
-
-
Desi is zo een meisje dat een string draagt onder een te strakke doorschijnende broek.
Zo een meisje dat haar mobiel aan laat staan onder de les.
Zo een meisje dat elke zaterdag dronken wordt.
Elke zaterdag met een andere jongen zoent.
Zo’n meisje dat huilend in de schooltoiletten gilt dat ze er een eind aan gaat maken, dat ze een stomme prutsmuts is en zoveel van haar vriendje houdt, niet zonder hem kan leven.
Zo’n meisje dat 3 dagen na haar toiletscene een nieuw vriendje heeft.
Zo een meisje met heel veel vriendinnen.
Zo’n meisje dat stiekem iedere avond haar huiswerk leert en zonder dat iemand het mag weten ( met uitzondering van haar
ouders en docenten) negens haalt op het VWO.
Zo een meisje dat zich net zo dom voordoet als haar vriendinnen van de kappersschool maar stiekem keihard werkt voor een goede studie rechten.
Zo’n meisje dat over haar beste vriendin roddelt, zo een zwijger, een eigenheimer.
Een slechte actrice waar iedereen in gelooft.
Zo een meisje waar ik een hekel aan heb.
Zo een meisje dat alleen mijn beste vriendin is om mijn goede naam op school.
Zo een meisje waar ik dwars doorheen kijk.
Zo een meisje dat denkt dat ze mij gebruikt, maar ik weet het is andersom.
Ik loop het meisjestoilet binnen, daar staat ze.
Desi huilt, gilt.
Pakt mijn schouder.
Duwt haar hoofd diep in mijn nek.
‘Ik ben een prutsmuts, een slet. Ik hou van Tim, ik hou van hem, echt waar. Zonder hem kan ik niet leven.
Ik wil Alicia Keys op mijn begrafenis, Falling. Regel je dat alsjeblieft voor mij?
Ik snij vannacht mijn polsen door. Ik ga zitten in een bad gevuld met warm water, dan doet het minder pijn. Ik wil begraven
worden, niet gecremeerd, dat is zo onpersoonlijk. Oh, ik kan het niet meer aan, ik hou zoveel van hem. Waarom ben ik nou zo stom geweest, ik was ook zo dronken. Zeker dertien Breezers achterover geslagen. Ik wil niet leven zonder hem.’
Desi stopt met schreeuwen.
Desi huilt.
Desi huilt zo echt, ik zou bijna medelijden krijgen.
Snolletje Kelly in haar minirokje komt de wc binnenstormen, ze barst in huilen uit, omhelst Desi, mij totaal negerend.
‘Meisje toch, ik hoorde je gillen op de gang. Je doet het niet hoor, hoor je me. Je doet het niet! We houden allemaal van je, weet je dat? Je mag er geen eind aan maken, hoor je me?!’
Desi krijst dat ze een prutsmuts is.
Ik zwijg.
Kelly praat tegen Desi dat ze geen prutsmuts is en zegt opnieuw dat we allemaal van haar houden.
Ja, we houden van haar dat bevestigen ook Iris en Eva die in tranen de wc in komen rennen.
We houden van Desi, allemaal.
En ik zwijg.
Ik als Desi's beste vriendin, zwijg.
Ik zeg dat ik niet van haar hou, ik lieg niet, nooit.
Ik ken dit ritueel, die schreeuw om aandacht.
Alles moet altijd alleen maar om Desi draaien.
Desi hoopt dat Tim de toiletten binnen komt stormen
om te zeggen dat hij ook van haar houdt.
Dat hij haar vergeeft. Dat ze er geen einde aan mag maken, dat hij zielsveel van haar houdt. En Desi zal dan lachen, Tim zoenen, hem omhelzen en de hele dag zijn hand vasthouden. En drie dagen later zal ze hem zelf dumpen. Dat was beter voor haar status. Desi werd niet gedumpt, Desi dupmte.
Hetzelfde had ze al zo vaak gedaan! Eerdere slachtoffers heette Zack, Ronnie, Leon, Dennis. Het was een truc, een valkuil, en iedereen liep er steeds opnieuw weer in.
Behalve ik, want ik durf te denken.
Tim komt binnen.
Desi huilt, krijst en gilt.
Oh god, wat is ze lelijk zo.
’Tim ik snijd mijn polsen door als jij het uitmaakt.’
Ik zijg.
Tim zwijgt.
Kelly, Iris en Eva beginnen hysterisch tegen Tim aan te schreeuwen.
Dat hij een eikel is, een klootzak.
En ik zwijg.
Dat Desi van hem houdt, dat hij haar hart niet mag breken.
En ik zwijg.
Dat hij nooit meer zo’n mooi meisje zal krijgen als Desi, dat hij een k*nkerlijer is.
En ik zwijg.
Desi gilt dat ze haar polsen door snijdt.
Ik zwijg.
’Doe dat maar Desi. Snijdt je polsen maar door. Dat is dan weer een h*oer minder op deze aardbol.’
Tim is woedend met een rood hoofd de toiletten uitgerend.
En ik lach.
Kelly, Iris en Eva rennen achter Tim aan, hem uitscheldend voor alles wat God verboden heeft.
En daar sta ik alleen met Desi in de meisjestoiletten van onze o, zo vertrouwde school. Ik zwijg nog steeds, lach nog steeds van binnen. Ik laat geen tranen vloeien om de krijsende Desi die op mijn schouder huilt.
Dan doe ik mijn mond open, fluister zachtjes in haar oor: ‘Tim heeft gelijk, doe het maar, dat scheelt weer een mislukkeling in de wereld. Ik hoop voor je dat h*oeren ook naar de hemel gaan.’
Ik duw haar van mijn schouder.
Loop fluitend weg.
Laat Desi alleen achter.
Ze huilt niet meer. Ze krijst niet meer. Ze gilt niet meer. Ze zwijgt.
Ik was tevreden. Ik had Desi laten zwijgen. Dat was nooit iemand gelukt. Ik ben de hele dag gelukkig geweest, ik had haar de waarheid gezegt. Ik voelde me zo sterk dat ik de wereld aan kon. Met tranen in mijn ogen heb ik gelachen. Voor het eerst moest ik huilen om Lassie en de Love Boat. Ik moest huilen om de friet die mijn moeder die avond had klaargemaakt. Dat was immers mijn lievelingseten. Al die tranen bevestigde enkel geluk.
En de volgende dag heb ik weer gehuild.
Desi’s ouders verteld dat ze Falling moesten draaien van Alicia Keys. Hen gezegt dat ze begraven wilde worden, niet gecremeerd, want dat stond zo onpersoonlijk. Die dag heb ik gehuild om schuldgevoelens.
Ik wist als enige dat Desi het niet had gedaan om wat Tim had geflikt, zoals iedereen beweerde. Maar dat het mijn woorden waren die het mes naar haar polsen had gebracht.
Ze hield van mij, ik van haar.
Ze was m’n beste vriendin, ik had haar de dood in gepraat. Op een klein briefje had ze ook nog geschreven: ‘Ook prutsmutsen gaan naar de hemel.’
En ik heb opnieuw gezwegen…
***
Dit verhaal heb ik gevonden op een cu2, ik weet dus niet de schrijver ervan. Maar ik vond het zo ontzettend mooi

Als het door iemand van Bokt is geschreven dan mag er wel een slotje op.