar ze slaapt nog en mijn vader is al naar zijn werk. Ik doe wat kruimels op een bord en zet deze op het aanrecht. Snel drink ik een kop thee. Ik speel nog even wat met de hond en dan krijg ik weer een sms’je. Ik verwacht je Zaterdag om half één. Als je niet komt dan kom ik je halen. Zo’n sms’je krijg ik nu bijna elke dag. Ik heb dus geen andere keus dan Zaterdag weer te gaan. Op mijn klok zie ik dat het tijd is om naar school te gaan. Ik pak mijn spullen en stap op de fiets. ‘Jeroen nog gesproken?’ informeert Rebecca, zodra ik aan kom fietsen. ‘Nee,’ antwoord ik en ik probeer niet te laten zien dat ik het jammer vind. Kennelijk kent Rebecca mij te goed, want ze heeft me door. ‘Je vind het jammer hé! Ik zie het aan je, het komt wel. Nog even en je komt niet meer van hem af!’ zegt ze. Ik moet er eigenlijk wel om lachen wat ze zegt, maar ook maakt het me bang, want het doet me denken aan die engerd. ‘Euheu..’ antwoord ik afwezig. ‘Waar zit je met je gedachte?’ vraagt Rebecca. ‘Nergens,’ zeg ik. ‘Dat is wel te zien ook!’ zegt ze.

Op school aangekomen zie ik Jeroen op ons aflopen. 'Hé, niet ziek meer?' vraagt hij met een bezorgde blik in zijn ogen. 'Nee, niet ziek meer,' antwoord ik. Hij kijkt me diep in mn ogen en ik voel de vlinders in mijn buik. 'Je wordt rood,' fluistert Rebecca. Ik voel nu ook mijn wangen gloeien en snel kijk ik naar de grond. Als ik weer omhoog kijk zie ik ook dat zijn gezicht rood is. 'Tot in de les,' zegt hij met een warme stem en hij loopt weg. 'Wow..' is mijn eerste reactie. 'Hij is echt geweldig,' 'Duh, dat weet iedereen!' antwoord Rebecca. 'Hij is de beste en de leukste en ook nog is de liefste jongen uit onze klas en hij valt op jou! Jij hebt echt geluk!' 'Mja,' antwoord ik. De bel gaat en samen lopen we naar de klas. 'Fijn, dit wordt een plaats zoeken,' zegt Rebecca. Iedereen zit al in de klas en er zijn alleen nog plaatsen naast andere mensen over. Naast een meisje en naast Jeroen. Rebecca loopt snel naar de plaats naast het meisje toe, zodat er voor mij niks anders opzit dan naast Jeroen te gaan zitten. 'Hey,' zegt hij met zijn warme stem. 'Hey,' antwoord ik verlegen. Meer krijg ik niet uit mijn mond en daar krijg ik de kans ook niet voor, want de leraar komt de klas in. Ik kan me niet concentreren in de les. Dat komt vast omdat ik naast Jeroen zit, denk ik bij mezelf. Halverwege de les voel ik een hand op mijn knie. Eerst schrik ik, omdat ik weer moet denken aan het steegje. Ik kijk naar Jeroen en zie zijn warme blik. Alle schrik en angst verdwijnt en ik voel me echt super. Ineens is de les heel snel voorbij. Samen met Rebecca loop ik naar de volgende les, helemaal in gedachte verzonken. De rest van de lessen volg ik niet echt, ik heb het veel te druk met denken aan Jeroen. 'Contact, je leeft hier en niet in de zevende hemel,' zegt Rebecca in de grote pauze. 'Heuh?' antwoord ik verward. 'Je ogen zijn zo ongeveer hartjes, je hoofd leeft in de wolken en jij bent nog al afwezig,' zegt ze met een knipoog. 'Oh..' antwoord ik, nog steeds afwezig.

Na schooltijd ga ik op MSN, om te zien of Jeroen online is. Jammer genoeg is hij niet online, ik wil net afsluiten als Michael tegen mij begint te praten. 'Ik weet dat je met geblokt hebt, maar het heeft geen zin, ik kan altijd met je praten,' typt de engerd. 'Ik wil je en mijn beste vriend ook,' gaat hij verder. 'Zaterdag in het bos, wordt de dag van je leven. Twee mannen helemaal voor jou.' Van schrik druk ik snel de computer uit. Twee?! Denk ik bij mezelf. Spontaan begin ik te huilen. Ik laat me op mijn bed vallen en druk mijn hoofd in mijn kussen. Na een tijdje heb ik geen tranen meer over. Ik kan niet meer huilen en mijn goed humeur van vandaag is helemaal verdwenen. Ik blijf op mijn bed liggen en luister naar de stilte. 'Eten!' klinkt het ineens. Ik schrik me dood! Langzaam loop ik naar beneden om te eten. 'Hoe was het op school?' vragen mijn ouders onder het eten. 'Goed hoor,' antwoord ik automatisch. Ze vragen nog naar mijn laatste cijfers. Ik vertel ze allemaal, behalve de drie voor Wiskunde die ik gisteren heb gehaald. Na het eten ga ik weer liggen op mijn bed, weer luisteren naar de stilte. Ik voel de rust om me heen en langzaam val ik in slaap.

Hoofdstuk 6:
‘Wordt eens wakker! Je moet naar school!’ is het eerste wat ik weer hoor. Ik open mijn ogen en kijk op mijn klok. Nee hé! Al kwart voor acht! Ik heb me vreselijk verslapen! Snel kom ik mijn bed uit, ik zal en moet snel douche denk ik bij mezelf. Als een speer ga ik onder de douche en na 5 minuten ben ik klaar. Snel aankleden en mijn haren kammen. Om acht uur storm ik de deur uit met mijn ontbijt nog in mijn hand. ‘Wat zie jij er verward uit!’ zegt Rebecca als ik gehaast kom aanfietsen. ‘Ja, beetje verslapen!’ antwoord ik. ‘Natuurlijk,’ zegt Rebecca, ‘Je lag lekker te dromen over Jeroen,’ ‘Het zal wel,’ antwoord ik terwijl ik probeer mijn ontbijt op te eten. We zijn halverwege met fietsen als Jeroen aan komt fietsen. Hij komt naast me fietsen. ‘Hey, alles goed?’ vraagt hij, ik zie een bezorgde blik op zijn gezicht. ‘Ja hoor, had me alleen verslapen,’ antwoord ik. ‘Ik dacht al, je ziet er een beetje verward uit,’ zegt Jeroen. ‘Ik zei het,’ voegt Rebecca er aan toe. ‘Oh,’ is mijn antwoord. Met zijn drieën fietsen we naar school. Ik voel de ogen van Jeroen in mijn zij prikken. Ik weet dat hij bezorgt is en dat hij denkt dat het niet goed met me gaat. Helemaal ongelijk kan ik hem natuurlijk niet geven! Ik blijf voor me uit staren. De rest van de weg wordt er gezwegen. Een vreselijke stilte.

Op school aangekomen loopt Jeroen mee naar het fietsenhok, daarna verdwijnt hij naar zijn vrienden. ‘Oh, hij is echt zo verliefd op je!’ zwijmelt Rebecca. Ik voel me opstijgen naar de zevende hemel, echt een geweldig gevoel. ‘Hij is cool,’ antwoord ik in mijn gedachte verzonken. ‘Zeker wel,’ antwoord Rebecca en ik zie dat ze merkt dat ik er niet met mijn gedachte bij ben. Samen lopen we naar wat klasgenoten toe. Ook zij hebben het alleen maar over mij en Jeroen, alsof iedereen het ineens lijkt te merken. Tot mijn grote opluchting gaat de bel. Samen met wat anderen lopen ik en Rebecca naar het lokaal. Jeroen komt naast ons lopen en algauw is Rebecca verdwenen. Hij kijkt me aan met een warme blik, ik voel mijn hart gewoon smelten. Zijn hand pakt mijn hand, eerst schrik ik, maar dan ontspan ik me. We lopen het lokaal in en hij neemt me mee naar een plek. Ik ga maar naast hem zitten, want dat is waarschijnlijk ook de bedoeling van iedereen? Rebecca steekt een duim naar me op. ‘Go girl!’ playbackt ze naar me. Tijdens de les voel ik de warmte van Jeroen naast me. Af en toe raken onze armen elkaar met het schrijven. Bij elke aanraking lijkt het alsof ik een stroomschokje krijg. Het voelt echt geweldig! Na deze les lopen we naar het volgende lokaal, weer kom ik naast Jeroen te zitten. Het maakt me niet uit, ik vind het wel fijn. In de pauze staat Jeroen bij mij en Rebecca, we zijn net aan het kletsen als ik een sms’je op mijn mobiel krijg. Het is weer van die enge man. Wat hij schrijft komt als een enorme klap voor mij. Ik trek het even niet meer. Ik loop weg en begin te huilen. ‘Wacht!’ roept Jeroen me na. Maar ik wacht niet, ik begin te rennen en ren de school uit. Ik blijf rennen en rennen, maar ik blijf zijn voetstappen achter mij horen. Op een rustig plekje laat ik mezelf op de grond zakken. Met mijn hoofd in mijn handen huil ik. Ik hoor Jeroen aankomen en hij naast me zitten. Zwijgend legt hij een arm om me heen. Ik schrik en wil opstaan, maar bedenk dan dat het Jeroen is die een arm om me heen legt en gespannen blijf ik zitten. Jeroen lijkt te merken dat ik gespannen ben als iemand me aanraakt. ‘Vertel me is wat er aan de hand is,’ zegt hij zachtjes. ‘Dat.. Dat kan niet,’ antwoord ik en ik begin weer te huilen. ‘Waarom niet,’ antwoord Jeroen. ‘Ik kan het niet, het is niet erg, laat me maar,’ stotter ik. Ik zie dat Jeroen me niet geloofd, maar hij vraagt niet verder. Rustig wacht hij tot ik ben uitgehuild. ‘Kom, dan breng ik je naar huis,’ zegt hij zacht. Hij verteld dat Rebecca mij en Jeroen heeft ziek gemeld. Samen lopen we naar mijn huis. Jeroen zijn arm nog steeds om me heen. Bij mijn huis aangekomen open ik de voordeur. Samen met Jeroen lopen we naar mijn kamer en gaan op mijn bed zitten. ‘Ik weet dat er iets met je is,’ begint Jeroen. ‘Alsjeblieft, vertel het me, als je er klaar voor bent!’ ‘Oké,’ antwoord ik zacht. ‘Ik zie echt wel dat je in de problemen zit, ik weet niet wat voor een problemen en ik weet niet waarom je het niet durft te vertellen, maar ik zie gewoon aan je dat er iets is.’ Weer volgt een lange stilte. Ik ben Jeroen dankbaar dat hij zo lief voor me is. De hele middag blijft Jeroen bij me. We zeggen niet veel, af en toe een zinnetje en dan weer een lange stilte. Toch is het een hele fijne middag.

