Voordat Sanne het door heeft komen er dokters in versnelde pas binnen lopen. Sanne wordt naar buiten gezet door en zuster. Verward kijkt ze op zich heen. Ze moet naar Mona toe, schiet er door haar gedachte. Mona!
Sanne rent de kamer weer in maar wordt er gelijk weer uitgezegd. Treurig gaat ze in de wachtkamer zitten. Na een half uur komt er een zuster naar buiten toe. ´Mevrouw, wat is er aan de hand? Komt het allemaal nog goed?’ vraagt Sanne bezorgd. ‘We hebben geen idee. Mona heeft zonet een hartstilstand gehad. Ze heeft het overleefd maar we weten niet of dit nog lang goed gaat.’ Verteld de zuster haar. ‘Sorry, ik moet nu weg. Dag’ verontschuldigd de zuster zich.
Verdrietig loopt Sanne weg. Bij de deur komt ze de ouders van Sanne tegen. Ze zegt ze gedag en loopt door.
Zonder dat ze het beseft loopt ze naar het huis van David toe en belt aan. Gelukkig doet David zelf open. Voor dat ze het door heeft hang ze om zijn hals heen en gooit hem op de grond. David is zo verast dat hij zich niet verweerd. ‘Jij vuile klotehomol! Hoe durf je GVD! Waarom Mona?! Waarom niet gewoon MIJ?!’ roept ze woedend. ‘Waar heb je het over meisje, ik heb Mona al onwijs lang niet meer gezien.’ Zegt David sluw. ‘Nee gek he?! Als ze met 4e messen steken in d’r lichaam in het ziekenhuis licht. Gore klootzak!’ Sanne slaat en kan maar niet op houden met slaan. David probeert zich te verweren maar het lukt hem niet. Wanhopig begint hij op haar rug te slaan. Op dat moment komt Daan naar buiten. Hij rent naar Sanne toe en trekt haar van David af. David kijkt zijn broer dankbaar aan, daar in tegen kijkt Daan woedend. ‘Ik haat je David! Waarom moet je altijd die aardige meisjes hebben!’ Roept Daan woedend. ‘Wat doe ik nou weer zei begon!’ David is verward en snapt er nu niks meer van. ‘Ja niet zo raar he! Moet je maar met je poten van Mona afblijven! Klootzak!’ roept Sanne kwader dan ooit. ‘Ik heb die slettebak met geen vinger aan geraakt!’ roept David nu wat zekerder. ‘Hoe durf je haar een slettebak te noemen!’ schreeuwt Daan er tussen door. ‘Daan bemoei je er niet mee! Dit is tussen Sanne en mij. Ga naar binnen.’ Zegt David kalm. Daan is niet van plan naar binnen te gaan en loopt weg. Sanne rent er achter aan en roept nog achterom; ‘Ik krijg je nog wel klootzak!’
’Daan! Wacht! Daan wacht nou!’ roept Sanne hijgend. Ze rent als een gek achter Daan aan maar hij reageert niet. Sanne kan niet meer en gaat over op lopen. Helemaal buiten adem probeert ze hem nog een paar keer te roepen. Zonder succes.
Als ze even later terug naar huis toe loopt, is ze zo in haar gedachte verzonken dat ze tegen een meisje aan bots. ‘Pardon’ verontschuldigd Sanne zich. ‘Sanne?’ vraagt het meisje verbaasd. ‘Ja, dat ben ik, wie ben jij dan?’ vraagt Sanne nieuwsgierig. ‘Oh, sorry ik ben Joyce. Je weet wel, van die mail.’ En Joyce geeft Sanne een hand. ‘Ja ik weet wie je bent. Jij bent toch ook een ex van David?’ vraagt Sanne. ‘Ja, jammer genoeg wel. Daarom waarschuwde ik je ook. Gelukkig wist je zelf al hoe hij was.’
Joyce en Sanne lopen samen verder. Ondertussen kletsen ze wat. Sanne weet het niet, op een of andere manier voelt Joyce heel erg vertrouwd. Voor het eerst sinds het ongeluk verteld Sanne alles over Mona. Ze is blij dat ze het tegen iemand kan zeggen. Joyce luistert aandachtig en onderbreekt haar niet.
’Heb je misschien zin om nog even mee te gaan naar me paardje?’ vraagt Joyce als Sanne klaar is met praten. Sanne heeft het eigenlijk niet zo op paarden. Ze vindt ze maar eng. Toch besluit ze om mee te gaan. Ze vindt het gewoon erg gezellig met Joyce en ze is blij dat er iemand is met wie ze erover kan praten.
Sanne en Joyce hebben niet door dat ze worden achtervolgd.
Laatst bijgewerkt door Nikki__ op 14-09-05 21:48, in het totaal 1 keer bewerkt