als onze ogen dwalen, over de grootse hei, dan dwale ze samen, zij aan zij.
En terwijl ze daar dwale, het licht te gemoed, spreken haar ogen ''het komd wel goed''
Ik zal je dragen, ik zal er zijn, maar vrouwtje doe nouw rustig en heb geen pijn.
Wij zijn toch samen, wij zijn toch een, samen slepen we ons, er wel weer doorheen.
En dan die blik in haar ogen, die mij daadwerkelijk doen geloven, dat het goed gaat komen net zo als in de dromen.
De dromen die onstaan op de hei, waar we dwalen zij aan zij.
Mischien vinden juli het wat vaag, maar ik wilden hem toch graag plaatsen.
voor mij is hij in ieder geval heel belangrijk, maar daar heb ik het liever niet over.
