Ik had als persoon een scheepsmaat gekozen.
Ik ben benieuwd wat jullie er van vinden
-------------------------------------------
21 maart 1622
Lief dagboek,
Ik ben nu al uitgeput, het is een erg drukke dag geweest. We moesten slaven laden in Angola.Ik moest het dek schrobben en achter de mast moest alles brandschoon en blinkend zijn. Ik heb geen goed gevoel over deze reis, meestal kloppen mijn gevoelens wel. Ik durf het alleen aan niemand te vertellen. Ik bedoel wie geloofd mij nou? Een scheepsmaatje uit de armoedigste wijken van Amsterdam. Ze zullen me uitlachen, ze zullen om me brullen. En trouwens we moeten wel uitvaren, de zaken gaan niet goed. Met deze slaven kunnen we een grote winst maken zeggen ze. Ik hoorde de het de kapitein zeggen: “dit zijn goede slaven, de besten die je kan krijgen. Gezond en sterk, ze hebben massa’s spieren.” Het was vandaag nog mooi weer: niet te warm, niet te koud. Maar let op mijn woorden, dat zal veranderen!
23 maart 1622
Lief dagboek (voortaan Mao),
Ja, je ziet het goed je krijgt een naam, Mao ga je heten. Hoe ik zo aan die naam kom? Gisteren gebeurde het. Toen we goed op weg waren, werd besloten de slaven naar buiten te laten. Één voor één kwamen ze naar buiten. Ze zagen er nog goed uit op een enkeling na. Waaronder een jongen van mijn leeftijd, ik denk net iets jonger, zijn ogen stonden dof. Hij keek me smekend aan. Even later werden de slaven onrustig en begonnen elkaar te duwen. De kapitein riep dat ik mee moest helpen om de slaven in bedwang te houden. Dus ik liep naar de slaven toe. Ik wou meer over de jongen te weten komen ( misschien kon ik hem helpen), ik liep naar hem toe. Toen ik bij hem was zag ik dat hij niet alleen was, zijn moeder was er ook. É;en van de andere slaven duwde opeens zijn moeder naar voren, zo hard dat ze vlak bij de stuurman te recht kwam. De stuurman dacht niet na en greep naar zijn pistool en schoot…. Het was een paar seconden stil, het enige wat je hoorde was het gekabbel van het water tegen de boot. De stilte werd onderbroken door de trillende stem van de moeder. Ze lag op de grond en richte haar hoofd op, ze keek naar haar zoon en riep zijn naam, “Mao!”. Weer was het stil, het hoofd van de moeder viel met een klap op de grond. Ze was dood. Ik keek naar Mao, tranen liepen over zijn wangen. Hij wou iets roepen maar er kwam geen geluid uit zijn mond. Waarschijnlijk was zijn moeder het enige wat hij nog had, en dat was nu weg. De stuurman keek naar de kapitein en zei: “Sorry, ik dacht dat ze me aanviel.” De kapitein zei niks terug, hij richtte zijn hoofd naar mij en zei: “Zo knul, heb jij ook wat te doen. Zorg jij dat dat lijk van boord komt?”Alleen het idee dat ik de moeder van Mao overboord moest gooien maakte me dood ziek. Maar alles wat ik kon doen was knikken. De slaven werden weer onrustig, ze werden snel naar binnen gebracht. Maar Mao verzette geen stap, hij bleef maar naar zijn moeder kijken. Hij zakte door zijn knieën. Hij wou niet meer opstaan, hij moest naar binnen geslepen worden. Daarna moest ik het lijk over boord gooien.
24 maart 1622
Lieve Mao,
Ik wist het, het weer is in één klap omgeslagen. Het stormt buiten, en ook niet een klein beetje. Au…. Mijn hoofd! O, wat heb ik een hoofdpijn! Ik kon niet slapen, ik moest steeds aan gister denken. Aan de dood van Mao’s moeder. Ook zit ik te denken hoe ik Mao ga helpen. Ik kan misschien wel wat voedsel achterhouden en dat proberen te geven aan hem. Maar ik denk niet dat dat binnen kort kan gebeuren. Ik ben bang, het hele schip kraakt. Het kraakt zo hard als of het lijk dat het zo uit elkaar kan vallen. Ik denk dat ik maar ga slapen, ik kan nu toch niks doen. Welterusten.
-----------------------------------------------------------------
Hou er wel rekening mee dat ik in de 2e klas zat toen ik dit schreef.
Ik kreeg er trouwens een 7.5 voor maar dat had een 9 kunnen zijn volgens de leraar als ik in plaats 1 gebeurtenis 2 had beschreven (k had de opdracht niet zo goed door gelezen