Tegen vier uur gaat Jeroen naar huis. ‘Tot morgen,’ zegt hij zacht. Zijn zachte vingers raken mijn gezicht even en zijn ogen zoeken mijn ogen. ‘Tot morgen,’ fluister ik. Ik kijk uit het raam tot Jeroen niet meer te zien is. Dan was ik me gezicht en zet de tv aan. Mijn ouders kunnen elk moment thuis komen en zij mogen niks weten! Even later hoor ik de voordeur open gaan. Aan de voetstappen te horen is het mijn moeder. ‘Hoe was het op school?’ vraagt ze, als ze even later in mijn kamer staat. ‘Goed hoor,’ antwoord ik terwijl ik naar de tv blijf kijken. Ik hoor dat ze weer wegloopt. Na een tijdje komt ook mijn vader thuis. Ook hij komt mijn kamer binnen om me gedag te zeggen, wanneer hij weg is kan ik eindelijk rustig tv kijken. Blijkbaar is mij de rust niet gegund. Want mijn vader is nog maar net weg uit mijn kamer en we moeten alweer eten! Ik zet mijn tv uit en loop naar beneden. Ik voel me rot en goed te gelijk. Rot van het enge sms’je, dat ik het liefst gelijk wil vergeten. Goed omdat Jeroen zo lief voor me is en ik gewoon bij hem terecht kan. Ik mijn gedachte verzonken eet ik mijn eten op. ‘Laat me raden, je bent verliefd,’ zegt mijn vader met een knipoog. Zijn stem haalt me uit mijn gedachte. ‘Hoe zo denk je dat?’ vraag ik. ‘Omdat je zo glazig voor je uit zit te kijken, vertel hoe heet hij,’ ‘Wat jij wil joh, wie is hij?’ zeg ik nuchter. ‘Ach, we horen het nog wel een keer,’ zegt mijn moeder nu en ze knipoogt naar mijn vader. Na het eten vlucht ik naar boven. Al dat gezeur over verliefd zijn. Ik dacht er niet eens aan. Die oude mensen van tegenwoordig, denk ik met een zucht. Ik ga weer lekker tv kijken op mijn kamer en ik krijg allemaal lieve sms’jes van Jeroen. ‘Hij is echt geweldig,’ zeg ik met een zucht. Na een uur heb ik 15 sms’jes van Jeroen binnen. Ik sta op en loop naar beneden om wat te drinken te halen. Wanneer ik boven kom heb ik weer een sms’je, deze keer niet van Jeroen, maar van die engerd. Het enigste woord dat er in staat maakt me weer bang en het doet me pijn. Snel delete ik het sms’je. Tegen negen uur kruip ik diep onder mijn dekens. En langzaam val ik in slaap, dromend over Jeroen.

Hoofdstuk 7:
’Trring..’ doet het alarm van mijn telefoon. Snel druk ik het alarm uit. Het is vier uur in de nacht. Ik kleed me aan en leg wat kussens onder mijn deken, zodat het lijkt alsof ik slaap. Zo stil mogelijk sluip ik mijn kamer uit en loop de trap af. De krakende treden sla ik over en algauw sta ik bij de deur. Zachtjes open ik deze en glip er door heen. Ik loop de oprit af en daar staat hij. De engerd. Hij sleur me mee de auto in, tot mijn schrik zie ik nog een man in de auto zitten. Hij bind mijn polsen samen terwijl de engerd de auto zachtjes wegrijd. Tranen staan in mijn ogen, ik kon gewoon niet weigeren, want dan hadden ze me gehaald. Bij het bos stopt hij de auto. De achterbank en de achterbak zijn één geheel, waardoor ze veel ruimte hebben. Langzaam wordt ik uitgekleed. De tranen lopen nu al over mijn wangen. Ik voel vier handen op mijn lichaam. Omstebeurt komen ze in mij, terwijl ik niks kan doen. De tranen blijven over mijn wangen lopen, ik voel me gebruikt en verschrikkelijk vies. Ik ben blij wanneer het eindelijk over is. Ik krijg mijn klere weer aan en wordt voor de oprit uit de auto gegooid. Stiekem glip ik naar binnen, gelukkig slapen mijn ouders nog. Snel kruip ik weer in mijn bed, de klok verteld me dat het vijf uur is en dan val ik in slaap.

Om zeven uur wordt ik wakker van het geluid van mijn echte wekker. Ik sta op en herinner me gelijk weer de gebeurtenis van vannacht. Snel ga ik onder de douche en probeer weer het vieze gevoel van me af te spoelen, maar het lukt niet. Over twee dagen moet ik ongesteld worden, denk ik bij mezelf, terwijl ik sta te douche. Na het douche kleed ik me aan, ontbijten doe ik niet, ik heb helemaal geen honger! Mijn ouders zijn ondertussen al naar hun werk, dus weten ze niet dat ik niet heb ontbeten. Moeizaam doe ik mijn tas achterop mijn fiets en fiets dan naar Rebecca toe. Wanneer ik bij Rebecca aankom staat ze er niet! De gene die er wel staat is Jeroen. ‘Rebecca is al naar school, ik heb haar gezegd dat ik graag even alleen met jou wil fietsen.’ Met een knik bevestig ik dat ik zijn woorden heb gehoord. In stilte fietsen we het eerste deel van de weg naar school, ik merk dat Jeroen steeds naar me kijkt. ‘Er is iets gebeurd, zeg niet dat er niks is gebeurd, want ik zie het aan je gezicht,’ zegt Jeroen ineens. Ik schrik van zijn woorden, beschaamd kijk ik naar de grond en ik voel weer tranen in mijn ogen. ‘Stop is,’ zegt Jeroen. Ik rem af en stop. Jeroen zet zijn fiets neer en slaat zijn armen om mij heen. Ik kan er niks aan doen, maar ik begin gewoon te huilen. Na een tijdje stop ik weer me huilen. Jeroen blijft nog een tijdje met zijn armen om mij heen staan. Bij hem voel ik me veilig, denk ik bij mezelf. Maar toch durf ik het hem niet te vertellen. Even later fietsen we weer verder. Jeroen zijn hand ligt boven op mijn hand. Hij pakt mijn hand en we fietsen hand in hand verder. Wanneer we het schoolplein opfietsen staan er allemaal klasgenoten te kijken, zeker weer Rebecca haar schuld, denk ik bij mezelf. We zetten de fietsen op slot en ik loop naar Rebecca toe. ‘Was het gezellig? Zo met z’n tweetjes?’ vraagt ze met een knipoog. ‘Ja hoor,’ antwoord ik nuchter. ‘Wat is er allemaal gebeurd onderweg?’ vraagt een andere klasgenoot. ‘Niet zoveel bijzonders,’ antwoord ik. Ik wordt gek van dit gezeur. Ik wil me net omdraaien en weglopen als Jeroen naast me komt staan. ‘Ga je mee?’ zegt hij tegen mij. Ik knik en loop met hem mee naar binnen, op weg naar het klaslokaal. De lessen zijn best wel gezellig. Ik zit telkens naast Jeroen en daar voel ik me veilig. Zijn blik straalt zoveel warmte uit en zijn stem is zo lief. Alles wat hij zegt of doet laat mijn hart smelten.

