Het heeft lang geduurd, maar hier is het vervolg.
"Renia!"
Helena komt aanlopen. Ze heeft een zadel en hoofdstel bij zich. Met een glimlach loopt Renia naar het hek toe. Ze neemt het zadel van Helena over en legt het naast zich neer. Helena klimt, met het hoofdstel rond haar schouder, over het hek. Ze zadelt Portus en stijgt op. Renia klimt via het hek op Sabors rug. Toen Renia Sabor ving heeft ze hem beloofd om nooit een zadel of hoofdstel te gebruiken, ze wou niet al zijn vrijheid afpakken. Voor Renia is vertrouwen genoeg, materialen om beter te blijven zitten of Sabor onder controle te houden wilt ze niet.
"Gaan we?" vraagt Helena.
Renia knikt en ze drukt haar benen lichtjes in Sabors buik.
"Galop!" roept ze.
De twee paarden galopperen op het hek af en springen er moeiteloos over. Zo doen Helena en Renia het altijd. Eigenlijk mag het niet, stel dat de rest van de kudde meekomt, dan zijn ze alle paarden kwijt. Of stel dat Sabor en Portus over het hek springen, wanneer er niemand is en ontsnappen? Maar Renia vertrouwt Sabor en Sabor vertrouwt Renia. Ze zijn vrienden en lopen niet van elkaar weg. Sabor zou niet eens weglopen als hij vrij rond liep, zelfs dan zou hij Renia nog op zijn rug laten. Hoe veel Renia het ook vraagt, de dorpsmensen vinden dat het niet kan dat een paard losloopt, daarom moet Sabor ook in de wei.
"Zullen we naar het meer gaan?" stelt Helena voor.
"Okee" zegt Renia "Dan kunnen we daar bessen plukken voor thuis."
Sabor en Portus galopperen door de velden, ze vinden dit soort ritjes heerlijk. Ook Helena en Renia genieten met volle teugen.
Het duurt twee uur voor ze aan het meer komen. Het grote, helderblauwe water straalt rust en vrede uit. Rondom het meer groeien bessenstruiken en fruitbomen. Renia komt er graag en zo vaak ze kan. Meestal gaat Helena mee maar soms komt Renia alleen. Dan kijkt ze naar het water, eet bessen en fruit en gaat soms zwemmen met Sabor.
Helena en Renia stijgen af, ze laten Sabor en Portus vrij. Nadat ze bessen, appels, peren, bananen en pruimen hebben verzameld gaan ze in het gras liggen. Terwijl ze eten praten ze over van alles: over het lentefeest, over de tovenaars die in Lucht wonen en over de draken uit Vuur.
"Ik wil wel eens een tovenaar zien" zegt Renia "Volgens Aidens zijn ze groot en wijs. Hij zegt dat ze heel lang leven, net als wij, en dat ze veel weten."
" Ik heb gehoord dat ze veel reizen, dus ze zullen wel alles weten. Mijn vader heeft eens een tovenaar ontmoet. Hij was toen drieënvijftig" verteld Helena "De tovenaar heette Mardel. Hij had een vrouw, Arotis en een zoon, Martis. Wist je dat tovenaars altijd een naam hebben van zes letters? Als er een zoon geboren wordt zijn naam gevormd met de eerste drie letters van de naam van zijn vader en de laatste drie letters van de naam van zijn moeder. Als het een meisje is wordt haar naam gemaakt met de eerste drie letters van de moeder en de laatste drie van haar vader."
"Dan zou ik Jolpos heten" giechelt Renia.
"En ik Ulreka" schatert Helena.
Nadat de twee een uurtje hebben liggen lachen met rare namen besluiten ze om terug te gaan. Deze keer doen ze er drie uur over om thuis te raken.
Als ze thuis aankomen staat er een menigte voor het huis waar het dorpshoofd woont. Er is blijkbaar iets aan de hand.
"Mensen! Luister even!" hoort Renia het dorpshoofd roepen "Iedereen, kalmeer!"
Het geroep verstomt en iedereen is stil. Renia en Helena rijden dichterbij, tot ze kunnen horen wat het dorpshoofd zegt.
"Er is nog geen zekerheid over oorlog!" zegt het dorpshoofd "De koerier is nog niet bij bewustzijn dus tot nu toe weten we nog niet veel. Ik ontken niet dat er iets aan de hand is. Deze koerier zal niet zomaar naar hier gekomen zijn. Blijf allen rustig, raak niet in paniek! We moeten ons op het ergste voorbereiden dus ik wil dat iedereen klaar staat om naar Adernion te gaan. Als, en ik zeg als, er oorlog is kunnen de vrouwen, kinderen en ouderen daar terecht. Ga nu allemaal naar huis en pak jullie dierbaarste bezitten in! Weet wel, de reis naar Adernion zal minstens twee dagen duren! Probeer dus genoeg eten en drinken mee te nemen. Als het mogelijk is, bindt dan zoveel mogelijk op jullie paarden!"
Renia kijkt angstig naar Helena. Oorlog? Met wie? Waarom?
"Ik ga Portus in de wei zetten en dan naar mama en papa" zegt Helena paniekerig "Ik zie je straks."
Renia knikt. Ze rijdt naar haar huis. Haar ouders zijn al aan het inpakken.
