Graag reactie's over wat jullie er van vinden, wat er kan verbeteren, en of ik uberhaupt door moet gaan met schrijven..
Citaat:
Je hebt geweldig dagen, en baaldagen, en van die laatste had ik er vandaag 1. Het begon vanmorgen vroeg al. Ik was half uit bed gerold en mijn hoofd lag dus óp mijn wekker. Dat ligt overigens echt niet lekker. Je nekspier word minstens 20 cm verder uitgerekt als normaal, en de wekker is verrekt hard. Waarom maken ze geen wekker met een bontje er op ? Ik ben toch vast niet de enige blond muts die zoiets overkomt? Maar goed, ik lag dus op die wekker, en toen ging hij, zoals elke morgen, enorm tekeer, om precies 7.00. Die dingen kunnen écht geweldig timen trouwens, elke dag, stipt 7.00 uur. Oh gut ja, daar is het een wekker voor. Blond. Dat ding begon dus te piepen, te krijsen en te gillen. En omdat mijn hoofd op dat ding lag klonk het alsof er een heel orkest naast mijn bed stond. Meteen schoot ik overeind om dat orkest te vertellen dat hij niet gewenst was in mijn kamer. Maar dat hele orkest was er natuurlijk niet. Voor mij doen al heel snel, kwam ik erachter dat het dus die verrekte rot wekker was. Ik deed wat ik zou doen als ik mijn vriend met een ander meisje zag zoenen, ik gaf hem een énorme rotknal. Meteen was hij stil. En dat was maar goed ook, anders was ik helemaal gek geworden.
Vervolgens kwam ik dus mijn bed uit en liep ik van de trap af, waar ik per ongeluk een bolletje wol over het hoofd zag, dacht ik. Maakt niet uit, een sjaal met voeten geur was vast ook erg lekker. Toen ik op het bolletje ging staan hoorde ik een piep en een gil en al gauw stonden er 4 krassen op mijn voet. Het was dus geen bol wol maar onze kat. Alsof het nog niet erger kon moest ik ook nog ontbijten met mijn broertje er bij. Even ter informatie. Mijn broer is een nerd. Hij heeft altijd zwarte spijkerbroeken. Geen normale donker, licht, of weet ik wat voor een blauwe spijkerbroeken, maar nee, zwarte wou hij hebben. Één keer in het jaar maakte hij er helemaal een potje van, dan was het geen zwarte spijkerbroek, maar een beige tuinbroek, met 6 zakjes aan de voorkant, en 3 aan de achterkant. 3 is trouwens een dom aantal voor zakjes, want je hebt maar 1 portemonnee, en 1 buskaartje om in je kontzakken te doen, als jongen zijnde. Meisjes hadden natuurlijk nog de nodige make-up accessoires. Maar goed, alsof hij nog niet erg genoeg op een nerd leek had hij voor elke dag ander ondergoed, met natuurlijk de naam van die dag er op. Als hij dan bijvoorbeeld een keer in zijn broek pieste, ging hij de rest van de dag in bad, want hij kon niet de onderbroek van dinsdag aan terwijl het maandag was, dan raakte zijn schema in de war. Verder had hij vorige week nog 27 puisten, en 12 mee-eters(ja, ik heb ze geteld). En een bril met glazen zo dik als een deurpost. Stilletjes kroop ik aan tafel en ik zette mijn ‘ik-ben-er-niet’ gezicht op. Mijn broertje leek de hint niet te begrijpen en begon me van alles te vragen. ‘Je hebt een streep van zwarte modder onder je ogen. Heb je gister oorlogje gespeeld of zo ? ‘ was de vraag waar hij mee begon. Ik vernieuwde mijn ‘ik-ben-er-niet’ gezicht, maar nog zag hij het niet. ‘Ik zag net dat je onderbroek kapot was, er zat namelijk geen stof om je billen’. ‘Gert-jan, dat heet een string’ antwoordde ik geïrriteerd. Nog erger was, dat hij me vertelde dat ik blauwe tenen had, en dat ik beter sokken aan kon doen. Want als je koude tenen hebt is de doorstroming van je bloed niet goed en dat kan wel eens tot hele nare gevolgen leiden, zei hij. Wat hij niet door had was dat het blauwe nagellak was, in plaats van blauw van de kou. Ik gooide een klodder pindakaas naar hem toe en liep de trap weer op. Elke tree bestudeerde ik nauwkeurig, stel dat die zogenaamde bol met wol er weer lag. Halverwege de trap gaf ik het op, want er lagen allemaal maar haren, en echt geen kat. Op de laatste tree werd ik álsnog gegrepen door dat monster. En ik greep hem in zijn kladder. Dat had ik beter niet kunnen doen want ik kreeg op mijn linkerwang, ten hoogte van mijn neus, een rode streep van bloed. Meteen rende ik de douche in, deed de deur op slot en haalde mijn speciale make-up-voor-zéér-ernstige-gevallen-doos uit de kast. Er zaten 6 verschillende soorten poeder in, en ook nog eens 7 camouflagesticks. Ik begon er flink op los te sticken. Ik had namelijk een speciale techniek. Eerst zo veel mogelijk van dat camouflage spul er op, om het gat te vullen. Daarna liet ik het even intrekken, zodat het goed in de poriën van de huid trok, en vervolgens gingen er 3 soorten poeders overheen. Na een half uur was ik klaar met de basis make-up en kon ik aan het échte werk beginnen. Met oogschaduw, mascara, oogpotlood, eyeliner, Labelo, lipgloss en een speciale crème bewerkte ik mijn gezicht net zo lang totdat ik zeker wist dat meer dan 80% van de jongens op school me na zouden kijken. Daarna begon ik mijn tanden grondig te poetsen. Ik deed altijd eerst de bovenkaak, die was immers het belangrijkste. Ik begon achterin en bewoog 2 minuten een tand verder richting het midden. Ik weet niet hoeveel tanden een mens heeft, maar ik was toch altijd zéker een half uur bezig. Na dit proces stonden er altijd 3 mensen tegen de deur te schoppen. Nummer 1 was mijn broertje, die boos was over de klodder pindakaas, én die zijn tanden wou poetsen. Nummer 2 was mijn vader, die wilde douchen. En nummer 3 was mijn moeder, die met een sigaretje in haar bakkes stond te zeuren dat ze haar haren wilde föhnen. Ik keek op mijn horloge en zag dat het ondertussen al half 9 was. Ik moest om 8 uur beginnen dus ik moest wel érg hard opschieten om nog een geloofwaardige smoes te kunnen bedenken.