In de grote pauze spreek ik Rebecca pas weer. ‘Jullie hebben het wel gezellig hé, zo met zijn tweetjes,’ zegt ze. ‘Ja hoor, het is gezellig ja,’ antwoord ik. ‘Al gezoend?’ informeert ze voorzichtig. ‘Nee, waarom wel?’ antwoord ik, ik draai me om en loop weg. Ik heb helemaal geen zin in dat soort gezeur. Ik loop naar buiten als ik Jeroen achter me hoor. Hij komt naast me lopen en legt een arm om me heen. ‘Kom maar mee,’ zegt hij tegen mij. Samen lopen we naar een bankje bij een rustige plek, waar niet veel mensen komen. Ik ga zitten en Jeroen komt naast mij zitten. Zijn arm om mij heen en mijn hoofd tegen zijn borst en zijn andere hand raakt mijn gezicht. ‘Het spijt me,’ fluister ik. ‘Wat spijt je?’ vraagt Jeroen. ‘Dat.. Dat ik je niet kan vertellen wat er is gebeurd, ik durf het niet en ik ben bang voor nog meer ellende!’ En ik voel weer tranen in mijn ogen. ‘Rustig maar,’ zegt hij zacht. ‘Vertel het maar als je het wel durft, ik heb alle tijd, maar je moet wel weten dat ik er altijd voor je ben!’ Dankbaar kijk ik hem aan. Zijn ogen en mijn ogen kijken elkaar aan. Een geweldig gevoel stroomt door mijn lijf. Het oogcontact wordt onderbroken door de bel. Ik pak mijn tas en samen lopen we naar binnen. De rest van de lessen gaat het zelfde als de lessen voor de pauze en ik ben wel blij als de dag eindelijk is afgelopen, geen saaie vakken meer! Denk ik bij mezelf. Samen met Rebecca fiets ik naar huis. Ze blijft maar door ratelen over mij en Jeroen, eigenlijk wordt ik er nog al gek van! Thuis gekomen zet ik mijn fiets weg en ga naar boven. Iets te eten pak ik niet, ik heb geen honger, ik heb de hele dag nog niet gegeten. Ik loop naar boven om mijn huiswerk te maken. Wanneer ik op mijn kamer ben belt Jeroen me, we kletsen wat. Ineens lijkt zijn stem heel ver weg en het wordt zwart voor mijn ogen. ‘Hoor je me?’ klinkt een stem boven mijn hoofd. Het is Jeroen die naast mijn bed staat. ‘Wat is er gebeurd? Hoe kom jij hier?’ ‘Je zat met mij aan de telefoon, ineens hoorde ik een klap en was het stil, ik ben heel snel hier heen gefietst. De achterdeur was open en toen vond ik je hier, je was flauwgevallen,’ antwoord Jeroen met een bezorgde blik. ‘Hoe gaat het nu met je?’ vraagt hij. ‘Ik voel me goed,’ lieg ik. Ik voel me helemaal niet goed, ik voel me vies en gebruikt en ik voel me ook heel erg slap. Jeroen blijft nog even bij me, maar dan moet hij echt naar huis, om zijn huiswerk te maken. ‘Ja, het gaat echt!’ zeg ik tegen hem. Hij geloofd me niet voor honderd procent, maar toch gaat hij weer naar huis. Ik sta op en loop naar mijn bureau en probeer mijn huiswerk te maken. Het lukt niet echt, ik heb hoofdpijn en ik voel me moe. Langzaam val ik boven mijn huiswerk in slaap.

‘Kom je eten?’ klinkt er achter mijn deur. Verschrikt kijk ik op. Ben ik boven mijn huiswerk in slaap gevallen? Ik knipper even met mijn ogen en loop dan naar beneden. Ik kan merken dat ik niks heb gegeten vandaag, ik voel me slap en heb nu wel honger! Onder het eten wordt er weer vol op gepraat. Ik probeer een beetje te luisteren en geef braaf antwoord op alle vragen. Na het eten zeg ik dat ik ga slapen, ik voel me echt verschrikkelijk moe en ik heb hoofdpijn. Ik kleed me om en kruip diep onder mijn dekens, al snel val ik in slaap.


Hoofdstuk 8:
De volgende ochtend wordt ik rustig wakker. Die lange nachtrust heeft me goed gedaan! Denk ik bij mezelf. Ik kijk op mijn wekker en zie dat het bijna tijd is om eruit te gaan. Ik sta op en ga onder de douche. Terwijl ik sta te douche gaat mijn telefoon. Ik schrik me rot, ik kan en durf niet op te nemen, ik ben bang dat het die engerd weer is. Als ik klaar ben met douche gaat mijn mobiel weer af. Ik kijk op de display wie het is en zie dat het Jeroen is. Ik neem mijn mobiel op. ‘Hey schat,’ zegt hij. ‘Gaat alles weer goed met je?’ ‘Ja hoor,’ antwoord ik braaf. ‘Oké en nu je echte antwoord hoe jij je voelt?’ vraagt hij. ‘Oké, wat jij wilt, het gaat wel,’ antwoord ik door de telefoon. Even later hang ik de telefoon weer op. Ik kleed me aan en kam daarna mijn haren. Ik zit te ontbijten als ik een sms’je krijg. Weer schrik ik van de paar woorden die er in staan. Ik wil het niet lezen, maar om het bericht te wissen, moet ik het openen en je kan niet doen alsof je die paar woordjes niet ziet! Het wordt steeds maar erger en erger. Hij blijft sms’jes sturen en hij maakt me daarmee helemaal bang. Geschrokken eet ik de laatste hap van mijn brood op. Op de klok zie ik dat ik weer eens heb lopen treuzelen. Snel doe ik mijn spullen achterop mijn fiets en fiets naar Rebecca. Ik zie Rebecca en Jeroen staan. Eigenlijk had ik ook wel verwacht en vooral gehoopt dat hij er zou zijn. Met zijn drieën fietsen we naar school. Het is best wel gezellig op de fiets, maar toch merk ik dat Jeroen af en toe even bezorgt naar mij kijkt. Ik probeer niks te laten merken en doe zo vrolijk mogelijk mee. ‘Jeroen, wat ben je stil?’ zegt Rebecca ineens. Ik zie dat hij verschrikt opkijkt. ‘Tja, ik was even ergens anders met mijn gedachte,’ antwoord hij. ‘Bij haar natuurlijk,’ zegt Rebecca terwijl ze met haar hoofd naar mij wijst. ‘Zou kunnen,’ antwoord hij tegen Rebecca en hij geeft mij een knipoog. Op school aangekomen kijken weer een paar klasgenoten om naar mij en Jeroen, volgens mij denken ze dat we een echt stel zijn! ‘Ik weet dat ze denken dat we een stel zijn,’ zegt Jeroen als we in het fietsenhok staan. ‘Kan je gedachte lezen of zo?’ vraag ik. ‘Nee, maar ik zag gewoon aan je dat je dat dacht,’ antwoord hij. ‘Oh,’ zeg ik zacht. Hij komt dichter bij me staan en pakt mijn hand. ‘Wil je..’ begint hij en hij stopt even met praten, alsof hij naar de goeie woorden moet zoeken. ‘Wil je verkering met me,’ vraagt hij. Ik schrik eerst van zijn zin, want dit had ik helemaal niet verwacht. Ik weet niet wat ik moet antwoorden, hoe kan ik met hem nemen als ik in de problemen zit? ‘Het maakt me niet uit wat jou problemen zijn, ik hou toch wel van je en je hoeft het me niet te vertellen als je dat niet durft of wilt,’ gaat hij verder. Het blijft even stil. ‘Ja, ik wil met je,’ antwoord ik zacht. Zijn ogen beginnen te stralen en hij slaat zijn arme om mij heen. Een geweldig gevoel gaat door me heen. We lopen hand in hand naar buiten en iedereen lijkt te merken dat we nu een echt stel zijn. Iedereen kijkt ons na.

Tijdens de lessen kan ik mijn aandacht er niet bijhouden, ik probeer te bedenken of ik het aan Jeroen zal vertellen of niet. Ik wil het wel, maar ik durf het niet. Ik ben bang voor zijn reactie en bang voor de problemen die er van zullen komen. Ik ben blij als het eindelijk pauze is. Even geen gezeur van leraren aan mijn hoofd. Samen met Jeroen en Rebecca loop ik het lokaal uit en met zijn drieën gaan we naar buiten. We gaan buiten op een bankje zitten, ik zit lekker warm tegen Jeroen aan, die zijn arm om mij heen heeft. Het voelt fijn om iemand te hebben die om mij geeft, want mijn ouders zijn niet erg vaak thuis en Rebecca is gewoon een hele goede vriendin, maar bij Jeroen voel ik me gewoon echt welkom en vooral heel veilig. Na de pauze lopen we naar binnen in de bosjes zie ik iemand zitten, het lijkt op de engerd! Zou het hem zijn of niet? Een schok gaat door mij heen, deze keer van angst. Mijn blik blijft rusten op de plek waar ik een gezicht zie. ‘Wat is er?’ vraagt Jeroen en hij volgt mijn blik. ‘Niks,’ antwoord ik en snel ren ik naar binnen. Tijdens de laatste lessen kan ik me echt niet concentreren. Ik ben bang dat hij me opwacht uit school. Hoe kom ik hier ooit veilig wel? Eindelijk gaat de laatste bel. Ik wil zo snel mogelijk naar het fietsenhok lopen. Maar Jeroen pakt me bij mijn arm. Help! Is de eerste gedachte die door me heengaat. ‘Help! Laat me los!’ flap ik eruit, voordat ik in de gaten heb dat Jeroen het is. ‘Sorry,’ zeg ik, zodra ik zie dat Jeroen het is. ‘Ik dacht niet dat jij het was,’ ‘Het is al goed,’ antwoord hij. Maar ik zie in zijn ogen dat hij weet dat dit met mijn problemen te maken heeft. Samen fietsen we naar huis, hij wil me graag naar huis brengen, waarom weet ik niet. Thuis probeer ik mijn huiswerk te maken, maar het lukt niet echt. Ik moet denken aan Jeroen zijn reactie van vanmiddag. Hij mag echt niks doorhebben!

