Even slikken. Het lijkt of er een knoop in haar maag zit. In de maag van Muis.. een 16 jarig slank meisje met prachtige blonde krullen. Waarom jij.. opa? Eerst mijn vader en moeder, door een auto-ongeval en nu ben jij zeker aan de beurt! Mijn opa heeft me zoveel geholpen, en na alles wat hij voor me heeft gedaan krijgt hij.. die vreselijke ziekte die hem fataal kan zijn. Kanker. ‘Hoi Muis!’ Haar zus Anita, die stalhulp bij een beroemde stal is, komt opgewekt binnen. ‘Wat is er gebeurd?? Heb je al bericht van opa gehad?’ ‘Ja..’ En Muis barst in huilen uit. ‘Waarom hij.. dat heeft hij toch niet verdiend? Hij heeft me altijd zo goed geholpen.. ook met.. de dood van pap en mam.’ ‘Ja.’ Anita huilt bijna nooit, maar nu wel. Er lopen tranen over haar wangen. Als ze weer wat rustiger is zegt ze: ‘Ga morgen anders mee naar de stal. Vind Marco vast niet erg en dan kan je mij lekker helpen, dan denk je niet zo aan opa.’ Hier klaart Muis wat van op. Misschien is dat niet zo’n slecht idee. Eerst maar eens naar Love, het paard dat is overgebleven van de beroemde stoeterij die haar vader en moeder hadden.. Voor het ongeluk.
‘Hallo, Love. Ik ga een buitenrit met je maken.. Om even mijn frustraties kwijt te raken.’ Love hinnikt, alsof ze het wil bevestigen.
Onderweg komt ze een paar meisjes van school tegen. ‘Hallo, Muis.. heeft de kat je nog niet gevangen?’ ‘Hahaha ja, pas maar op hoor!’ Rotmeiden, haar vader had dat gewoon een grappige naam gevonden! Ze spoort Love aan tot een galopje. Ze lacht. Love is toch ook zo geweldig.
Als ze terugkomt is Love bezweet. Maar het is het waard, dat kan ze zien aan Love. Nee, dat ze zo trouw zou zijn, dat heeft Muis toen ze op de stoeterij kwam nooit begrepen. Want Muis wilde geen “onbetrouwbare” volbloed arabier. Nee, een stoere tinker was meer iets voor haar. Daar denkt ze nu wel anders over. Love en zij.. Z springen en Z1 dressuur. Daar denkt ze graag aan terug. ‘Maar als we weer tijd en geld hebben, komen we terug. Dan laten we eens wat zien!’ Zegt ze vol goede moed tegen haar pony. ‘Muis? Mui-huis!!’ Roept Anita. ‘Opa is aan de telefoon!’ He? Opa? Muis rent met een glimlach op haar gezicht naar de telefoon. Anita kijkt half ernstig, half blij. ‘Hallo?’ ‘Hoi, meisje!’ Haar opa probeert zo opgewekt mogelijk te kijken, maar het kost hem moeite, merkt ze. ‘Hoe is het, opa?’ ‘Wel aardig..’ ‘En, wat is er uit de test gekomen?’ Het is even stil. ‘Nou, ik heb goed en slecht nieuws. Het slechte is dat het heel zwaar en slopend zal worden, en dat ik waarschijnlijk niet echt de oude, sterke ik word. Het goede is dat ik- als er geen gekke dingen gebeuren- blijf leven!’ ‘Yes! Yes yes yes yes yes! O, opa.. ik ben zo ontzettend blij! Hoe lang gaat het duren?’ ‘Ik moet minstens 2 maanden in het ziekenhuis blijven..’ ‘Oké..’ ‘Nou meisje, ik moet maar weer eens ophangen, praten kost nog veel energie.’ ‘Ja, daag opa! Ik hou van je!’ ‘Ik ook van jou, ik hoop dat ik je snel zie!’ ‘klik tuut tuut tuut.’ Klinkt het aan de andere kant van de lijn. ‘Anita.. dat is gewe..’ verder komt ze niet. Anita is al naar haar eigen paard Amice.
‘Muis! Opstaan! We moeten over een halfuurtje vertrekken!’ ‘Oké, ik kom eraan!’ Gauw pakt ze de rijbroek van gister, een schoon shirtje en een slipje en bh uit de kast. Ze verdwijnt in de badkamer en neemt een douche. Als ze klaar is doet ze gauw haar kleren aan, bind haar krullen in een paardenstaart en doet nog wat mascara op. ‘Kom op, ik heb al brood voor je gesmeerd.’ ‘Oke, bedankt!’ Als ze het eten op heeft neemt ze een glas melk en pakt haar scooterhelm en de sleutels ervan. Anita staat al buiten met haar scooter.
Als ze op de stoeterij zijn gekomen kijkt Muis haar ogen uit. ‘Haaj, Marco!’ Muis weet dat Anita gek is op de zoon van de eigenaar. ‘Ik heb mijn zusje meegenomen.. goed?’ ‘Prima joh, die kan vast wel een handje helpen!’ Muis stelt zich voor aan Marco. Ze snapt waarom haar zus hem zo leuk vind, hij is echt heel aardig. ‘Hallo, ik ben Marco.’ ‘Muis…’ He… waarom heet ze nou Muis? ‘Oke, Anita. De achterste vijf stallen moeten nog, daarna moet je maar even op het rooster kijken.’ ‘Oke!’ ‘En jij kan Spitfire wel even borstelen.’ ‘Waar staat ie dan?’ ‘Ik wijs het je wel even.’ Muis vindt het eigenlijk niet zo’n fijn idee dat Anita niet mee kan, maar ach.. wat maakt het uit? Een prachtpaard borstelen doe je niet iedere dag! ‘Eerst moet ik je nog aan iemand voorstellen.’ Zegt Marco. We lopen naar nog een stallencomplex en daar staat een jongen van een jaar of 17-18 een prachtig paard te borstelen. ‘Dit is Maikel.’ ‘Hoi.. ik ben Maikel.’ ‘Maikel, dit is Muis.’ Zegt Marco. ‘Maikel, wijs jij Spitfire even. Muis gaat hem borstelen. Ik ga weer naar Anita, om haar te helpen.’ En hij knipoogt naar Muis en Maikel.
