Nou, ik hoop dat ik genoeg inspiratie heb! Enne, moet ik het in de verleden tijd doorschrijven of niet? Brand maar los!
[VERHAAL] DE PAARDEN.. OF DE DISCO?
‘Ja mam, nee mam, ik kom op tijd thuis!’ Dat gezeur van haar moeder ook altijd. Natuurlijk had ze haar pony Cleopatra wel verzorgd. Maar ze had gewoon niet altijd zin om te rijden. Mocht ze? En kón ze eens naar de disco, mocht ze maar tot half tien omdat ze morgen haar eerste Z wedstrijd springen had. Pff, ze sliep heus wel goed. En bier of ander alcohol lustte ze toch niet. Nou, na die ellenlange preek van haar moeder kon ze zich dan
ein-de-lijk gaan klaarmaken voor vanavond. Het was nu net zes uur geweest, om kwart voor zeven had ze afgesproken. Afgesproken met Lisa, haar beste vriendin. Ze had gelukkig al gedoucht, zodat haar haar droog zou zijn. Nu gauw naar boven. Eenmaal op haar kamer aangekomen deed ze meteen haar badjas uit, en deed een schone string en bh aan. Met felgroene bloemetjes, heeft ze samen met Lisa uitgezocht bij de HEMA. Daarna ging ze kijken welke kleren ze aan zou trekken. Die simpele spijkerbroek met dat flodderige half-jurkje er over, en daaronder dat citroengele t-shirt? Of toch dat korte katoenen rokje met haar zeer lange laarzen met zo’n hoge naaldhak eronder. En ja, nu wist ze het. Dat met die leuke trui met zo’n lage hals! Dat moest het worden. Ze trok de kleren aan en bekeek zich van top tot teen. Bah, wat zag ze er mislukt uit. Nee, dit was het niet. Ze trok wel haar superlange laarzen met een ultra hoge hak aan, maar een simpele drie-kwarts broek die er een klein stukje overheen viel, en dat citroengele t-shirt met een simpel schattig vestje eroverheen. Oké, perfect. Gauw pakte ze de nonchalante ‘pet’ van de plank uit de kast en ze glipte de badkamer in. Daar stalde ze al haar huidproducten uit. Eerst het ene smeerseltje, dan het andere. Haar huid zag er pukkelloos uit er voelde perzikzacht. Met een camouflagestift verbergte ze rode plekjes en dan begon.. de crisis. Welke kleuren pasten er nou bij geel? Want, geel is zó ordinair, tenminste, als je ook een geel truitje had, kon dat echt niet. Vond zij tenminste. Maar wat zij vond, was goed. Nou, dan maar geen oogschaduw, maar wel een flinke laag mascara zónder oogpotlood of wat dan ook, maar wel met een felle lipstick met een doorzichtige gloss er overheen. Wat rouge, en ze bloosde perfect! Ze bekeek zichzelf nog één keer en besloot dat zij vanavond niet meer stuk kon.
‘Waar bleef jij nou de hele avond?’ Zeurde haar moeder. ‘Mag ik nooit lol maken? Ik bedoel.. zo laat ben ik nou ook weer niet.’ Zo, die zat. Oké, misschien klopte het wel helemaal niet, het was al elf uur, maar haar moeder moest ook maar eens aan de principes van haar dochter denken. Vanavond kon haar avond niet meer stuk, ze had eindelijk verkering met die geweldige jongen. Ze kende hem via voetbal, daar ging ze regelmatig kijken. En zo ontmoette ze allemaal van die stoere, licht gespierde sportieve types. Zijzelf was ook wel sportief, regelmatig ging ze uit joggen en ze had een super paardrijtalent. Maar ze wilde in deze tijd, nu was ze vijftien, lol maken. En al was ze ZZ- zware tour, wat dan nog? Haar moeder had altijd gezegd dat ze ook eens wat tijd voor zichzelf moest vrijmaken, dat had ze gedaan ook! Oké, toen was ze wel twaalf. En oké, misschien gelde dat nu al niet meer. Maar dan moest haar moeder dat maar zeggen! Haar vader en moeder waren soms zó.. En nu moest ze ook nog haar spullen klaarleggen voor morgen. Waarom moest ze toch naar die wedstrijd. Paarden vond ze heus wel leuk, en ze wilde graag ver komen, maar nu ging dat gewoon even niet. Haar zus daarentegen, die had alles voor paarden over. Al-les. Die had nog twee pony’s, dat had zij ook gehad. Maar toen ze wat rustiger aan ging doen, werd dat er één. Ja, haar zus was nu ZZ springen met een d-pony Latina, maar dat ging nog niet zo goed. De pony miste wat pit, dat kon ze zo zien. Maar goed, even teruggekomen op het oude onderwerp, wat maakte het nou uit dat zij ‘zoveel’ talent had. Had ze dan de verplichting paard te rijden? Nee dus. Ze had inmiddels alles klaargelegd en de pony vlocht ze nooit in, het was toch springen. Ook hadden ze besloten haar niet te wassen, te koud. Ze hadden een kleine vierpaards vrachtwagen, van de tijd dat ze nog vier pony’s hadden. Ze ging gauw naar bed want ze wilde morgen wel fit zijn, zoveel om paarden gaf ze wel. ‘s Ochtends, half zeven. De wekker. Die rotwekker. Ze deed gauw haar wedstrijdkleding aan met een joggingbroek en sweater er overheen. Ze liep naar beneden om wat te eten, haar moeder en vader waren er nog niet. Eerst ging ze naar Cleopatra kijken. Misschien was ze wel vies, dan zou ze haar nog met een natte doek schoon moeten poetsen. Gelukkig, niks vies. ‘Ja, meisje. Hier, heb je even wat hooi om te knabbelen. En jullie ook!’ Ze gooide bij de drie pony’s een heel klein beetje hooi naar binnen. Ze ging weer naar binnen en at wat brood. Ondertussen kwam haar moeder naar beneden. ‘Hallo, meisje. Heb je al bij Cleo gekeken?’ ‘Ja hoor. Ze was helemaal niet vies, ik heb ze alledrie een klein beetje hooi gegeven.’ ‘Oké. Heb je toevallig nog bij Piraat naar binnen gekeken?’ ‘Nee, doe ik nog wel.’ Eerst moest ze haar gezicht wassen, tanden poetsen en make-up op doen. Daarna ging ze wel weer naar de pony van haar zus kijken, die vandaag ook ging starten. Toen ze klaar was met tanden poetsen had haar zus Annika al bij Piraat gekeken en ze was nu aan het eten. ‘k Ga alvast de auto inpakken!’ En ze liep naar buiten. Ze pakte twee zadels en hoofdstellen uit de zadelkamer, en één martingaal. Die had zij nodig, Cleopatra was wel heel heet, maar Piraat niet. Absoluut niet. Die liep ook altijd geweldig mooi aan de teugel. Daar was Cleopatra lastig in, als het om springen ging. Ze pakte ook twee zweetdekens en legde die bij de stallen neer. De paarden kregen in de trailer ook altijd transportbeschermers om en een staartkoker. Maar op zich hadden ze spullen van een normale prijsklasse, de beenbeschermers waren een koopje geweest! Dat vond ze best. Ze wilde er natuurlijk wel leuk uitzien op wedstrijd, maar zulke dure dingen hoefden nou ook weer niet. Als ze met de paarden bezig was vergat ze de disco, vriendinnen en de jongens even, dan was ze even weer twaalf. Maar dat had ze nooit in de gaten. Haar zus kwam nu ook naar buiten. ‘Zal ik de dekens opdoen enzo?’ vroeg ze. ‘Ja, doe maar!’ Ze was opgewonden. Maar haar zus was altijd heel ontspannen. Haar zus had dan wel niet haar talent, maar wel moed en wilskracht, en ze was altijd super lief en ontspannen. Daar had ze altijd grote bewondering voor gehad. Nadat ze alles hadden ingepakt en de pony’s in de vrachtwagen stonden, gingen ze weer naar binnen. Hun vader en moeder zaten koffie te drinken, het was kwart over acht en om halfnegen gingen ze weg. Ze schoven aan. ‘Zo, is alles klaar?’ Vroeg haar moeder. ‘Ja, alles is klaar!’ Ze dronken nog wat en daarna konden ze vertrekken.
Toen ze op het terrein aankwamen gingen ze dat eerst verkennen. Er waren 2 ringen, één voor de B, L en M en één voor de Z, ZZ en alles daarna. Het was een grote wedstrijd, een internationale. Er stond een heel promodorp, heel gezellig. Ze zagen al bekende gezichten van de ponyclub, en daar gingen ze ook nog even kijken. Helemaal achter het promodorp lag de dressuur, daar was ook nog een parkeerplaats. Ze praatten hier en daar wat met wat mensen. Iemand van de club had een paar weigeringen en daarna flipte de pony helemaal. ‘Hoi, kan jij er misschien even op?’ Vroeg de vader van het meisje. Hij hield haar een cap voor, ze deed het ook wel even. ‘Ho, jij nu eens.’ Wonder boven wonder lukte het haar om de steeds bokkende en steigerende pony de kalmeren. Ze kreeg een bedankje en ze mocht de vader straks aan de jas trekken voor een patatje. En dat zou ze doen ook! ‘Kom, we halen Cleopatra van de trailer, de Z gaat over een halfuurtje beginnen.’ Zei haar vader. Ze deden het zadel, hoofdstel en alles aan. Even later ging ze de losrijring in met een driftige Cleopatra. Losspringen ging perfect, wat was het toch een geweldige pony. Ze had haar zelf beleerd en ze had nog maar één keer geweigerd. Deze zesjarige merrie wilde ze voor geen goud kwijt. Zo’n trouw paard zou ze nooit weer krijgen. Ze reed haar goed los. Diep en veel buiging. Maar tussendoor veel stappen en weinig springen. Soms keek ze nog even naar het parcour, wat ze ondertussen uitvoerig had verkend. De barrage bestond uit veel lastige bochtjes en pittige hindernissen. Ze leefde zich altijd helemaal in als een paard. Ze hoorde haar naam. Ze moest zich gereed maken om naar binnen te gaan… ‘Oke Cleo, je kan het!’ fluisterde ze de pony toe.
ps. ik heb bewust gekozen dit stuk geen naam van haar te gebruiken, die komt in het volgende stuk pas

)
. Al dat andere commentaar is natuurlijk ook heel leuk, maar ik heb er niet zoveel aan.