De foto en het gedicht hebben niet heel veel met elkaar te maken, maar goed.

Ik voel me als het gras,
bedolven onder lagen sneeuw.
Wat eerst nog zichtbaar was,
is aan het oog onttrokken.
De sneeuw is mooi en wit,
maar de schijn, die bedriegt.
Wie vertelt je wat eronder zit?
En in welke staat dit zich bevindt.
Pas als de sneeuw is weg gedooid,
wordt de mantel afgeworpen.
Als jij het zout weer hebt gestrooid,
ontdekt jij wat er onder is.
Het gras dat wordt weer blootgesteld,
aan de vele keurende blikken.
Een dag of drie, wel geteld,
heb ik me kunnen verschuilen.
Haaa wat een vaag gedicht