‘Heb je ervaring met paarden?’ ‘O, ja.. mijn ouders hebben de Springhill stoeterij gehad. Ze zijn overleden aan een auto-ongeluk.’ Zegt ze treurig. ‘O, sorry. Nou, dit is Spitfire, een leuke 8-jarige ruin die nu M springen is.’ ‘Mooi beestje.. wat is z’n vader?’ ‘Bergerac!’ Zegt Maikel trots. ‘Oke.. nou, waar is zijn halster?’ Als ze hem in de wasplaats heeft gezet begint ze te borstelen. Maikel en Muis vertellen elkaar over hun paardenervaringen en ze kunnen het goed vinden, samen. ‘Zo, klaar! Kan ik nog wat doen?’ ‘Wat mij betreft kan je een paard rijden.’ Muis kijkt haar ogen uit. ‘Echt? Gaaf! Moet dat niet even met Marco overlegd worden dan?’ ‘Ja, ik ga wel even naar hem toe. Maar loop maar naar de derde stal, daar vind je het paard die je mag rijden… als het van Marco mag. Zet Spitfire maar in de stal en hij mag een plukje hooi.’ ‘Komt voor elkaar!’ Eerst zet ze Spitfire terug, die haar dankbaar is voor het borstelgenot. Dan gaat ze kijken wat voor paard er in de derde stal staat. ‘Wow..’ fluistert ze zacht. Er staat een machtige zwarte hengst in met een kol. Op het naambordje staat “Capri du Mario” Prachtige naam. ‘Zo, je hebt Mario al ontmoet, zie ik?’ ‘Ach, ja.’ ‘Hij is nog maar 4 jaar, maar ik verwacht dat je hem wel aankunt, hij is makkelijk in omgang en met rijden. Haal hem er maar uit.’ Muis doet het mooie witleren halster om, dat mooi aan zijn donkere vacht afsteekt. Ze borstelt hem uitvoerig terwijl Maikel zijn streken en “functies” uitlegt. Het is een dressuurgefokt paard van Ferro. ‘Ik ga even het tuig halen.’ Maikel komt terug met een mooi kieffer lech profi dressuurzadel en een kiefferhoofdstel. Een mooi donkergroen sjabrakje en donkergroene bandages zijn supermooi op zijn zwarte vacht, die heel erg glimt.
‘Stijg maar op!’ Muis straalt van geluk als ze er op zit. Als ze losgestapt heeft aan de lange teugel pakt ze de teugel iets op en draaft aan. ‘Hij loopt geweldig!!’ Ze probeert hem nog laag te rijden en ontspant zich helemaal. ‘Je hebt een goede zit, zeg!’ Zegt Maikel. Muis bloost. Maikel is echt geweldig.. zou ze verliefd zijn? Later pakt ze de teugels helemaal op en Mario reageert hierop door zijn hals perfect op de loodlijn te houden en heel regelmatig te gaan lopen. Ze wisselt wat van tempo en probeert een grote volte te verkleinen en te openen. ‘Hij heeft nog wat moeite met de stelling.. maar dat komt helemaal goed!’ Ze galoppeert ook nog wat maar niet te veel. Als ze klaar is prijst Maikel haar. ‘Goed joh, ik heb hem nog nooit zo goed zien lopen! Wat voor niveau rijd je?’ ‘Z1.. maar ik ben een tijdje gestopt met de wedstrijden.’
Als ze Mario helemaal heeft verzorgd loopt ze met Maikel richting kantine. ‘Weet je, ik vroeg me af.. volgende week is er een open dag van de stallen hier.. en ‘s avonds word er een feestje gegeven. Zin om mee te gaan?’ ‘O, dat lijkt me heel erg leuk! Oja, kan ik hier morgen weer komen?’ ‘Dat moet je even met Marco overleggen.’ ‘Oke! Heel erg bedankt, Maikel. En ik zie je waarschijnlijk morgen weer!’
Yes, denkt Muis op de terugweg. Morgen is zij weer in de stallen te vinden. Als ze thuis zijn voert ze de paarden en gaat gauw naar binnen om te eten. Benieuwd.. naar de volgende dag..! Maar dan word er gebeld. Muis neemt op. ‘Hallo, met Muis…?’ ‘Hallo. Met dokter Sparker van het ziekenhuis.’ Dat is de dokter die opa behandelt! Denkt Muis geschrokken. ‘Goedenavond! Is er wat met mijn opa of zo?’ ‘Ja, en het is niet zo best.’ ‘Wat dan? Is de kanker toch negatief?’ Muis huilt nu bijna. ‘Het spijt me vreselijk, maar je opa heeft een ingeklapte long. We doen er alles aan om hem te redden…’ Nu gaat er een luik voor Muis dicht. Zou haar opa het nog redden? Want, hij is toch al verzwakt door de.. kanker?
Zeg maar wat jullie ervan vinden! Dan weet ik een beetje hoe ik dat volgende stuk moet doen!
(probeer het zo mooi mogelijk te maken. Dus wel een happy end
) 
zegt: 