‘Eten!’ wordt er geroepen. Ik schrik op uit mijn gedachte. Hoe laat is het? Een blik op de klok verteld mij dat het al half zes is, de hele tijd zat ik in mijn gedachte verzonken! Ik loop naar beneden om te gaan eten. ‘Hoe was het op school?’ vraagt mijn moeder. Het standaard gesprek weer. ‘Nog cijfers gehad?’ Het enigste waar zij zich in interesseren is hun werk en mijn school. De rest van mijn leven vinden ze blijkbaar niet interessant! Ik ben blij als we eindelijk klaar zijn met eten! Al die leugentjes over mijn cijfers! Mijn cijfers zijn namelijk de laatste tijd nog al omlaag gegaan, vooral de afgelopen week. Ze mogen dat niet weten, want dan worden ze echt boos op mij. Want school vinden ze belangrijk! Zodra we klaar zijn met eten vlucht ik naar boven en probeer weer mijn huiswerk te maken. Ik ben nog maar net bezig of ik krijg weer sms’jes binnen. Weer allemaal sms’jes van de engerd. Ik wis ze snel en maak mijn huiswerk half af. Daarna gooi ik mijn boeken aan de kant en ga tv kijken. ‘Nee hé!’ zucht ik, alle programma’s lijken weer eens te gaan over baby’s of verkrachting. De dingen die ik juist niet wil horen! Snel zet ik de tv aan en ga onder mijn dekens liggen. Ik wil niet denken aan die dingen! Ik wil gelukkig zijn! Langzaam zakken mijn ogen dicht en val ik in een onrustige slaap.

Hoofdstuk 9:
’Help!’ gil ik, met een schok schiet ik overeind. Helemaal bezweet en vol angst zit ik recht op in mijn bed. Hoe laat is het? Vraag ik mezelf af. Ik kijk op de klok en zie dat het half zeven is. Met een duf gevoel in mijn hoofd sta ik op. Ik pak mijn kleren en ga onder de douche. Terwijl ik sta te douche word ik langzaam wakker. Ik probeer niet te denken aan mijn nachtmerrie over de engerd en zijn rare spelletjes. Na het douche kleed ik me aan en dan besef ik ineens dat het Zaterdag is en dat ik dus niet naar school hoef. Met een zucht laat ik me op bed vallen. Om één uur wordt een nachtmerrie weer werkelijkheid. Wanneer ik er aan denk lopen de rillingen over mijn rug. En langzaam loopt een traan over mijn wang. Trrring.. Ik schrik op uit mijn gedachte. Ik hoor en zie dat mijn mobiel gaat. Ik pak mijn mobiel en in de display zie ik dat het Jeroen is. Ik haal één keer diep adem en neem dan op. ‘Hey Jeroen,’ zeg ik zo vrolijk mogelijk. ‘Hey meis, alles goed?’ klinkt zijn warme stem aan de andere kant van de lijn. ‘J-ja hoor’ stotter ik. ‘Hé heb je zin om vanmiddag mee te gaan naar de bioscoop?’ vraagt hij. Mijn hart slaat over. Wat moet ik doen? Ik moet weer naar de engerd vanmiddag, anders komt hij me halen! Maar ik wil Jeroen ook niet laten zitten! ‘Ben je er nog?’ klinkt er aan de andere kant. Ik schrik op uit mijn gedachte. ‘Ja, ik ben er nog,’ antwoord ik zenuwachtig. ‘M-maar ik kan niet naar de bioscoop vanmiddag, ik moet w-weg met mijn moeder,’ komt er stotterend en zenuwachtig uit mijn keel. ‘Oké, een andere keer dan maar,’ antwoord hij en ik hoor de teleurstelling in zijn stem. ‘Het spijt met,’ fluister ik. ‘Jij kan er ook niks aan doen,’ antwoord hij. Na nog eventjes gepraat te hebben hangen we op. Nog steeds hoor ik de teleurstelling in Jeroen zijn stem, het doet me zo’n pijn dat ik gewoon niet met hem weg kon. ‘Bestond dat hele MSN nou maar niet,’ zeg ik kwaad tegen mezelf en woedend smijt ik mijn mobiel tegen mijn computer aan. Daarna loop ik naar beneden om wat te eten, wanneer ik beneden ben pak ik toch alleen maar een kopje thee. Ik heb helemaal geen honger, al dagen niet. Langzaam en met kleine slokjes drink ik mijn thee op, Ik merk niet eens hoe heet de thee is en proef ook geen smaak. Als mijn thee op is loop ik weer naar boven. Ik pak mijn telefoon op en zie dat ik twee sms’jes heb. De eerste is van de engerd. Daar staat in dat ik al om elf uur op de plek moet zijn. De tweede is van Jeroen, dat er een film draait om half drie en of ik naar hem toe wil komen als ik voor die tijd terug ben. In stilte hoop ik dat ik op tijd weg kan, want ik wil heel graag met Jeroen naar de bioscoop toe.

Al veel te snel is het kwart voor elf. Ik haal mijn fiets uit de garage en fiets langzaam naar de plek waar mijn nachtmerrie weer werkelijkheid zal worden. Heel gespannen en nerveus kom ik aan op de plek. Ik zie dat er niemand is en er hangt een briefje aan de boom met mijn naam erop. Ik pak het briefje en lees wat er op staat. ‘Blijft hier wachten tot ik er ben,’ lees ik zachtjes voor van het briefje af. Bang ga ik bij de boom op de grond zitten en kijk gespannen om me heen, ik zie nog steeds niemand. Ineens van uit het niets komen er vier mannen op mij af, waarvan één man de engerd is. ‘Nee!’ schreeuw ik en ik krijg een klap in mijn gezicht en een hand op mijn mond. De tranen lopen over mijn gezicht en wanneer de hand weer weggehaald wordt begin ik weer heel hard te schreeuwen, veel zin heeft dit niet, want ik krijg weer klappen in mijn gezicht en stompen in mijn maag. Toch blijf ik door schreeuwen, het maakt me niet uit hoeveel pijn, ik wil hier gewoon weg! Ineens krijg ik een doek om mijn mond gebonden en om mijn ogen, ik voel dat ik in een kofferbak van een auto wordt gegooid en ik hoor dat de auto wegrijd. Na een paar minuten stopt de auto weer. Ik word buiten op de grond gelegd en de doek voor mijn ogen wordt weggehaald, aan de bomen zie ik dat we nog steeds in het bos zijn, maar wel op een andere plek. ‘Jij bent mijn sletje,’ zegt de engerd tegen mij terwijl hij me uitkleed. De tranen rollen over mijn wangen, ik wil dit niet en ik ben hartstikke bang! De ene na de andere komt in mij, ik voel de pijn in mijn lichaam van de klappen die ik heb gehad. Ik voel overal handen op mijn lichaam en ineens een mond op de mijne. De tong probeert mijn mond in te gaan maar ik hou mijn lippen stijf op elkaar. Uiteindelijk gaan de lippen van mijn lippen af. Jeroen, ik wouw dat je me kon helpen! Gaat er door mijn hoofd heen en nog meer tranen stromen over mijn wangen. Na een hele tijd krijg ik eindelijk mijn kleren weer aan en wordt bij mijn fiets weer uit de auto gegooid. Huilend fiets ik naar huis en ga daar heel snel onder de douche. Ik voel nog steeds die vieze handen op mijn lichaam en probeer het van me af te spoelen. Na het douche besluit ik om naar Jeroen te gaan, het is pas één uur.