"Godzijdank, Renia!" roept Renias moeder uit "Je bent er! Help snel met inpakken! Al het eten en drinken uit de keuken moet mee! En kleed je warm aan, als we buiten moeten slapen kan het wel eens koud worden!"
Renia stijgt snel af.
"Sabor, wacht hier" fluistert ze tegen de hengst.
Dan loopt ze haar huis binnen. Erato, Gaia, Abdias en Takis zijn ook al bezig met inpakken. Plots herinnert Renia zich het fruit in haar jaszak. Die kan ze maar beter inpakken. Ze rent naar de keuken en legt het fruit op de tafel.
"Van waar heb je dat?" vraagt Takis, die de keukenkasten aan het leeg halen is.
"Van aan het meer" antwoord Renia "Ik ga het ook inpakken."
Ze vindt een houten kom, een groot blad en een stuk touw. Na even prutsen kan ze met het blad de kom afsluiten en het met touw vastbinden. Voor het huis staan nog andere kommen en zakken met eten in. Renia zet het fruit erbij en gaat terug naar binnen.
Ze kan nu maar beter wat kleren bijeen zoeken. Op het moment heeft ze een donkergroen, katoenen kleedje en een broek van zijde aan. Misschien moet ze voor alle zekerheid nog een wollen trui en een extra kleedje met lange mouwen bij aandoen.
"Renia! Help eens met inladen!"
Renia loopt snel naar buiten. Haar vader, moeder hebben hun paarden gehaald en zijn ze aan het opzadelen. Erato en Gaia zijn al bezig met zakken eten aan het zadel te bevestigen. Abdias heeft een soort van slee achter zijn paard gebonden en die volgestouwd met bagage.
"Ik weet dat je Sabor geen zadel op wilt doen, maar nu zal het toch moeten" zegt Renias vader "We zijn met zeven dus moeten we veel eten meedoen."
"Ik verzin wel iets anders" protesteert Renia.
Ze loopt naar Sabor en staart een tijdje naar zijn rug. Plots heeft ze een idee! Uit de keuken haalt ze twee tafellakens en touw. Dan haalt ze twee zaken eten die ongeveer evenveel wegen. Eerst legt ze het tafellakens op Sabors rug. Dan bindt ze twee zakken aan elkaar met een halve meter touw er tussenin en legt die over Sabors rug. Na even schuiven liggen de zakken in evenwicht. Ze komen ongeveer even laag als Renias voeten. Als de zakken niet te groot zijn kunnen er drie naast elkaar, dus zes in het totaal. Sabor heeft er geen bezwaar tegen en laat Renia maar doen. Renia zelf zal nu wel moeten stappen, maar dat vind ze niet zo erg. Haar vader inspecteert de 'uitvinding' en knikt goedkeurend. Die dochter van hem vindt ook altijd een oplossing.
"Alle jongens boven de veertien en alle volwassen mannen moeten naar de waterput komen!" klinkt een luide stem.
"Abdias, Takis, kom mee jongens" zegt hun vader.
De drie haasten zich naar de waterput. Renia heeft een slecht voorgevoel. Als de drie even later terug komen zien ze er niet al te vrolijk uit.
"De koerier is wakker geworden" zegt Renias vader "De Nombat van Vuur heeft de oorlog verklaard aan onze Nombat. We hebben niet genoeg mankrachten om de Draken en Reuzen tegen te houden, daarom moeten wij ook gaan vechten."
Iedereen is stil. Renia kan het niet bevatten. Tientallen vragen schieten door haar hoofd. Moeten Abdias, Takis en papa echt gaan vechten? Wat als ze sterven? En waarom is de Nombat van Vuur kwaad op onze Nombat? Wat heeft hij misdaan? Haar vader ziet dat ze bang en verward is en slaat een arm om haar schouder.
"Het komt allemaal goed" zegt hij troostend.
"Wat…wat heeft onze Nombat gedaan?" vraagt Renia.
"Zoals je weet heeft elk werelddeel een Nombat. Zij staan nog boven de Yoghai, de leiders van een provincie. Je weet ook dat er altijd al problemen zijn geweest tussen Aarde en Vuur. Nu had de Nombat van Aarde beloofd dat zijn dochter zou trouwen met de zoon van de Nombat van Vuur. Zo hoopte hij voor vrede te kunnen zorgen. Je moet weten, de dochter van onze Nombat is een beeldschoon meisje. De Nombat van Vuur ging akkoord, op één voorwaarde. Zijn oudste zoon zou met haar trouwen en de volgende Nombat van Aarde worden, zijn tweede zoon zou dan Nombat van Vuur worden. Hoe stom het ook klinkt, onze Nombat ging hiermee akkoord. Ergens is zijn beslissing wel juist. Zelf heeft hij geen zoon en nu was hij zeker van een opvolger en ging er vrede zijn. Zijn dochter was hier niet blij mee. Zij was verliefd op de jongste zoon van de Nombat van Water, een meerman. De twee hadden een geheime relatie die onlangs door de Nombat van Vuur ontdekt is. Hij zei dat de onze Nombat zich niet aan zijn belofte had onthouden en verklaarde ons de oorlog. Nu lijkt het alsof het een oorlog om liefde is, maar eigenlijk gaat het over macht. Als de zoon van de Nombat van Vuur niet met de dochter van onze Nombat trouwt, kan hij ook nooit onze Nombat worden. Dat betekent dus dat Vuur nooit over Aarde kan regeren."