Hoe kon ik ook zo stom zijn om haar te laten gaan. Ik liet haar gewoon weglopen, verstomd van angst. Nu ik hier zit, met natte kleding van de regen en ijskoude voeten, kan ik het niet helpen dat ik steeds terugdenk aan de avond dat ik haar heb ontmoet.
Plotseling trok ze toen mijn aandacht weg van mijn beste vriend, ik kon nergens anders meer naar kijken en luisterde niet meer naar wat hij tegen me zei.
Haar mooie krullen, glanzend in het discolicht, meedansend met haar bewegingen. Haar spontane glimlach en haar vermogen om iedereen om haar heen te verzamelen.
Toen ik eindelijk de moed had gevonden, of beter gezegd genoeg bier had gedronken, om op haar af te stappen, bleek ze net zo spontaan te zijn als haar dansstijl. Onzeker als ik was had ik gedacht dat ze niet eens met me zou willen praten, maar we hebben die nacht tot vroeg in de ochtend aan een stuk doorgepraat. Zittend op een bankje in de vrieskou, elkaar warm houdend door dicht tegen elkaar aan te kruipen.
God wat wil ik haar graag terug zien komen. Haar sprekende ogen en altijd stralende lach, maar ook de tranen die langzaam over haar wang rolde toen ik voor het eerst tegen haar zei dat ik echt van haar hield.
Ik herinner me nog als gisteren hoe ze voor het eerst in mijn armen wakker werd, met haar zachtblauwe string en warrige haren. Ze glimlachte zo lief toen ze zag dat ik naar haar lag te staren.
Ze wist de saaie zondagmiddagen op de bank met een film altijd zo te draaien dat we in haar zachte bed belanden en pas laat in de avond vermoeid maar voldaan naar beneden gingen om wat te eten.
Ik was bezeten van haar, kon aan niets anders meer denken dan een toekomst samen. Maar ik was ook bang om haar te kwetsen, bang omdat ik nog nooit zo gek op iemand was geweest, bang om mezelf teveel aan haar te binden, maar ook als de dood om haar kwijt te raken.
Op een regenachtige middag stond ze voor mijn deur, haar koffer in haar hand en haar haren doorweekt van de regen. Ik trok haar mee de gang in en droogde liefdevol haar haren met een handdoek. Mijn hart bonsde ondertussen in mijn keel, omdat ik wist wat ze kwam zeggen. Het kon twee kanten op, of ze vertrok voorgoed, of ze trok bij me in.
“Ik ga.”zei ze monotoon. “Naar Afrika, voorgoed.” Ik schudde mijn hoofd.
”Ik kan je niet laten gaan, je hoort hier, bij mij!”zei ik zacht. Ze schudde haar hoofd. Ik had het gevoel dat mijn borstkas uit elkaar gescheurd werd van pijn. “Blijf, alsjeblieft!”
“Jij zult je nooit echt aan mij kunnen binden.”zei ze met trillende stem. Ze draaide zich om en liep de regen in. “Ik zal nooit een zekere toekomst met je kunnen hebben als jij zo verward bent.”
Op mijn sokken rende ik haar achterna.
“Alsjeblieft!” kwam er nog zwakjes uit mijn mond. De tranen die over mijn wangen stroomden, vermengden zich met de regen. “Kunnen we er niet over praten?”
“Nee, het is te laat.”zei ze vastberaden en stapte in de taxi.
Was wel benieuwd of jullie mijn 'schrijfkunsten' wel waardig genoeg vonden voor bokt