Wanneer ik bij Jeroen aankom doet Jeroen open, de tranen lopen over mijn wangen en ik zie Jeroen zijn verbaasde en geschokte gezicht. Hij slaat zijn armen om mij heen, een rilling gaat over mijn lichaam en ik merk dat ik het eng vind als iemand me aanraakt. Doe normaal, dit is Jeroen maar denk ik bij mezelf en langzaam kan ik me iets ontspannen. Jeroen vraagt niks, maar ik merk wel dat hij heel erg bezorgt is en dat hij een vermoede heeft wat er aan de hand is. Ik blijf nog een tijdje huilen en langzaam wordt ik weer rustig. ‘Je moest niet met je moeder mee hé,’ zegt Jeroen. Langzaam schud ik me hoofd. ‘Je hebt gelijk,’ fluister ik en de tranen beginnen weer te stromen. Nu weet ik zeker dat Jeroen iets door heeft. Ik weet het gewoon en ik weet ook dat hij het heel erg vind, want er staan ook tranen in zijn ogen. ‘Ik help je eruit,’ antwoord hij, ook al weet ik niet of het is wat ik denk. Ik leg mijn hoofd tegen zijn schouder en mijn armen om hem heen. Bij hem voel ik me veilig, maar toch kan ik hem niks vertellen, want dat is immers gevaarlijk voor zijn eigen veiligheid! We blijven een hele tijd zitten totdat Jeroen ineens weer begint te praten. ‘Zullen we nog naar de film gaan of gewoon hier blijven?’ vraagt hij. Ik weet dat hij graag naar de film wil en mij lijkt een beetje afleiding ook wel goed. ‘Film,’ antwoord ik zachtjes. We staan op en op de fiets gaan we naar de film. Onderweg zie ik ineens de engerd lopen. Ik schrik en een rilling loopt over mijn lichaam. Ik zie dat Jeroen mijn blik volgt en ook hij komt uit bij de engerd. ‘Dus toch,’ mompelt hij en ik zie verdriet en medelijden op zijn gezicht. Ik sla mijn ogen neer en langzaam fietsen we naar de bioscoop. In de bioscoop en vooral tijdens de film merk ik dat Jeroen af en toe bezorgt naar me kijkt. Om hem een beetje gerust te stellen leg ik mijn hoofd op zijn schouder en mijn hand op zijn hand. Ik kijk hem lang aan en hij kijkt mij lang aan en ineens buigt hij zich naar me toe en geeft me voorzichtig een kus op mijn mond en ineens is de film niet meer belangrijk en zijn wij aan het zoenen. Het lijkt wel alsof er iets in mij ontploft, het is zo’n geweldig gevoel en voor het eerst sinds deze dag voel ik me weer een beetje vrolijk!
Na de film brengt Jeroen me thuis. ‘Tot morgen,’ zegt hij zachtjes. ‘Tot morgen,’ antwoord ik en ineens staan we weer te zoenen tot ineens de deur openvliegt. ‘Binnenkomen nu,’ klinkt de stem van mijn moeder. Ik schrik en zeg Jeroen nog een keer gedag en loop dan achter mijn moeder aan naar binnen. ‘Zo, sinds wanneer heb jij een vriend?’ vraagt mijn moeder, haar ogen boren in mijn lichaam. ‘Sinds deze week,’ antwoord ik. ‘En waarom weten wij hier niks van?’ vraagt ze. Ineens lijkt er iets in mij te knappen. ‘Omdat jullie nooit thuis zijn! En het gaat jullie ook helemaal niks aan!’ schreeuw ik tegen mijn moeder. ‘Jullie geven niks om mij! Jullie zijn alleen maar met jezelf bezig!’ Kwaad sta ik op en ren naar boven en met een knal sla ik de deur achter me dicht. Mokkend blijf ik de hele avond in mijn kamer, ik ga niet naar beneden om te eten en ik probeer niet te denken aan al mijn nachtmerries en aan mijn maag die om eten vraagt, ik heb tenslotte niks gegeten vandaag. Ik kruip onder mijn dekens en knijp mijn ogen stijf dicht. Ik probeer niet te denken aan dingen, maar het lukt gewoon niet! Na veel uren val ik toch uiteindelijk weer in slaap, een lichte en vooral onrustige slaap.

Hoofdstuk 10:
Met een harde knal sla ik mijn wekker uit. Moeizaam open ik mijn ogen. Mijn hoofd doet gigantisch zeer en ik herinner me gelijk de ruzie van gisteren weer. Moeizaam sta ik op en loop naar de badkamer om te douche. Als ik voor de spiegel sta zie ik de blauwe plekken op mijn lichaam, van de klappen gister. Voorzichtig raak ik ze aan. ‘Auw,’ zeg ik boos tegen mezelf. Het doet best wel pijn. Terwijl het water stroomt en ik onder de douche sta vraag ik me af hoe de blauwe plekken er ineens zijn, gister middag was er nog niks te zien! Er zal vannacht toch niks gebeurt zijn? Gaat er door me heen. Een rilling loopt over mijn rug, ik wil er niet aan denken. Langzaam droog ik me af en kleed me aan. Met wat make-up camoufleer ik mijn blauwe plekken. Als ik klaar ben zie ik dat het al half elf is. Nog twee uur voordat ik naar het bos moet, voor weer een nachtmerrie. Elke keer als ik er aan denk loopt een traan over mijn wang, waarom ik? Gaat er door me heen. Langzaam sta ik op om mijn haarborstel te pakken, terwijl ik wegloop gaat mijn mobiel af en ik zie dat het Jeroen is. Ik neem op maar weet niks te zeggen. ‘Ben je er?’ klinkt er aan de andere kant van de lijn. ‘Ja, ik ben er,’ antwoord ik zachtjes. De tranen lopen alweer over mijn wangen. Waarom is hij nou zo lief? En waarom kan ik hem nou niks vertellen? ‘Liefferd,’ begint Jeroen. ‘Moet je vanmiddag weer weg?’ Ik hoor aan zijn stem dat hij het door heeft. ‘Ja,’ antwoord ik snikkend. ‘Geef me vijf minuten, dan ben ik bij je oké?’ ‘Oké,’ antwoord ik en de lijn wordt verbroken. Wat zal er nu gebeuren? Zal hij iets gaan doen? Ik loop naar de badkamer om wat water te drinken, zodat ik weer rustig word en probeer te bedenken wat ik zo meteen moet zeggen tegen Jeroen. Ik weet het gewoon niet.

Wanneer Jeroen aanbelt weet ik het nog steeds niet. Langzaam loop ik de trap af en doe de voordeur open. Zonder iets te zeggen slaat Jeroen zijn armen om mij heen en sluit de deur. Na een tijdje gaan we in de huiskamer zitten, er is toch niemand thuis dus we kunnen gewoon praten. ‘Het is die man hé,’ begint Jeroen. ‘Die man die we gister zagen,’ Jeroen kijkt me vragend aan, maar ik kan niet antwoorden. Weer slaat hij z’n arm om me heen. ‘Heeft hij je verkracht?’ vraagt hij. Zijn lieve ogen kijken mij aan, ik durf niks te zeggen en in plaats van iets te zeggen barst ik spontaan uit in tranen uit. Ik zie zijn geschokte gezicht en durf hem dan helemaal niet meer aan te kijken. Ik druk mijn gezicht tegen zijn lichaam. Ineens voel ik een traan op mijn hoofd. Ik kijk omhoog naar Jeroen zijn gezicht en ik zie dat ook bij hem tranen over zijn wangen lopen. Hij zegt helemaal niks, alsof hij helemaal in shock is. ‘Hoe laat is het?’ fluister ik. ‘Half één,’ antwoord Jeroen. ‘Ik.. Ik moet gaan,’ zeg ik. Ik probeer op te staan maar Jeroen laat me niet los. ‘Ik laat je niet gaan,’ zegt hij. ‘Nu niet en nooit niet!’ ‘Ik moet!’ roep ik uit. ‘Anders komt hij me halen! En ga jij er ook aan,’ ‘Niet dus,’ antwoord Jeroen, hij is ineens heel zeker van zichzelf. ‘Kom met me mee en snel,’ Omdat ik eigenlijk geen andere keus heb loop ik achter hem aan. Samen gaan we naar buiten. Even later fietsen we weg. Jeroen op de fiets en ik achterop. ‘Waar gaan we heen,’ vraag ik. ‘Zie je zo wel,’ antwoord hij. Ik kan niks anders doen dan gewoon blijven zitten. Ik leg mijn hoofd tegen Jeroen zijn rug en kijk opzij, ineens herken ik een figuur in de auto die ons inhaalt, het is de engerd! ‘Jeroen!’ roep ik. ‘Daar is hij!’ fluister ik er achter aan. Jeroen trapt vol op zijn rem en schiet een steegje in, daar stoppen we om te kijken of de engerd ook terug komt. ‘Hij heeft ons niet gezien,’ zegt Jeroen opgelucht als de auto niet terugkomt en we stappen op de fiets om verder te gaan. Voor de zekerheid neemt Jeroen toch een andere weg, via allemaal fietsweggetjes.

