Lotte was een klein, slank meisje van 12 jaar. Ze had halflange, blonde pijpenkrullen, waar iedereen jaloers op was. Maar Lotte gaf niets om haar uiterlijk.
Alle kinderen uit haar klas vonden Lotte maar vreemd. Wanneer ze gym hadden, was ze altijd van een briefje dat zei dat ze niet mocht meedoen.
Maar afgezien van dat, had Lotte altijd goede punten. Nooit had ze minder dan 8 op 10. Iets waar anderen blij mee zouden zijn, daar maakte zij zich zorgen om. Want Lotte kon nooit iets goed doen voor haar vader.
Het was maandag, de school was uit en Lotte fietste naar huis. Maar eerst zou ze nog snel langs de supermarkt gaan om nog wat boodschappen te gaan doen.
Ze zette haar fiets in het fietsenrek, zette hem op slot en liep door de schuifdeuren de winkel binnen. Daar nam ze een mandje en bedacht wat ze allemaal nodig had. Ze kon het zich niet permitteren weer iets te vergeten, zoals de laatste keer. Toen had Lotte maar 5 kartonnen melk meegebracht in plaats van 6. Haar vader was als een gek beginnen roepen en had haar een klap in haar gezicht gegeven.
Plotseling herinnerde ze zich dat ze het had opgeschreven. Ze haalde haar rugzak van haar rug en graafde erin, op zoek naar het lijstje.
Een halfuur later kwam Lotte de winkel buiten, beladen met 3 plastic zakken. Twee ervan gingen in haar fietstassen, achteraan op haar fiets, de andere stak ze in haar rugzak. Zo snel ze kon, fietste ze naar huis, want te laat komen zou haar vader weer een reden geven om haar te slaan.
Nog geen vijf minuten later kwam Lotte, helemaal buiten adem, thuis aan. Ze zette haar fiets in de garage, haalde de 2 zakken uit de fietstassen en ging naar binnen. Er was echter geen enkel spoor van haar vader te bekennen. Raar, dacht ze. Normaal was hij altijd voor Lotte en haar twee andere zusjes thuis, maar nu was Lotte de enige in het huis. Nouja, haar vader moest waarschijnlijk weer overuren werken. Dan was Lotte tenminste eventje gerust.
Lotte’s moeder was bijna een jaar geleden gestorven. Op een avond van de trap gevallen, had haar vader hen verteld, maar Lotte wist wel dat het meer dan dat alleen was.
Lotte’s twee zusjes, Lara, die 10 jaar was, en Sarah, die 8 was, konden niets verkeerd doen in hun vaders ogen. Ze waren zijn twee oogappels, ze kregen altijd cadeaus en mooie kleren. Lotte kreeg bijna nooit een cadeau, en als ze dan al iets kreeg, was het iets goedkoop en nutteloos. Als haar vader er niet was, moest Lotte voor haar kleine zusjes zorgen, waardoor ze bijna geen vrije tijd had. En als haar vader er dan wél was, keek hij haar op de vingers en deed ze volgens hem alles verkeerd. Dat eindigde dan meestal in slaande ruzie, en blauwe plekken of een bloedneus in Lotte’s geval.
Lotte liep naar de keuken en begon de zakken uit te pakken. Daarna nam ze haar rugzak en liep naar haar kamer om haar huiswerk te maken. Ze was nog maar net aan haar opdracht van wiskunde begonnen, toen ze autoportieren hoorde dichtslaan en de voordeur open- en dichtging. Op haar tenen liep ze de trap af, naar de woonkamer. Daar trof ze haar twee zusjes en vader aan. ‘Hallo’, zei ze bang.
‘Aha, daar ben je!’, gromde haar vader. Hij had duidelijk weer iets gevonden om Lotte de schuld van te geven.
‘Heb ik je niet al honderd keer gezegd dat je wanneer je iets gegeten hebt, je je bord in het afwasmachine moet zetten?!’, riep hij.
‘Maar ik heb helemaal niets gegeten!’, protesteerde Lotte en ze liep naar de keuken om te kijken wat er dan wel niet in het afwasmachine moest. Op de keukentafel zag ze de twee kommetjes van haar zusjes staan waaruit ze vanmorgen hun corn flakes hadden gegeten. Haar vader kwam achter haar de keuken binnen gestormd.
‘Wel, wat heb je daarop te zeggen?’, brulde hij.
‘Niets! Dat zijn de kommetjes van Lara en Sarah!’, brulde ze terug.
‘Verdomme, stom kind, zorg dan dat ze in de machine zitten! Verwacht je nou van kinderen van 8 en 10 dat ze hun eigen spullen in de afwasmachine gaan zetten?!’
