Ik heb in groep 7 of 8 een verhaal geschreven, en ik vond hem onlangs terug, heb t vandaag uitgetypt en ben erg benieuwd wat je er van vind. Ik was toen een jaar of 11 dat ik het geschreven heb en heb wat dingetjes nog veranderd. Maar hij is officeel nog niet af...
Er was een feest. Ik ging even een stukje lopen, en er werd roepen: “Julia, waar ga je heen?” maar dat drong niet tot me door. Op eens zag ik een ridder op zijn paard met een Ruit op zijn schild. Ik knipperde even met mijn ogen en hij was weer weg… Ik draaide me om en liep snel naar mijn ouders toe om te vertellen wat ik mee had gemaakt. Althans wat ik mee gemaakt dacht te hebben. Natuurlijk geloofde ze mij niet en werd ik naar mijn kamer gestuurd. Toen ik mijn kamer binnen kwam en op mijn bed ging zitten zag ik een beeldje van een ridder met een ruit op zijn schild op mijn nacht kastje staan. De ridder die ik buiten dacht gezien te hebben. Voorzichtig pakte ik het beeldje op en bekeek het aandachtig van alle kanten. “Ik ga maar naar bed” zei ik tegen mezelf, plaatste het beeldje weer terug op m’n kastje naast mijn bed en kroop zelf onder m’n warme dekens. De volgende dag, vroeg in de morgen werd ik wakker door een fel gehinnik dat van buiten kwam. Ik liep op mijn blote voeten naar het raam en zag buiten weer een ridder te paard op het erf staan, met dit keer een Schop op zijn schild. Ik rende naar beneden, door naar buiten. Dit keer stond de ridder er nog wel en liep ik Voorzichtig op het paard af om hem te aaien. Het was een grote stevig gebouwde vos met lange weelderige manen. De ridder stapte af en verdween als sneeuw voor de zon. Achter ons huis stond een oud schuurtje met wat oude boxen van de vorige bewoners, en mijn ouders sliepen allebei nog, dus aangezien het paard mijn zakken doorzocht besloot ik heb in een oude box te stallen en het dier wat resten hooi te geven. Binnen gekomen hing er een briefje aan de staldeur met de tekst; “Als je Wervelwind goed verzorgd mag je hem houden”. Ik las het nog eens over, en nog eens, en kon het toch niet geloven. Ik verwijderde het briefje en liet daarna Wervelwind z’n box in lopen en aaide hem een over zijn hoofd en ging weer snel terug naar mijn kamer. Alweer stond er een beeldje van een ridder op mijn nachtkastje, maar dit keer was het de schoppen ridder. Wat moest dit nou toch betekenen? Snel kroop ik mijn bed in met mijn vieze voeten. Even later stormde mijn ouders m’n kamer binnen. “Julia, hoe komt dat paard in stal?” vroeg mijn vader. “He? Welk paard, we hebben geen paarden!” zei ik. Ik volgde mijn ouders naar de stal en deed net of ik van Wervelwind schrok. “Wat is hij mooi! Ik noem hem Wervelwind!”. Mijn vader kwam naast mij staan “Wervelwind? We weten niet eens van wie hij is, Ik ga even rond informeren en zodra de eigenaar komt gaat hij weg” was mijn vader’s antwoord. “Ja maar pap, Als niemand komt kunnen we hem toch wel houden? En je kan hem op het land gebruiken! En dan kan ik er ook eens op rijden…” zei ik op het laatst een beetje beteuterd. “Als dat zo is” zei mijn moeder, “Ga je hem zelf wel verzorgen.” “Jaaaa mam ik beloof het!” riep ik en rende terug naar mijn kamer om mij om te kleden. Daarna heb ik snel een bordje havermout op gegeten, en gelijk weer naar stal gegaan om een ritje proberen te maken. Wervelwind was geweldig en hij leek er volop van te genieten. Bij een meertje aangekomen wou ik Welvelwind even wat laten drinken. Ik tuurde intussen met mijn gedachten ergens anders in het water totdat ik doorkreeg dat ik in het water weerspiegeling een ridder weer zag zitten op een paard achter mij. Dit keer met een Hart op zijn schild. Ik draaide mij vliegensvlug om in het zadel maar achter mij zag ik helemaal niemand. Welvelwind leek niks gemerkt te hebben, die dronk onverstoorbaar door. Op de weg terug reden we over een brede bospad, en ik kreeg het gevoel dat ik in de gaten gehouden werd. Plotseling sprong er een ridder met een klaver op zijn schild op een paard tussen de bomen vandaan op het pad voor mij en zei “Jij en ik gaan nu duelleren”En gooide een lans naar mij toe. Maar ik wou helemaal geen duel met hem aan gaan! Toen stormde de ridder al op mij af en voor ik er erg in had rende Wervelwind automatisch op zijn tegenstander af. Met moeite kon ik de lans licht optillen en voordat ik hem dacht te raken verdween de ridder in het niets met zijn paard en Wervelwind stopte alsof er niks gebeurd was en liep op zijn eigen tempo richting stal. Nadat ik Wervelwind een schone stal had gegeven en van vers water en hooi had voorzien was het alweer tijd voor het warme maaltijd. Na het eten ging ik weer naar mijn kamer toe, en alweer, stond er nu het vierde beeldje met de Klaveren ridder. Maar deze was anders, hij had een kleine wond op zijn borst… “Zou dat van mijn lans gekomen zijn” zei ik en pakte een zakdoek die ik daarna vochtig maakte en op z’n wond depte. Hij leek zelfs last van de wond te hebben aan zijn gezichts uitdrukking te zien. Daarna ging ik naar bed en de volgende morgen was de wond weg. En ik ging vroeg naar beneden om Wervelwind te borstelen. Alleen Wervelwind was niet alleen… nee, het witte paard van de Harten ridder stond in de box ernaast. En tegenover de 2 paarden stond het zwart bonte paard van de Klaveren ridder en daar naast nog een zwart paard van de Ruiten ridder. Ik keek mijn ogen uit. Aan elke box hing ook een briefje met de naam van het paard die in die box stond. Ik riep mijn vader en even later stond hij net zo verbaast naast mij. “Wel heb ik ooit…” zei hij. En toen vertelde ik hem alles wat ik mee gemaakt had. Hij opende de eerste box bij hem, waar het zwarte paard in stond. En zodra hij de deur opende viel een ridder op de grond met een Ruit op afgebeeld. Maar hij leefde niet meer. Mijn vader liep door naar de andere kant van de schuur naar het erf erachter. Ik aaide het zwarte paard. “Arme Black, hoe kan dat nou, ik heb niks gehoord.” “Julia, de andere ridders leven ook niet meer” Ik liep naar mijn vader en daar lagen op het erf de andere drie ridders netjes op een rij. Mijn vader verwijderde de helmen van de harnassen en bij elke ridder zweefde hun geest er uit. De restanten van hun harnassen werden op geruimd en we deden ons best om het allemaal te vergeten. Nu woon ik er nog met mijn man alleen en we hebben de paarden Wervelwind, Parel, Black en Spot nog.