Een half uurtje later komen we eindelijk aan bij zijn bestemming. ‘Jouw huis?’ zeg ik verbaasd. ‘Goed gezien,’ antwoord hij en hij neemt me mee naar binnen. ‘M-maar hier vindt hij me,’ antwoord ik bibberend. ‘Echt niet dus,’ antwoord hij. ‘Mam,’ gaat hij verder tegen zijn moeder. ‘Als er iemand aanbelt die één van ons zoekt, wil je dan zeggen dat we er niet zijn?’ ‘Oké,’ antwoord zijn moeder verbaasd. Samen lopen we naar boven, naar zijn kamer. Hij draait zijn deur op slot en doet alles voor de ramen dicht, zodat niemand ons kan zien. In stilte zitten we samen op zijn bed als mijn telefoon ineens gaat, het is een sms’je van de engerd. ‘Wat staat erin?’ vraagt Jeroen. ‘Ik weet dat je bij die jongen bent. Kom nu naar de hoek van de straat, anders kom ik je halen,’ lees ik voor. Ik begin helemaal te trillen van angst. ‘Ik moet wel gaan,’ zeg ik tegen Jeroen en ik wil opstaan. ‘Nee,’ antwoord Jeroen en hij houdt me tegen. ‘Ik kan je niet laten gaan, want dan wordt je verkracht,’ Ik zie de angst op zijn gezicht en gespannen ga ik weer zitten. Na een paar minuten krijg ik het volgende sms’je. ‘Als je nu niet komt laat ik niks over van die jongen waar je bent,’ zeg ik zacht. ‘Dat staat er in het sms’je,’ Ik zie Jeroen zijn geschrokken gezicht. ‘Ik moet nu wel,’ zeg ik en ik sta snel op. ‘Nee!’ roept Jeroen. ‘Ik kan je niet laten gaan,’ Tranen lopen over zijn wangen. Ik zie de angst op zijn gezicht. Angst voor wat mij gaat gebeuren en wat hem anders zal gebeuren. Zonder nog één woord te zeggen ren ik naar beneden, de deur uit. Binnen twee minuten sta ik op de hoek van de straat. Ik zie de auto al staan. Hij stapt uit en bind mijn polsen bij elkaar met touwen. Hij duwt mij op de achterbank en hard rijd hij weg. In een flits zie ik Jeroen buiten staan, zijn gezicht is helemaal bleek. Bij het bos wordt ik hard uit de auto gegooid. Met een knal kom ik op de grond terecht. Mijn rug doet helemaal pijn en alsof dat nog niet genoeg is begint bij me te slaan in mijn gezicht en te stompen in mijn buik. Ik huil van angst en pijn en vooral om wat ik Jeroen heb aangedaan. Ineens komen die andere drie mannen weer. Weer overal handen op mijn lichaam. Ik voel dat ze omstebeurt in mij komen. Ik wil schreeuwen van angst maar er zit een doek om mijn mond. ‘oliebol,’ zegt de engerd ineens. Ik word heel snel in de auto geduwd en heel snel rijden ze weg. In de auto krijg ik mijn kleren weer aan en op de hoek van Jeroen zijn straat wordt ik uit de auto geduwd. Snel loop ik naar Jeroen zijn huis. Jeroen stond al bij de deur te wachten. En zodra ik naar binnen stap slaat hij zijn armen om mij heen. Zijn gezicht is nog steeds helemaal wit en zijn ogen staan vol verdriet en angst. Samen lopen we naar boven, ik voel me duizelig en mijn hoofd doet nog steeds erg pijn. Ineens wordt het zwart voor mijn ogen.

Als ik mijn ogen open is het helemaal donker. ‘Waar ben ik, wat is er gebeurd?’ vraag ik, terwijl ik niet weet of er iemand is. ‘Je bent in mijn kamer,’ antwoord Jeroen. ‘Je bent flauw gevallen,’ Ik probeer overeind te komen maar mijn hoofd doet zeer. ‘Blijf maar liggen,’ zegt Jeroen. ‘Ze hebben je ook nog eens geslagen hé? Ik zie allemaal blauwe plekken bij je,’ Ik durf niks te zeggen en hij weet het toch al. Ik probeer nog een keer overeind te komen, deze keer lukt het wel maar alles duizelt voor mijn ogen. Jeroen komt naast me zitten en legt een arm om me heen. ‘Ik ga je helpen, ik beloof het,’ fluistert hij. Ineens val ik tegen Jeroen aan, mijn hoofd duizelt zo erg dat ik niet meer kan zitten. Rustig ga ik weer liggen, op aandringen van Jeroen. Ineens voel ik hoe moe ik ben, langzaam zakken mijn ogen dicht en val ik in slaap. ‘Wakker worden,’ zegt Jeroen. Moeizaam open ik mijn ogen. ‘Je slaapt nog maar net hoor,’ zegt Jeroen. ‘Maar mijn moeder zegt dat je hier wel mag komen slapen voor een week of langer, wil je dat of wil je liever naar huis?’ ‘Hier blijven’ antwoord ik zachtjes. ‘Oké, dan regelt mijn moeder even alles, welterusten,’ antwoord hij en hij geeft me voorzichtig een zoen. Nog voordat hij de kamer uitloopt val ik in slaap.

Hoofdstuk 11:
De volgende ochtend word ik wakker van de hoofdpijn. Als ik mijn ogen open doe vraag ik me af waar ik ben. Alles duizeld en ik voel iemand naast me. Ik zie dat Jeroen naast me ligt en ineens herriner ik me alles weer. Met een diepe zucht draai ik me voorzichtig om. 'Ben je wakker?' hoor ik naast me. 'Ja, ik denk het,' antwoord ik fluisterend. Jeroen kijkt op zijn wekker. 'Het is tien uur,' zegt hij. Ik zeg niks terug. Ik voel dat hij opstaat, maar ik voel me schuldig van gister en durf hem niet aan te kijken. Het verdriet in zijn ogen raakte me enorm en als ik er aan denk vallen de tranen alweer op het kussen. Ineens komt Jeroen de kamer in, ik wil mijn tranen afdrogen, maar hij heeft het al gezien. Voorzichtig geeft hij me een zoen en stil komt hij naast me zitten. Zo blijft het een tijdje, tot dat zijn moeder de kamer in komt. 'Jeroen, kan ik even met je praten?' vraagt ze. Jeroen staat op en loopt met zijn moeder mee naar beneden. Langzaam sta ik op om te gaan douche. 'oliebol, nog niet ongesteld,' zeg ik tegen mezelf, als ik onder de douche sta. Een raar gevoel komt over me heen. Ik zal toch niet.. Nee dat kan niet, denk ik bij mezelf. Ik probeer de nare gedachte uit mijn hoofd te krijgen, maar het lukt niet. Ik besluit om na het eten met Jeroen z'n moeder er over te praten, Jeroen zal haar nu toch wel alles moeten vertellen.

Met een zwaar gevoel in mijn maag loop ik naar benden voor het ontbijt, als ik binnenkom zie ik dat de blikken op mij zijn gericht. Stil ga ik aan de ontbijttafel zitten. Niemand zegt wat en ik merk dat Jeroen bezorgt kijkt. Het zware gevoel in me maag wordt een misselijk gevoel en ineens moet ik overgeven. Ik spring overeind en loop zo snel mogelijk naar de wc. Ik haal het maar net. Ik hoor voetstappen achter mij en ik kijk achterom. Het is Jeroen z'n moeder. 'Laat me raden, het gebeurd niet veilig hè?' zegt ze. Ik bevestig haar zin en ze neemt me mee naar boven. 'Kind, o kind,' mompeld ze en ze legt me op bed. Blijf maar liggen, ik kom zo weer terug. Ik hoor haar naar beneden gaan en daar hoor ik haar met Jeroen praten. Ik kan niet verstaan wat ze zeggen. Ineens hoor ik iemand de trap oprennen en met een lijkbleek gezicht staat Jeroen in de kamer. Ik zie de tranen in zijn ogen staan en ineens weet ik wat zijn moeder hem heeft verteld. In stilte komt hij naast me zitten, hij hoeft niet te vertellen wat hij denkt, aan zijn ogen kan ik zien hoe geschrokken hij is. Zijn hand gaat door mijn haren en de stilte blijft. Ik voel zijn tranen op mijn gezicht vallen en ook ik moet huilen. 'Die zak,' zegt Jeroen ineens schor. 'Ik maak hem af, ik laat niets van hem over,' 'Jeroen..' probeer ik, maar het heeft geen effect. Jeroen is woedend en ook verdrietig. 'Waarom jij,' zegt hij tussen de tranen door. Hij zegt nog meer dingen, maar na een tijdje versta ik zijn woorden niet meer, alles word wazig en ineens is het zwart.

'Lieverd, word eens wakker,' is het eerste wat ik weer hoor. Ik open mijn ogen en zie Jeroen en zijn moeder en ook een man die ik niet ken. 'Een dokter,' fluisterd Jeroen als hij ziet dat ik naar de man kijk. 'Oh,' antwoord ik versufd. De dokter doet wat dingen met me, maar het gaan allemaal langs me heen. Het is alsof ik er niet ben. Alsof ik niet meer besta. Uiteindelijk, na een lange tijd gaat hij naar beneden, samen met Jeroen en zijn moeder en lig ik weer alleen in deze kamer. Even later komt Jeroen weer terug. 'Hij.. Hij kwam kijken of je zwanger bent,' komt er voorzichtig uit Jeroen zijn mond. Overmorgen komt de uitslag. Ik voel al het bloed uit mijn gezicht weg trekken. Ik wil gillen en schreeuwen dat het niet hoeft, dat ik toch niet zwanger ben, maar ik kan het niet. In plaats van gegil of geschreeuw begin ik te huilen. Ik kan er niks aan doen en ik kan er ook niet mee stoppen. Ik verstop mijn gezicht onder het kussen, ik wil niemand zien. Even later hoor ik Jeroen de kamer uitlopen, heel stil en voorzichtig.

De rest van de dag blijf ik op bed, ik hoef geen eten en voel me zwaar ellendig. Ik wil weg, weg van de wereld. Jeroen komt telkens even bij me zitten, maar we praten allebei niet. Er zijn alleen ijzige koude stiltes. Nog voordat het donker wordt vallen mijn ogen dicht van vermoeidheid, ik draai me om en val in slaap, hopend dat ik niet zwanger ben..