Lotte wilde iets terug roepen, maar ze wist dat dat geen zin had. Ze had geen zin om weer met een extra blauwe plek naar school te gaan.
Dus deed ze maar wat haar vader zei, al was het met tegenzin.
‘En nu naar je kamer, jij ondankbaar kind!’, brulde haar vader. Zonder te antwoorden liep ze met zoveel mogelijk lawaai de trap op en gooide de deur van haar slaapkamer met een klap dicht.
Ze had zich een paar dagen geleden voorgenomen om zich niet meer te laten doen door haar vader. Ze was zijn slaafje niet, en als hij wou dat er iemand op zijn dochters lette, moest hij maar een oppas inhuren. Vanaf nu zou Lotte haar eigen leventje leiden.
Die avond bij het avondeten was de sfeer tussen Lotte en haar vader erg gespannen. Lara en Sarah daarentegen praatten uitgelaten over hun dag op school.
Na het eten ruimde Lotte zwijgend de tafel af. Haar vader zat nog aan tafel en dronk zijn glas wijn op.
‘Kom hier’, zei hij plotseling.
Twijfelend stapte Lotte naar haar vader.
‘Wat?’, zei ze aarzelend, maar toch brutaal.
‘Heb je nog toetsen teruggekregen op school?’, bromde hij.
‘Eh ... ja’, antwoordde ze. Ze had haar vader nog niets verteld over die 7,5 op 10 die ze laatst had behaald op een wiskundetoets.
‘En? Hoeveel had je?’
Lotte voelde dat hij weer aan het vissen was naar redenen.
‘Uhm ... 7,5 op 10.’
‘Wat?! Maar een 7,5?! Waar haal je het lef vandaan ... ik doe zoveel voor je, en dit is wat ik in ruil krijg? Een 7,5?! Je moest je schamen!’ Haar vader was opgestaan en brulde. Dat deed hij alleen wanneer hij alleen met Lotte was.
Maar Lotte wist goed genoeg dat hij helemaal niets voor haar deed, en dat cijfer kwam alleen maar omdat ze die avond op haar zusjes had moeten passen en ze geen tijd had gehad om te studeren.
‘Maar pap, je was die avond niet thuis en ik moest op Lara en Sarah passen! Ik heb gewoon geen tijd-’
Maar Lotte’s vader onderbrak haar: ‘IK WIL GEEN UITVLUCHTEN HOREN! JE WEET GOED GENOEG DAT JE GENOEG TIJD HEBT OM TE STUDEREN!’ Hij haalde met zijn hand uit naar Lotte’s gezicht, maar ze dook net op tijd weg. Zo snel ze kon, rende Lotte naar boven en sloeg haar slaapkamerdeur dicht. Ze draaide net de sleutel om, toen haar vader met zijn volle gewicht tegen de deur bonsde. Hij was rood van woede. Lotte was doodsbang. Ze deinsde terug in een hoekje van haar kamer.
‘Waar haal je in vredesnaam het lef vandaan – KIJK NAAR ME ALS IK TEGEN JE SPREEK!’, brulde hij. Maar koppig keek Lotte haar vader niet aan.
Dat had ze beter niet gedaan, dacht ze, toen haar vader op haar af stormde. Hij greep haar bij de schouders en schudde haar door elkaar. Maar Lotte was, hoe bang ze ook was, niet van plan zich te laten doen door haar vader.
‘Blijf – van – me – AF!’, gilde ze.
Ze duwde haar vader, die door zijn vele glazen wijn wat zwakker dan anders was, weg en rende de kamer uit. Maar haar vader was sneller dan ze ingeschat had. Ze voelde twee sterke handen rond haar middel grijpen en ze vielen beiden op de grond. De twee handen sloten zich rond haar keel en Lotte werd verblind door tranen. Ze kreeg bijna geen lucht meer. Haar handen grepen blind naar die van haar vader, maar hij was veel te sterk. Met haar knie stompte ze haar vader in de buik, waardoor hij zijn greep loste en Lotte zich kon losmaken. Gebukt liep ze naar eerste trede van de trap om wat op adem te komen. Hijgend greep ze de leuning vast en wreef over haar hals. Daar zouden morgen zeker striemen van te zien zijn.
Maar wat ze niet zag, was dat haar vader weer rechtstond. Hij greep haar benen vast en Lotte viel voorover de trap af.
Daar bleef ze roerloos liggen, terwijl een grote plas bloed zich verspreidde over het kraaknette, crèmekleurige tapijt.
Alsof hij niets gezien had, liep haar vader de trap af, stapte over het roerloze lichaam van zijn dochter en ging naar de keuken om nog een glas wijn te drinken.
Om 13u ben ik eraan begonnen en nu (om 15u) is het af

Kom maar op