Om 9 uur kwam ik dan eindelijk het schoolplein op fietsen. Ik vond het echt not-done om de school binnen te komen met een rood hoofd. Zo zou iedereen kunnen zien dat ik een conditie van –15 had. Ik moest nodig weer eens gaan sporten, maar het probleem was. Dat ik de sportschool niet in durfde, omdat iedereen dan kon zien dat ik een slechte conditie had. Het probleem wat dáár weer bij hoorde, was dat als ik níet ging, mijn conditie ook niet beter werd. Voor mij was de vraag dus hoe je conditie beter kon worden zonder dat je de sportschool in moest.. Het was als een keuze tussen je geld of je leven. Ik zou dan voor mijn leven gaan, zonder geld kan ik niet leven, dus dan zou ik én mijn geld én mijn leven kwijt zijn. Maar om even terug te komen op de situatie, ik ging dus de school niet in, en rook eerst een sigaretje. ‘fiets it, aansteker vergeten’ vloekte ik. Blijkbaar hoorde een hele horde jongens wat ik zei want binnen no-time stonden er 12 leuke jongens in de rij om mij een vuurtje aan te bieden. Ik koos de leukste uit en de rest kreeg een dissende blik toegeworpen. Ik stak mijn sigaretje aan en begon er eens flink aan te lurken. Roken is slecht voor je, dat weet ik, maar dat doet er niet toe. Roken is lekker, en fijn. Ik kon altijd nog extra veel andrelon zomerblond gebruiken, daar werden mijn longen vast ook weer wat witter van, dan leek het niet zo alsof ze onder het teer zaten. Om 9 uur ging in dan eindelijk de school in. 9 uur was een uur later als 8 uur, ik had dus gespijbeld. Ik vond het héél knap van mezelf, want ik wist dat ik niet voor 9 uur in de school was, maar ik wist niet dat ik spijbelde, dat bedacht ik pas toen het al gebeurd was, en het was dus per ongeluk gegaan. Ik liep naar het lokaal van biologie, gelukkig, in dat vak was ik goed in deze periode van ‘t jaar, het ging immers over voortplanting. ‘Waar zijn jouw boeken madame’ vroeg mevrouw van ’t Land toen in nog geen eens een stap in haar lokaal had gezet. ‘ben met tas vergeten, eigenlijk..’ antwoordde ik nonchalant. ‘STRAFLOKAAL’ blèrde ze hard, en ik vond het een goed plan. Lekker relax wakker worden zo. Toen ik in het straflokaal kwam was er al meteen duidelijk dat ik er het eerste uur niet was. ‘Je hebt gespijbeld’ zei de conciërge streng. ‘Dat heet geen spijbelen, dat heet ; er niet zijn. Want ik kon er niks aan doen’ legde ik uit. Natuurlijk geloofde de conciërge me niet, en daarom moest ik morgen, op de vroege ochtend twéé uren nakomen, het was niet te geloven. Ik plofte neer op een stoel en keek eens rond of er nog meer leuke mensen zoals ik zaten. Na een grondige inspectie kwam ik er achter dat er maar 1 leuke jongen zat, en ik ging naast hem zitten. ‘Ga je mee spijbelen?’ vroeg ik, terwijl ik die hele jongen niet kende. ‘Prima’ zei hij, en we stonden op. ‘Waar denken jullie heen te gaan’ vroeg de conciërge. ‘Wij gaan spijbelen’ zei de jongen, en samen liepen we naar buiten. We gingen samen een sigaret roken, onder genot van een leuk liedje wat op mijn mp3 stond. De jongen had een sikje, viel me na enige tijd op. Ik bestudeerde dat ding eens goed, want het zag er behoorlijk geitig uit. De jongen was eigenlijk niet knap, maar heel lelijk. ‘Jij bent geitig’ zei ik droog en ik liep weg. Ik stapte op de fiets en ging een reep chocola kopen in de winkel. Oh ja, chocola, wát een drama om zo’n reep te kopen zeg. Ik zal je eens laten meeleven in mijn vreselijke trauma aan chocola dat ik die dag opliep.
, sorry, mijn spellingscontrole is kapot, ik lees het zelf nog 2 keer na, en nóg staan er fouten in !

oke, drooog! 

ga ik wel volgen