Hoofdstuk 12(!!)
Helemaal trillerig word ik de volgende ochtend wakker. De kamer is donker en leeg, Jeroen is er niet. Angstig kijk ik op de wekker. Het is pas negen uur. Ik wil me omdraaien als mijn telefoon gaat. Zonder er bij na te denken neem ik de telefoon op. 'Het bos, over een uur,' klinkt de stem aan de andere kant van de lijn. 'N-nee, alsjeblieft niet,' jammer ik. 'Als je niet komt laat ik niets van je vrienden over,' zegt de engerd. Een klik geeft aan dat de verbinding is verbroken. Zachtjes sta ik op en sluip de kamer uit, Jeroen en zijn moeder liggen nog te slapen. Ik ga niet douche, omdat ik denk dat ik ze dan wakker maak. Ik kleed me aan en loop heel zachtjes naar beneden. Ik ga naar buiten en loop richting het bos. Lopend is het best wel ver.

Een half uur later kom ik bij het bos aan, op de plek waar het altijd gebeurd. In de schaduw van de boom zie ik hem staan. Verstijft van angst blijf ik staan. Hij komt op me af en ik wil wegrennen, maar ik kan het niet. Hij pakt me bij mijn armen en duwt met naar een groepje bomen. Daar gooit hij me op de grond en bind mijn armen en benen aan de boomstammen. 'Ga weg,' zeg ik zachtjes. 'D-dankzij jouw ben ik misschien wel zwanger' durft ik na een tijdje te zeggen. Ik zie al het bloed uit zijn gezicht weg trekken. 'Jij.. Jij,' zegt hij kwaad en ik voel zijn vuist in mijn maag komen, na een paar stompen stopt hij eindelijk. De tranen lopen alweer over mijn wangen en ik hoor mijn mobiel afgaan. De engerd pakt mijn mobiel en zet hem uit, vervolgens smijt hij hem een meter verder op de grond. Intussen lig ik koud en zonder kleren op de grond. Weer komt hij in me. Ik wil het uitschreeuwen dat hij weg moet gaan, maar er komt geen geluid uit mijn keel en hij heeft zijn hand op mijn mond. Elke minuut lijkt wel een uur te duren. Mijn haar is nat van de tranen die van mijn gezicht aflopen. Ineens zie ik een schim van een persoon in de verte. Hij heeft het ook gezien, zo snel als hij kan maakt hij me los, zorgt dat ik mijn kleren aankrijg en verdwijnt in het niets. Huilend en bang blijf ik achter op de koude mossige grond. De persoon komt dichterbij en snel vlucht ik weg, ik wil niet dat ik gezien wordt en in een snel tempo loop ik naar Jeroen zijn huis.

'Waar was je?' roept Jeroen bezorgt zodra de deur geopend wordt. 'Weg,' antwoord ik zachtjes en ik loop langs hem heen, ren de trap op en laat me huilend op bed vallen. Ik blijf een tijdje liggen en ineens lijkt het alsof mijn tranen op zijn. Een verdoofd gevoel komt overe me heen en ik kan niet meer huilen. Rustig sta ik op om te gaan douche. Onder de douche merk ik dat mijn buik pijn doet van de stompen en er zitten blauwe plekken op mijn buik. Voorzichtig kleed ik me na het douche weer aan, ik probeer de blauwe plekken niet aan te raken. Als ik de douche uit kom zie ik dat de deur van Jeroen zijn slaapkamer gesloten is, ik wil doorlopen naar de logeerkamer als ik geluid hoor uit Jeroen zijn kamer. Het lijkt wel een gehuil. Ik blijf nog even luisteren en dan weet ik het zeker, hij huilt en dat is mijn schuld. Ik probeer de deur te openen maar die zit op slot. 'J-Jeroen, doe alsjeblieft open,' fluister ik door de deur. Ik blijf een tijdje wachten en dan gaat de deur van het slot. Langzaam loop ik naar binnen, ik voel me schuldig. Waarom moet ik zijn leven nou weer in puin helpen? Ik ga zitten op zijn bed, naast Jeroen. Ik wil veel tegen hem zeggen, maar er komt geen woord uit mijn keel. 'Het spijt me,' fluister ik ineens. 'Sst,' antwoord hij. 'Jij hoeft je niet te verontschuldigen, jij kan er niks aan doen,' 'Wel, want als ik niet met hem had afgesproken de eerste keer, dan..' zeg ik. 'Jij kon toch niet weten dat het zo'n engerd is, het is gewoon jou schuld niet,' antwoord Jeroen luid. Ik houd mijn mond weer, ik weet niet wat ik moet zeggen, kennelijk kan ik hem niet op anderre gedachte brengen. 'Ik ga even op bed liggen,' zeg ik na een tijdje en ik sta op en loop de kamer uit. Ik voel dat zijn ogen mij achtervolgen, maar ik durf niet om te kijken.

Op mijn bed probeer ik na te denken over de situatie. Jeroen z'n moeder heeft mijn ouders ingelicht, die vinden dat het mijn eigen schuld is en vinden dat ik het zelf op moet lossen. Ze zijn natuurlijk weer te druk met hun werk en alleen geinteresseerd in mijn schoolcijfers. Jeroen z'n moeder heeft beloofd niet naar de politie te gaan, omdat dat te gevaarlijk is. 'Wij helpen je wel,' zei ze. Jeroen en zijn moeder laten me beide niet zonder toezicht meer het huis uit gaan, ze waren allebei geschokt toen ik vanochtend ineens weg was. Ik zie het verdriet en de angst weer in Jeroen zijn ogen, de angst voor mijn leven. Ineens realiseer ik me hoe lief hij wel niet is voor mij en hoe verliefd ik wel niet op hem ben. Zo'n vriend krijg je echt maar één keer in je leven, bedenk ik.

'Eten,' roept Jeroen zijn moeder onder aan de trap. Die woorden halen mij uit mijn gedachte. Ik sta op en loop naar beneden. Na vijf minuten is Jeroen er nog niet, zijn moeder loopt naar boven. Enkele minuten later komt ze weer naar beneden. 'Hij slaapt,' zegt ze bezorgd. 'Ik laat hem wel even slapen, hij was ontzettend moe.' In stilte eet ik mijn eten op, ik heb geen honger en het liefst zou ik niks eten, maar het moet. Tijdens de hele maaltijd wordt er niks gezegt en ik staar alleen maar naar mijn bord. Na het eten vlucht ik snel naar boven en kijk om het hoekje van Jeroen zijn deur. Ik zie dat hij nog steeds slaapt. Ineens wil ik niets liever dan bij hem zijn. Ik loop de kamer in en ga voorzichtig naast hem liggen en sluit mijn ogen. Ik hoor zijn ademhaling, maar die klinkt steeds verder weg. De spanning glijd even van mijn lijf en ik val in slaap.

Hoofdstuk 13:
Moeizaam open ik mijn ogen. Waar ben ik? Gaat er door me heen. Al snel realiseer ik me dat ik in Jeroen zijn kamer ben. Jeroen slaapt nog steeds. Voorzichtig sta ik op en probeer te bedenken welke dag het is. Oh nee! De dag van de uitslag! Ik realiseer me dat vandaag de dag van de waarheid is, ik voel dat elke spier in mijn lichaam gespannen staat. Zachtjes loop ik naar de badkamer om te douche. De dag van de waarheid.. De dag van de waarheid.. Constant spookt die zin door mijn hoofd. Na het douche kleed ik me voorzichtig aan, de blauwe plekken op mijn lichaam zijn gevoelig. Ineens krijg ik kramp in mijn buik. Ik zak in elkaar van de pijn. Niet wetend wat er gebeurd. 'Auw,' fluister ik. Gelukkig wordt het na een paar minuten iets minder. Moeizaam kruip ik naar mijn kamer en kruip in elkaar op mijn bed.

Na een uur is het gevoel nog niet weg. Ik lig in elkaar gekropen op mijn bed, jammerend van de pijn. Ik hoor niet dat iemand mijn kamer binnen komt. Ik voel een hand op mijn schouder, maar ik blijf gewoon liggen en kijk niet om. 'Buikpijn?' zegt een stem. Ik hoor dat het Jeroen is. 'J-ja,' antwoord ik. Ik wil nog meer zeggen, maar er komt geen geluid meer uit mijn mond en ineens wordt het zwart voor mijn ogen, ik hoor Jeroen vaag op de achtergrond schreeuwen en dan is het stil.

Het eerst wat ik weer hoor zijn stemmen om mij heen. Gespannen en fluisterend hoor ik mensen praten. Langzaam open ik mijn ogen. Waar ben ik? Vraag ik mij af. De muren zijn allemaal wit. 'Ze is wakker,' klinkt een bekende stem en gelijk staan er een aantal mensen om mij heen. Ik herken Jeroen en zijn moeder en er staan nog een aantal mensen met een witte jas. 'Je bent in het ziekenhuis,' zegt Jeroen als hij mij ziet kijken naar de mensen met een witte jas. Ik krijg een hele uitleg van een dokter en kom er achter dat ik ingestort was. 'En mijn buikpijn dan?' vraag ik zachtjes. Ik zie Jeroen wit wegtrekken. 'Wat.. Wat is er aan de hand?' vraag ik. Jeroen pakt mijn hand en kijkt me strak aan. 'Je bent zwanger,' zegt hij. Ik schrik en begin te gillen, ik zie dat er iemand naar ons toe rent, maar ik blijf gillen tot dat er geen geluid meer uit mijn stem komt.

Geschokt staar ik voor me uit. Je bent zwanger.. Gaat er door me heen. Ik wil het niet! Het mag niet! Denk ik bij mezelf, maar ik weet dat ik er niks tegen kan doen. Jeroen en zijn moeder zijn weer naar huis, ik zag de angst op Jeroen zijn gezicht, de uitdrukking die al dagen op zijn gezicht staat. Ik voel me rot, ik verpest alles voor iedereen en voor mezelf. Waarom moest ik nou zo dom zijn om met hem af te spreken?
De gedachte blijven de hele tijd door mij heen gaan. Ik kan niks anders doen en nergens anders aan denken. Versuft lig ik op het bed en staar naar het plafond, ik merk dat het donker word. Het is avond. Ik voel mijn ogen steeds een stukje verder dicht gaan en nog voor het helemaal donker is, val ik in slaap.


De laatste 2 hoofdstukken die er nu staan zijn idd wat kort.
Maar anders wordt het te langerekt en saai.
Ze worden vanzelf weer een keer langer ..

Kom maar op met het commentaar ..
Ben wel benieuwd wat jullie vinden!

Xxx Iris. [28-01-2006]
Laatst bijgewerkt door Anoniem op 28-01-06 18:30, in het totaal 1 keer bewerkt

Sani

Berichten: 27361
Geregistreerd: 20-01-03
Woonplaats: Hengelo

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 18:26

Goed geschreven, hoewel naar mijn gevoel het een beetje snel gaat in het laatste hoofdstuk.

''Ga weg,' zeg ik zachtjes. 'D-dankzij jouw ben ik misschien wakker,' durft ik na een tijdje te zeggen'
Ik neem aan dat wakker zwanger moet zijn?

Anoniem

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 18:31

Sani schreef:
Goed geschreven, hoewel naar mijn gevoel het een beetje snel gaat in het laatste hoofdstuk.

''Ga weg,' zeg ik zachtjes. 'D-dankzij jouw ben ik misschien wakker,' durft ik na een tijdje te zeggen'
Ik neem aan dat wakker zwanger moet zijn?



Heb het veranderd, het moet nu wel kloppen..
Het gaat idd wel een beetje snel in het laatste hoofdstuk.
Maar anders wordt het zo eentonig en saai.

Bedankt voor je commentaar in ieder geval

Zeebries

Berichten: 2393
Geregistreerd: 20-06-04
Woonplaats: België

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 18:57

Waw, lang verhaal!
ECht spannend,ik hoop dat je snel verder schrijft.
Een echt reality verhaal, ik leefde me er erg in mee...
Echt zielig...
Hoe kom je erop om zo'n verhaal te schrijven? ..

Loveable

Berichten: 1263
Geregistreerd: 08-10-05
Woonplaats: Breda

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 19:21

Spannend verhaal, goed geschreven.
Het heeft hopelijk niet te maken met eigen ervaringen?

Anoniem

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 20:03

yulan schreef:
Waw, lang verhaal!
ECht spannend,ik hoop dat je snel verder schrijft.
Een echt reality verhaal, ik leefde me er erg in mee...
Echt zielig...
Hoe kom je erop om zo'n verhaal te schrijven? ..


Ik weet niet hoe ik op 't idee kom
Ik denk wel een beetje van de dingen die je leest en soms ziet op tv.
Maar ik heb ook een ander verhaal gehad; www.gevangeninproblemen.cjb.net (als die t nog doet)..
En dat was ook met 'niet fijne' dingen..
T zal wel gewoon aan mij liggen dat ik zoiets makkelijker schrijven vind.

Anoniem

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 20:04

Loveable schreef:
Spannend verhaal, goed geschreven.
Het heeft hopelijk niet te maken met eigen ervaringen?


Nee. Het heeft gelukkig niks te maken met eigen ervaringen.

Zeebries

Berichten: 2393
Geregistreerd: 20-06-04
Woonplaats: België

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-01-06 20:33

De url doet het niet meer.
En gelukkig dat het nx te maken heeft met eigen ervaringen,dat zou pas gruwelijk zijn, alhoewel het mss ook een manier zou geweest zijn om te verwerken .
Nuja, schrijf maar gauw verder

_Katinka
Berichten: 1177
Geregistreerd: 02-02-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 00:48

Leuk nieuw stukje,
maar de laatste hoofdstukken zijn inderdaad wel kort.
Misschien kan je wat meer rond de pot draaien om ze langer te maken ofzo
Nee hoor, vind het echt een leuk verhaal
(Lees trouwens al van in het begin mee )

meisjj
Berichten: 931
Geregistreerd: 30-05-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 00:59

jeeej!
hij doet het weer!

ik zat er gelijk al weer helemaal in het verhaal, en dat wil toch wel wat zeggen denk ik!

IloveShets

Berichten: 3397
Geregistreerd: 05-09-03
Woonplaats: Nunspeet

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 01:37

Zo, heb het hele verhaal gelezen! Heel mooi. Ik zat ook meteen in het verhaal..

meisjj
Berichten: 931
Geregistreerd: 30-05-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 15:21

ik ben bij dit verhaal bij hoofdstuk 12 begonnen en ik zat er gelijka lw eer in van maanden geleden!

esperance

Berichten: 5557
Geregistreerd: 20-12-04
Woonplaats: Weert

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 16:28

mooi verhaal, je weet het goed op te schrijven, dat je, je goed in de hoofdrolspeelster kunt verplaatsen..
ben zeer benieuwd hoe het afloopt..
ga deze topic goed in de gaten houden dus..

sylv_n_

Berichten: 416
Geregistreerd: 23-12-05

Re: [verhaal] Afspraakje Via MSN.

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 18:03

Hoi
echt een heel mooi verhaal.
je schrijft het echt heel realisties en je kan je er erg goed in inleven tenminste ik dan.
dit verhaal moet uitgeven worden in een boek
De rest van de hoofdstukken ga ik zeker ook lezen echt super verhaal.

groetjes sylvana

xxsweet

Berichten: 3657
Geregistreerd: 06-07-05
Woonplaats: Drachten

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 19:27

Gaat dit topic dan weer op slot? Zodat de moderator toe kan voegen??
Noujaah .. Ik vindt dit ook weer een heel mooi stuk!
Ik denk dat ze zo'n pijn in haar buik heeft omdat er een abortus komt omdat die vieze man haar steeds slaat (misschien ook wel in de buik ) Ga zo door Ier!

AppelBoom
Berichten: 159
Geregistreerd: 10-01-06
Woonplaats: Zelhem ,, Achterhoek ,, Doetinchem!! >> GRAAFSCHAP

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 19:31

Hehehehehehe, en eindelijk is hier het vervolg van het verhaal!!
Ik heb me toch gewacht . Maar eeh goed geschreven hoor, ik blijf het
volgen!!

_Noraly

Berichten: 5477
Geregistreerd: 27-08-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 19:35

hij word toch wel weer vervolgd he? Owq ik ben zo weg van dit verhaal

Eowyn3003
Berichten: 2223
Geregistreerd: 22-03-05
Woonplaats: Le Sud de la France

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 19:35

ze zijn heel erg leuk!

Beauty0102
Berichten: 1130
Geregistreerd: 27-06-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 19:51

Commentaar is al gegeven hopen dat hier niet zo snel een slotje op gaat

OdiEtAmo
Berichten: 5560
Geregistreerd: 28-09-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 20:57

WOW.
Ik was echt in het verhaal weggezonken, heel realistisch!

Antistar

Berichten: 1152
Geregistreerd: 13-01-04
Woonplaats: Gasselte

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 21:08

Ik vind het ook een heel heel heeel mooi verhaal!

Evaa_
Berichten: 2487
Geregistreerd: 04-10-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 21:13

Leuk, het verhaal is er weer!
Ik had het al gemist
Je schrijft echt fijn, en het leest lekker door, alweer heb ik het hele verhaal doorgelezen, en het is echt mooi!

baister
Berichten: 370
Geregistreerd: 26-01-04
Woonplaats: venray

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-01-06 21:24

mooi geschreven meid..!! Zie nou ongeveer groen van jaloezie dat je zo mooi kan schrijven.. hoop dat deze wel open blijft..!

jessy1981

Berichten: 381
Geregistreerd: 19-09-05
Woonplaats: Schilde (antwerpen)

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 30-01-06 20:49

ik vind het ook een goed verhaal kvolgde het al een tijdje maar werd altijd op slot gezet.

Joets

Berichten: 1630
Geregistreerd: 08-05-03
Woonplaats: Horst

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 30-01-06 21:52

Ja hij is er weer!
Heb em lang gemist, weer even alles doorgelezen en abrubt was daar het einde

Ik ga 't verhaal bij houden, althans een poging tot..

ga zo door! ligt je goed dat schrijven!